Hoofdstuk 5: gedrag

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 495 woorden
  • 11 juni 2018
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
15 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

5.1: prikkels en signalen

Hoe ontstaat gedrag
Gedrag is alles wat mensen en dieren doen. Dus alle reacties die ze vertonen. Je reageert op prikkels, dat is een verandering in je omgeving of in je lichaam. Zoals: een hond die gaat eten, als hij honger heeft of voer ziet. Honger is een inwendige prikkel.

Inwendige prikkels: als je lichaam iets nodig heeft. Honger, dorst.
Uitwendige prikkels: komen van buiten. Geur, licht, geluid, kou en warmte.

Mensen en dieren reageren soms niet op prikkels dat komt doordat soms de drempelwaarde te laag is of de motivatie er niet is.

Welke prikkels geven altijd dezelfde reactie?
Een reactie die mensen en dieren geven heet een signaal, ook wel een respons. Een uitwendige prikkel die altijd dezelfde reactie vertoont heet een sleutelprikkel. Supranormale prikkel is een extra sterke respons. Dus is overdreven.

Hoe maken dieren/mensen elkaar iets duidelijk?
Door verbaalgedrag maken mensen elkaar iets duidelijk dat is bijvoorbeeld door te praten. Nonverbaalgedrag of lichaamstaal doen dieren om elkaar iets duidelijk te maken. Dat noem je communicatie.

Dat kan op verschillende manieren door geluid, lichaamshouding en door kleuren.

  • Geluid, ze gebruiken geluid om elkaar te waarschuwen, berichten uitwisselen en om zichzelf te laten horen.
  • Lichaamstaal, hoe dieren hun lichaam bewegen. En zo signalen afgeven aan andere dieren.
  • Kleuren, hoe dieren hun kleuren laten zien.

5.2: sociaal gedrag

Wat is sociaal gedrag?
Al het gedrag tussen soortgenoten heet sociaal gedrag. Bij mensen wordt het bedoelt dat iemand veel gevoel heeft voor andere mensen en goed met andere mensen om kan gaan. Bij sociaal gedag hoort: territoriumgedrag, is verdedigen van je eigen gebied.

  • Voorplantingsgedrag, vinden van een partner om mee te paren en het verzorgen.
  • Groepsgedrag, taakverdeling binnen een groep.
  • Verbaal en non-verbale communicatie heeft ook te maken met sociaal gedrag.

Waarvoor hebben dieren een territorium?
Territorium is een eigen plek. In een territorium brengen dieren hun jong groot en zoeken ze naar voedsel. Hoe groot een territorium is ligt aan het dier zelf. Voor vogels is een territorium hun nest, ze zoeken buiten het nest naar voedsel. Dieren beschermen hun territorium door afbaken. Dat wordt door mannetjes gedaan dat doen ze door geluiden, geurvlaggen. Dat is territoriumgedrag.

Hoe gedragen dieren zich in een territorium?
Als er een indringer in een territorium komt dan wordt de eigenaar agressief dat noem je aanvalsgedrag. De indringer zal waarschijnlijk vluchtgedrag vertonen omdat hij bang wordt. Op de rand van een territorium zijn de dieren tegelijkertijd agressief en bang en gaan dreiggedrag vertonen. Als de drang voor aanvallen en vluchten even sterk is dan heet dat overspronggedrag.

Dit wil je ook lezen:
  • Balsgedrag
  • Broedzorg
  • Voortplantingsgedrag

Groepsdieren werken met een taakverdeling. Dat heeft succes op de jacht. Dit noem je een rangorde. ( bij kippen heet het pikorde)

  1. Leider van de groep is dominant en bepaalt, sterkste mannetje.
  2. Vrouwtje staat daaronder.
  3. De rest van de groep is onderdanig

5.3: gedrag onderzoeken

Een bioloog die gedrag bestudeert is een etholoog. Onderdeel is ethologie.

Je maakt allemaal handelingen, die achter elkaar noem je een gedragsketen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.