Hoofdstuk 5 en 6

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1383 woorden
  • 5 februari 2009
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Biologie Samenvatting h5 h6
Hoofdstuk 5: Zo gezond als een vis.

Je huid is vrijwel ondoordringbaar. Net zo als de slijmvliezen, geslachtsorganen, darmen en urinewegen. Bestudeer bron 9-10-12-13.

Je huid draagt bij aan het regelen van je lichaamstemperatuur.
Bij een hoge omgevingstemperatuur, verwijden de bloedvaten in je huid. Het warme bloed stroomt dan vlak onder het huid oppervlak en koelt af. Je zweet ook. Zweet kost lichaamswarmte en je koelt dus daardoor ook af. Het onderhuidse bind weefsel bevat vetcellen, die houden ook de warmte vast.
De huid heeft indirect invloed op de stevigheid van je botten:de cellen van de kiemlaag maken vitamine D onder invloed van zonlicht. De pigment vormende celen in je huid geven je dan een bruine kleur. De bruine huid werkt slechts als een UV-filter. Een deel van UV straling stimuleert het delingsactiviteit in de kiemlaag, hierdoor word de huid dikker.

Door talg wordt je huid zuur en dood het bacteriën.
Je huid beschermt tegen infecties,uitdroging en UV-straling.
1 Hoornlaag: dode cellen, veel hoornstof
2 Kiemlaag: celdelingen, bevat pigment vormende cellen.
3 Lederhuid: bindweefsel, bevat bloedvaten, zenuwen, zintuigen en zweetklieren.
4 Onderhuidsbindweefsel: bevat vetcellen.

Als de huid kouder word, dan trekken de bloedvaten samen. Dat gebeurd als het eerst in de voeten. Omdat daar bijna geen vet zit zijn die als eerste koud.

Een volwassen mens heeft ongeveer 5 tot 6 liter bloed. Het bloed bestaat uit 55% bloedplasma en
45% uit bloedellen. Je bloedcellen zijn gevormd in het rode beenmerg van de platte beenderen van de schedel, ribben, borstbeen en bekken.
Bloedplasma bestaat uit water, zouten, voedingsstoffen, eiwitten hormonen, afvalstoffen en opgeloste lucht.
Tijdens incubatietijd vermeerderen ziekteverwekkers tot dat er zoveel zijn dat je ziekte verschijnselen krijgt.
Ziekte veroorzaakt dook bacteriën, schimmels en virussen zijn erg besmettelijk.

Aspecifieke afweer: de eerste cellen die indringers onschadelijk proberen te maken zijn fagocyten zij kunnen van vorm veranderen, uit een haarvat kruipen en een binnen gedrongen ziekte verwekker vernietigen. De fagocyten gaan rond een ziekten verwekker liggen en nemen hem op doden en verteren de ziekte verwekker. Deze afweer werkt tegen alle binnendringers en wordt daarom aspecifiek genoemd.
Specifieke afweer: op elke cel zitten herkenningseiwitten -> antigenen aanvast. Ook ziekte verwekkers hebben op hun celmembraan antigenen. Ziekte verwekkers hebben we lichaamsvreemde antigenen. Cellen van de specifieke afweer -> de lymfocyten, kunnen onderscheid maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen. Lymfocyten zijn ontstaan in het rode beenmerg en zij produceren antistoffen tegen ziekte verwekkers. Of maken ze makkelijker herkenbaar voor fagocyten. Één antistof kan maar met één antigeen reageren doordat ze bij elkaar passen. Na de 1e besmetting duurt het even voor de vorming van antistoffen goed opgang komt. De lymfocyten stoppen pas met het maken van de antistoffen als de ziekte voorbij is. De gemaakte antistoffen zijn na ongeveer zes weken in je lever afgebroken.
Zie bron 19 en 20.

Immuniteit: na de bestrijding van een ziekteverwekker word een deel van de lymfocyten in een ‘’ruststadium’’ bewaard als geheugencellen. Die cellen heb je je hele leven. Bij een 2e infectie gaan deze ziekte cellen meteen veel antistoffen aanmaken. Je wordt van die ziekte wekker niet meer ziek. Je bent er immuun voor.
Kunstmatige actieve immuniteit= een dokter spuit verzwakte ziekte verwekkers in je bloed en dan maak je de ziekte in milde vorm door en je vormt geheugen cellen tegen die ziekte.
Kunstmatige passieve immuniteit= je krijgt dan kant en klare antistoffen tegen een bepaalde ziekte. Die zijn verkregen uit het bloed van mensen of dieren die die ziekte hebben door gemaakt.

Als je eigen afweer tegen bacteriën niet snel genoeg opgang komt, kan het gebruik van antibiotica helpen. Het helpt niet tegen virussen, ze remmen alleen de deling van bacteriën af.
Doordat het griepvirus iedere keer muteert, wordt je er niet immuun voor.
Bron 26.

Bloedgroepen.
Je hebt bloed groep A-B-AB-O.

Bloedgroepen
Antigenen
Antistoffen A B AB O
A B A,B -
β α - α,β

Donor – Acceptor
Antigenen Antistoffen

Antistoffen zijn te verwaarlozen.

O kan aan alle bloedgroepen geven en van alle bloedgroepen ontvangen.
A kan aan AB en O geven.
B kan aan AB en O geven.
AB kan aan alle bloedgroepen geven en van alle bloedgroepen ontvangen.

A + B kan niet want dan gaat het klonteren.

O geen Antigenen
AB geen Antistoffen.

Rhesusfactor: een eiwit, als je die zelf hebt ben je altijd rhesus positief->bv: AB+
Bezit je het eiwit niet dan ben je rhesus negatief -> bv: AB-
AB- kan geen bloed geven aan AB+.
+ kan niet aan – geven.

Antigenen op de rode bloedcellen bepalen de bloedgroep. Ze zijn van belang bij de bloedtransfusies. De rhesus antistoffen van van een rhesus negatieve moeder kunnen problemen opleveren voor een rhesus positief kind omdat: als er een lekkage ontstaat in de placenta, dan is er de kans dat de bloedcellen van een rhesus positief kind in de bloedsomloop van de moeder komt is tijdens de bevalling groot. Dan wordt er een antirhesus tegen dit antigeen vormen. Bij een tweede zwangerschap kan dat een probleem zijn want, de antirhesus kan via het bloed in het bloed van het kind komen en dan het bloed van het kind laten klonteren.
Bron 30, 31, 32.

Hoofdstuk 6: Sexualiteit.

Ergens tussen je 10e en 18e ontwikkelen onder invloed van geslachtshormonen de secundaire geslachts kenmerken. Het begint in de hypofyse door de vorming van LH en FSH worden de geslachtsklieren gestimuleerd. Hierdoor komt de productie van ei- en zaadcellen opgang.
Primaire geslachtskenmerken zijn de geslachtsorganen die zijn al voor de geboorte ontwikkeld. In de puberteit veranderd er wel van alles aan. De binnenste en buitenste schaamlippen gaan groeien. In de eierstok gaan de eicellen rijpen. En de vrouwelijke geslachtshormonen maken de binnenwand van de baarmoeder dikker en rijker aan bloedvaatjes. Zolang er geen bevruchting plaats vind, wordt dat maandelijks afgestoten(menstruatie).
Bij jongens gaan de penis,de zaadballen en de balzak groeien. En de zaadproductie komt opgang. Er worden per dag miljoenen zaadcellen opgeslagen in de bijballen.

Tertiairgeslachtskenmerken hebben met je karakter te maken als je ouder wordt veranderd je karakter.

Bron 7 -> klieren die t voor vocht maken.

Eeneiige tweelingen hebben hetzelfde DNA. Als ze apart en verschillend worden opgevoed dan worden hun verschillen in belangstelling en gedrag anders. Maar dat heeft met de opvoeding te maken.

De meest bekende SOA is Aids. Het is een dodelijke ziekte hij tast je afweer systeem aan. In de lymfocyten vermeerderd het virus zich. Andere cellen van het afweersysteem herkennen die geïnfecteerde cellen als vreemde. En gaan tot de productie van een kleine hoeveelheid antistoffen over. Aan de antistoffen kan je zien dat iemand seropositief is. Je loopt het op door onveilige sex. Maar het kan ook door bloed(wondjes).
Je hebt ook nog andere geslachtsziekten zoals syfilus,genitale wrattem enz.
Maar je kan je zelf er tegen beschermen met voorbehoedsmiddelen-> een condoom.

Zwangerschap kan je voorkomen -> anticonceptie.
De pil is daarbij de favoriet. Bij de pil rijpt en komt er geen eicel. Als je de pil slikt dan krijg je een bepaalde hoeveelheid kunstmatige geslachtshormonen binnen(oestrogeen en/of progesteron) die beïnvloeden de normale cyclus. Deze hormonen remmen de productie van hypofyse hormonen. Zonder hypofysehormonen rijpt er geen eicel en kan er geen eisprong plaats vinden. Het baarmoederhalsslijmvlies wordt wat sterker waardoor de zaadcellen er moeilijker doorheen kunnen zwemmen. Je hebt 1fase pillen. Dat zijn pillen die de zelfde hoeveelheid oestrogeen en progesteron in iedere pil hebben. Er zijn ook meerfase pillen. Die zijn meer aangepast op aan de hormoontoestand. De eerste 7 bevatten alleen oestrogeen, de volgende 15 oestrogeen en progesteron, dit is de tweefase pil. Er is ook de driefase pil. Die heeft 3 verschillende soorten pillen met andere hoeveelheden van de hormonen erin.
Er zijn ook spiraaltjes. Dan kan het eitje zich niet in het baarmoederslijmvlies nestelen.

Als het condoom bijv scheurt dan kan de morning afterpil worden toegepast. Dit kan als er nog geen 36uur voorbij zijn. Het slikken van een aantal tabletten met hoge concentraties geslachtshormonen, die beïnvloeden het baarmoederslijmvlies. Wanneer de morning afterpil te laat is is er de overtijd behandeling, daarbij wordt het baarmoeder slijmvlies weggezogen. Dat is eigenlijk een geforceerde menstruatie. Er kan ook gesteriliseerd worden maar dat gebeurd alleen als er geen kinder wens meer is en er definitief is besloten dat ze geen kinderen meer willen. Ze zaadleiders worden bij de man door gesneden en afgesloten. Hetzelfde bij de vrouw met de eileiders.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.