Bss.1.
Bij zaadplanten zitten de zaden in de bloemen.
Een bruine boon:
- Zaadhuid: om het zaad te beschermen.
- Navel: met de navel heeft de boon aan de moederplant vastgezeten.
- Hartvormig bultje.
- Poortje: hiermee neemt het zaad snel voedsel en water op.
- Kiem: In het zaad zit de kiem. Bij de kieming van het zaad ontstaat het kiemplantje.
Bss.2.
Levenscyclus van de bruine boon.
Groei wordt mogelijk gemaakt doordat er voortdurend nieuwe cellen worden bijgevormd.
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme.
Ontwikkeling is het optreden van veranderingen in de bouw van een organisme.
Bss.3.
___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
Bss.4.
De jongen van insecten en amfibieën noemen we larven. Voor ze volwassen worden ondergaan de larven een metamorfose. De larven van een vlieg zien er heel anders uit dan een volwassen vlieg.
Een koolwitje heeft 4 levensstadia: Ei, Rups, Pop, Vlinder.
Rupsen eten vooral veel als ze vervellen, dan is het pantser even weg en kunnen ze groeien. Rupsen vervellen 4 keer. Rupsen verpoppen zich, dan zitten ze in een cocon. In het popstadium vinden grote inwendige veranderingen plaats: nieuwe organen, zoals: vleugels, grote ogen, en voortplantingsorganen. Een volwassen insect wordt een imago genoemd.
Bss.5.
Bruine kikkers paren in het voorjaar, je kunt dan in sloten kikkerdril aantreffen. Dat zijn allemaal eitjes in een geleiachtig omhulsel.
Bss.6.
Het aantal centimeters die je per jaar groeit noemen we de groeisnelheid. In het 1ste en in het 12de jaar groei je snel. Verschillende delen van het skelet groeien niet even hard.
Bss.7.
Je groei stopt op ongeveer 18jarige leeftijd.
0 tot 1.5 : baby
1.5 tot 4 : peuter
4 tot 6 : kleuter
6 tot 12: schoolkind
12 tot 16: puber
16 tot 21: adolescent
21 tot 65: volwassen
65+ : bejaarde
grove motorische ontwikkeling: het leren bewegen met het hele lichaam.
Fijne motorische ontwikkeling: het leren bewegen met kleine delen van t lichaam. Sociale ontwikkeling: contact maken met andere mensen.
Bss.8.
Bij een volkomen metamorfose lijken de larve en het imago helemaal niet op elkaar. Bij een onvolkomen metamorfose lijkt de larve al een beetje op het imago. Bij een onvolkomen metamorfose ontbreekt het popstadium.
Bss.9.
Vogels die na de geboorte hulpeloos zijn, noemen we nestblijvers. Ze kunnen nog niet zien, hebben geen veren en kunnen niet op hun poten staan. Vogels die na hun geboorte wel kunnen zien, al donsveertjes hebben en rustig rond kunnen stappen noemen we nestvlieders. Vogels die op het water leven en broeden zijn meestal nestvlieders.
REACTIES
1 seconde geleden