Hoofdstuk 3: zintuigen

1.1-§3.1 (Prikkels)

Prikkel: Een prikkel is informatie uit je omgeving.,

Zintuigen: Prikkels worden opgevangen door zintuigen.

Warmte zintuigen: Zijn gevoelig voor de prikkel ‘hogere temperatuur’.

Tastzintuigen: Zijn gevoelig voor de prikkel ‘hoe voelt het voorwerp aan’.

Koude zintuigen: Zijn gevoelig voor de prikkel ‘lagere temperatuur’.

Pijnzintuigen: Zijn gevoelig voor de prikkel ‘pijn’.

Gehoorzintuig: Het oor, vangt geluid op en vertaald het naar stroompjes.

Kijkzintuig:  Het oog, vangt licht op en vertaald het naar stroompjes.

Smaakzintuig: De tong, proeft smaken en vertaald het naar stroompjes.

Reukzintuig: De neus, ruikt geuren en vertaald ze naar stroompjes.

Als je iets waarneemt, reageer je: Waarneming: het is warm buiten.

Reageren: ik doe een vest aan.

Impuls: Elk zintuig zet prikkels om in berichten. Zo’n bericht noem je een impuls.

Ruggenmerg: Grote bundel zenuwen bij elkaar, loopt door de rug.

Zenuwstelsel: Je zenuwen, hersenen en ruggenmerg bij elkaar.

Van prikkel naar beweging.

Situatie: De telefoon gaat.

1. Oor vangt prikkel op

2. Impuls gaat door de zenuwen naar de hersenen.

3. Ontvangst van impuls in de hersenen.

4. Impuls gaat door de zenuwen naar de armspier.

5. De arm beweegt om de telefoon te pakken.

1.2-§3.2 (Ogen)

Het oog kun je verdelen in 3 delen:

Het harde oogvlies: De buitenste laag.

Het vaatvlies: De laag die de bloedvaten omvat.

Het netvlies: Het deel van het oog waar het beeld wordt geprojecteerd, en vertaald naar impulsen.

1.3-§3.3 (Oren)

Geluid: Trillende lucht, je kunt het voelen, je oren vangen de signalen op en vertalen het naar impulsen.

*~Oorschelp: vangen de geluidstrillingen op.

~Gehoorsgang: Hier komt het opgevangen geluid in.

~Trommelvlies: Ligt aan het einde van de gehoorgang, en het lijkt als een vel van een trommel gespannen.

~Oorsmeerkliertjes: Maken het oorsmeer. Door het oorsmeer blijft het trommelvlies soepel en trilt het gemakkelijker.

~Gehoorbeentjes: Drie botjes achter het trommelvlies.

~Slakkenhuis: Krijgt trillingen binnen door gehoorbeentjes. In het slakkenhuis zitten haartjes die meegaan in de beweging van de trillingen. De zintuigcellen geven via de gehoorzenuw aan de hersenen door hoe snel de haartjes bewegen.

Het oor. De gehoorbeentjes bestaan uit: de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel.

1.4-§3.4 (Proeven)

1. Aantekeningen en stencils

2.1- De vijfde smaak van de tong

De vijfde smaak die je tong kan proeven is umami. Umami is Japans voor hartig, of lekker. De smaak is in 1908 gepubliceerd, door Kikune Ikeda. Umami vindt je in producten zoals vlees en vis, tomaten, moedermelk, kip, eieren, kabeljauw, erwten, wortelen en ui. De plaatjes met daarop de tong, waarmee alleen op bepaalde gebieden bepaalde smaken te proeven zijn,  kloppen dus niet!