Samenvatting
Hoofdstuk 1 Over biologie
2.1 Wat beweegt er bij lopen?
Bij het lopen beweeg je je bovenlichaam, benen en armen.
Je beweegt eerst je bovenlichaam, dan je benen en daarna je armen
Bron 3.
2.1 Wat zijn de verschillen tussen sprinters en stayers?
Een sprinter heeft dikkere beenspieren dan een stayer. Bij een stayer werken hart en longen extra goed.
- Roofdieren kun je verdelen in sprinters en stayers. Een roofdier dat zijn prooi besluipt en er achteraan sprint als hij vlakbij is, is een sprinter. Een roofdier dat zijn prooi achtervolgt net zo lang totdat die het opgeeft is een stayer.
- Onder prooidieren zijn ook sprinters en stayers. Kuddedieren als de gnoes zijn stayers, muizen zijn sprinters.
Bron 4.
Begrippen sprinters, stayer, uithoudingsvermogen, roofdieren, prooidieren
2.2 Waarvoor dient je skelet?
Het skelet dient voor:
- stevigheid geven aan je lichaam
- vorm geven aan je lichaam
- kwetsbare organen beschermen
- beweging mogelijk maken, doordat de spieren eraan vast zitten
Bron 7.
Begrippen skelet, bescherming, stevigheid, beweging, vorm
2.2 Wat maakt je arm geschikt om mee te grijpen?
Je arm is geschikt om mee te grijpen doordat:
- je vingers zo lang zijn, dat je ze om dingen heen kunt leggen,
- je je duim tegen de toppen van de andere vingers kunt plaatsen
Bron 6
2.2 Waardoor is been hard en kraakbeen buigzaam?
- Kalk in been zorgt ervoor dat de botten hard zijn.
- Lijmstof zorgt voor buigzaamheid.
Kraakbeen bestaat bijna helemaal uit lijmstof en is dus heel buigzaam.
Begrippen been, kraakbeen, kalk, lijmstof
2.2 Waardoor schokt je hoofd niet bij het lopen?
Je hoofd schokt niet doordat je wervelkolom als schokdemper werkt. Dat komt door de dubbele S-vorm en door de kraakbeenschijven.
De wervelkolom bestaat uit verschillende botten: de wervels. Tussen de wervels liggen de kraakbeenschijven.
Bron 8.
Begrippen wervelkolom, wervels, kraakbeenschijven, dubbele-S-vorm
2.2 Hoe houd je je wervelkolom goed?
Je houdt je wervelkolom goed door vanuit de benen met rechte rug te tillen.
Je wervels drukken dan met hun hele oppervlak op elkaar, zodat de kraakbeenschijven niet beschadigen
Bron 9.
Welke dieren hebben een wervelkolom?
Alleen de gewervelde dieren hebben een skelet met wervelkolom.
De skeletten hebben hetzelfde bouwplan. De belangrijkste overeenkomst is de wervelkolom.
Begrippen gewervelde dieren, bouwplan
Waardoor is er verschil tussen skeletten?
Er is verschil tussen de skeletten doordat de skeletten van dieren zijn aangepast aan verschillende leefomstandigheden.
Begrippen leefwijze
2.3 Hoe zitten botten aan elkaar?
Botten zitten op vier manieren aan elkaar vast:
- vergroeiing (heiligbeen)
- naadverbinding (schedel)
- kraakbeen (ribben aan borstbeen)
- gewricht (elleboog)
Bron 14.
Begrippen vergroeid, naadverbinding, kraakbeen, gewricht
2.3 Hoe werkt een gewricht?
Een gewricht werkt zo:
- De gewrichtsknobbel draait in de gewrichtskom.
- Het gewrichtssmeer laat het gewricht soepel bewegen.
- Het kraakbeen voorkomt slijtage van de botten.
- Het gewricht wordt bij elkaar gehouden door het gewrichtskapsel, soms ook nog door gewrichtsbanden.
Bron 13.
Je hebt drie typen gewrichten:
- kogelgewricht
- scharniergewricht
- rolgewricht
Bron 15.
Begrippen gewrichtsknobbel, gewrichtskom, kraakbeen, gewrichtssmeer, gewrichtskapsel, gewrichtsbanden, kogelgewricht, scharniergewricht, rolgewricht
2.4 Waar zitten al je spieren?
Spieren zitten onder je huid.
Bron 17.
- Aan de voorkant van je bovenarm ligt bijvoorbeeld je armbuigspier. Als de spier is samengetrokken zie je een spierbal.
- Aan de achterkant van je bovenarm zit de armstrekspier.
Spieren zitten met pezen aan het skelet vast.
Begrippen armbuigspier, armstrekspier, pezen
2.4 Hoe werken spieren samen?
Je hebt buig- en strekspieren: de antagonisten.
Antagonisten maken een tegenstelde beweging mogelijk: buigen en strekken.
De armbuigspier en de armstrekspier zijn een voorbeeld van antagonisten.
Bron 18.
Een spier die samentrekt wordt korter en dikker.
Een spier die ontspant wordt langer en dunner.
Begrippen armbuigspier, korter en dikker, armstrekspier, uitgerekt, antagonisten, strekspieren, buigspieren
2.4 Waardoor ontstaat spierpijn?
Spierpijn ontstaat door afvalstoffen die in de spieren achterblijven na een inspanning.
Spieren bestaan uit spiervezels, spierbundels, spierschede en pezen
Bron 19.
Begrippen spiervezels, afvalstoffen, spierpijn
2.5 Welke blessures aan botten kun je krijgen?
Blessures aan botten zijn:
- botbreuken
- slijtage aan gewrichten
Botbreuken worden gezet. De dokter duwt daarbij de stukken bot precies tegen elkaaar. Daarna komt er gips omheen, zodat de botdelen niet kunnen verschuiven. De botten groeien weer aan elkaar.
Begrippen botbreuken, zetten, gips
2.5 Wat is een hernia?
Een hernia is een blessure aan de wervelkolom waarbij een kraakbeenschijf aan de rugzijde tussen twee wervels uitpuilt. Het ruggenmerg en de zenuw in de buurt komt hier door in de knel. Je kunt daan moeilijker bewegen en zelfs uitvalsverschijnselen krijgen. Dan heb je bijna geen gevoel meer in je been.
Begrippen hernia, uitvalsverschijnselen
2.5 Hoe voorkom je sportblessures?
Je voorkomt sportblessures door:
1 Op tijd te stoppen als je moe wordt. Blessures komen meer voor aan het einde van een wedstrijd. Als je doorgaat terwijl je kramp hebt, kun je een spierscheuring oplopen.
2 Je spieren en gewrichten te beschermen door intapen. Daardoor ontstaan minder snel verstuikingen en ontwrichtingen.
- Bij een kneuzing zijn spieren vlak onder de huid beschadigd.
- Bij een verstuiking is het gewrichtskapsel te ver uitgerekt of gescheurd.
- Bij een ontwrichting is de gewrichtsknobbel uit de kom.
Begrippen kneuzing, verstuiking, ontwrichting, kramp, spierscheuring
2.5 Waarvoor dient een warming-up en cooling-down?
- De warming-up vergroot de doorbloeding van je spieren, waardoor de kans op blessures afneemt. Een ‘warme’ spier kan makkelijker samentrekken.
- Een cooling-down dient voor de afvoer van afvalstoffen uit je spieren om spierpijn te voorkomen.
Begrippen warming-up, cooling-down
Wat is een voetbalknie?
Een voetbalknie is een blessure aan het kniegewricht waarbij een meniscus beschadigd is. In de meniscus zit een scheurtje of er is een stukje kraakbeen losgeraakt.
Bron 26.
Begrippen voetbalknie, meniscus
Hoe geneest een voetbalknie?
Een klein scheurtje geneest door rust.
Heb je veel scheurtjes in een meniscus of zit er kraakbeen los, dan wordt de meniscus gerepareerd door een kijkoperatie.
Begrippen kijkoperatie
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
O.
O.
Dit is precies wat ik zocht!
11 jaar geleden
AntwoordenZ.
Z.
Heb je geen samenvatting van paragraaf 2.5 en van de verdiepingsparagraaf?
11 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Nu kan ik tenminste een goed punt halen bedankt hoor! :)
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Bedankt, nu hoef ik geen samnvatting te maken! :D
Dat hele boek bestaat driekwart uit onzin.
11 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Dit is echt precies wat ik nodig heb. Hoor dus dat ik maandag repetitie hier over heb. Komt goed uit dat ik dit vind! :)
10 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
slechte samenvatting vooral ยง1 sorry maar gewoon echt slecht
9 jaar geleden
Antwoordeneen scholier
een scholier
ok tyhx
1 jaar geleden
Antwoorden