Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 10

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1389 woorden
  • 28 december 2009
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
9 keer beoordeeld

Stelsels
De twee belangrijke bestuurders in ons lichaam zijn het zenuwstelsel en het hormoonstelsel (endocriene stelsel). Het hormoonstelsel werkt nauw samen met het zenuwstelsel, vooral wat betreft de processen die te maken hebben met het levensonderhoud van de cellen. Het zenuwstelsel werkt heel snel en de effen zijn maar kort, terwijl het hormoonstelsel veel trager werkt en de effecten langer blijven.

Hormonen
Bij elk hormoon hoort minstens één doelwitorgaan. Hormonen zijn organische stoffen, die - chemisch gezien - in drie groepen verdeeld kunnen worden:

Steroïde hormonen: zijn vetminnend en lossen niet in water op. Ze dringen door het celmembraan heen en binden zich aan een bepaald eiwitmolecuul (de receptor). Samen dringen ze door tot in de kern en gaan ze op bepaalde plaatsen een binding aan met het DNA. Deze binding zorgt ervoor dat bepaalde eiwitten worden gemaakt, zodat de genexpressie geremd of gestimuleerd wordt.
Peptide-hormonen: dit type hormonen is oplosbaar in water en kan de celmembraan van hun doelwitcellen niet passeren. Wel kan het hormoon invloed uitoefenen op het celmetabolisme. Het hormoon wordt gebonden aan een (voor dat hormoon) gevoelige receptor in de celmembraan, en daardoor vinden er een aantal reacties plaats, waardoor er uiteindelijk een stimulatie of een remming ontstaat.
Hormonen die afgeleid zijn van aminozuren: werken volgens hetzelfde type als de peptide-hormonen.

De effecten worden pas merkbaar bij een bepaalde concentratie van dat hormoon in het bloed. De hormoonconcentraties schommelen door de aanmaak en afbraak van het hormoon. Voor bijna alle hormonen bestaat er wel een regelkring en sommige hormonen kunnen de eigen afgifte zelf verhogen of verlagen. Regelkringen hebben meestal een negatieve feedback (remmende terugkoppeling).

Hypothalamus
De hypothalamus maakt deel uit van het centrale zenuwstelsel en regelt o.a. de bloeddruk en de lichaamstemperatuur. De hypofyse ligt vlak onder de hypothalamus. De hypothalamus geeft bepaalde hormonen af aan het bloed die de activiteit van de hypofyse beïnvloeden.

Hypofyse
De hypofyse bestaat uit twee delen: de hypofyse-voorkwab en de hypofyse-achterkwab. De hypofyse-achterkwab is een ‘doorgeefluik’ van hormonen die in de hypothalamus gemaakt zijn. De hypofyse maakt deze hormonen dus niet, maar geeft ze alleen af aan het bloed.

Hormonen van de hypofyse-achterkwab
ADH: anti-diuretisch hormoon, wordt gemaakt bij een te hoge osmotische waarde in het bloed, heeft de nieren als doelwitorgaan, veroorzaakt een verminderde waterafscheiding door de nieren.
Oxytocine: wordt aan het eind van de zwangerschap gemaakt, veroorzaakt samentrekkingen van glad spierweefsel, voornamelijk in de baarmoederwand.


Hormonen van de hypofyse-voorkwab
De hypofyse-voorkwab maakt een aantal hormonen. De productie en afgifte staan onder controle van hypothalamus, deze produceert ‘releasing’ (RF) en ‘inhiberende’ (IF) hormonen.

Groeihormoon: stimuleert stofwisselingsprocessen en eiwitaanmaak in lichaamscellen. De groei van het lichaam wordt hierdoor gestimuleerd.
TSH: schildklierstimulerend hormoon, zet de schildklier aan tot de vorming van het schildklierhormoon.
ACTH: bijnierschorsstimulerend hormoon, bevordert de aanmaak van bijnierschorshormonen en kan remmend werken op de ACTH-productie.
FSH: follikelstimulerend hormoon, stimuleert bij de vrouw de ontwikkeling van de eicellen in de eierstokken en bij de man de vorming van zaadcellen in de teelballen.
LH: luteïniserend hormoon, stimuleert bij de vrouw de eirijping en de eisprong + verdere ontwikkeling Graafse follikel en bij de man heeft dit hormoon invloed op bepaalde cellen in de teelballen + stimulatie testosteron.
Prolactine: bevordert, samen met het groeihormoon, de ontwikkeling van de borsten en na de bevalling (bij borstvoeding) de melkproductie.

Schildklier
De schildklier ligt in de hals op de grens tussen het strottenhoofd en de luchtpijp en maakt het schildklierhormoon thyroxine. Hiervoor is jodium nodig. Thyroxine stimuleert de verbranding in lichaamscellen en heeft dus invloed op de celstofwisseling.

De eilandjes van Langerhans.
Groepjes cellen in de alvleesklier, deze hebben een hele andere functie dan de rest van het orgaan. Deze groepjes cellen heten ‘de eilandjes van Langerhans’ en geven hormonen af aan het bloed. Deze eilandjes produceren twee hormonen: insuline en glucagon. Insuline werkt verlagend op de bloedsuikerspiegel en bevordert in de lever en de skeletspieren de omzetting van glucose in glycogeen. Glucagon werkt tegengesteld van insuline en stimuleert de omzetting van glycogeen in glucose en de afgifte van glucose aan de bloedbaan.


Bijnieren
De bijnieren liggen bovenop de nieren, maar horen er niet bij. De bijnier bestaat uit twee gedeelten: bijniermerg en bijnierschors. Het bijniermerg produceert adrenaline en een klein beetje noradrenaline. De hormonen komen vrij bij schrik of angst en hebben een snelle en kortdurende werking. Adrenaline heeft op meerder gebieden invloed: het bevorderd in lever en skeletspieren de omzetting van glycogeen in glucose, stimuleert de hartactiviteit, doet de pupillen verwijden, stimuleert bloedvatverwijding en op sommige plaatsen bloedvatvernauwing. Adrenaline, insuline en glucagon beïnvloeden de bloedsuikerspiegel. De bijnierschors produceert onder invloed van ACTH twee hormonen: aldosteron (regelt kalium-natrium balans in bloed) en cortisol (werkt hetzelfde als glucagon).

De eierstokken
De eierstokken produceren de vrouwelijke geslachtscellen. Onder invloed van FSH gaan follikelcellen oestrogenen maken, deze beïnvloeden verschillende processen. Na de eisprong wordt de follikel onder invloed van LH een geel lichaam (corpus luteum). Dit gele lichaam gaat door met de oestrogenenproductie en maakt ook een tweede hormoon: progesteron. Progesteron heeft de volgende effecten: speelt een belangrijke rol in de menstruatiecyclus en wordt tijdens de hele zwangerschap geproduceerd.

Hormonen tijdens menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen en tijden de cyclus vindt afwisselend in één van de twee eierstokken de eirijping plaats, gevolgd door de eisprong en eventueel innesteling in de baarmoeder (bij bevruchting). De cyclus bestaat uit 3 fasen:
Menstruatiefase (1e tot 5e dag): deze treedt op als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden. De productie van progesteron is flink gedaald en daardoor sterft het verdikte slijmvlies in de baarmoederwand af.
Proliferatiefase (5e tot 15e dag): Een periode van herstel, hierin wordt één eicel volledig ontwikkeld, de follikel waar de eicel in zit, gaat versneld rijpen, totdat deze openbarst en de eicel vrijkomt.
Secretiefase (15e tot 28e dag): restant van de follikel wordt omgevormd tot het gele lichaam. Progesteron veroorzaakt een sterkere doorbloeding van het baarmoederslijmvlies en de nieuwe cyclus begint alweer bijna.

Hormonen tijdens zwangerschap
Als de eicel bevrucht is, zal deze zich gaan innestelen, er moet dus geen menstruatie meer optreden. Het embryo maakt het hormoon HCG dat ervoor zorgt dat de progesteronconcentratie op peil blijft en er geen menstruatie meer optreedt. Ook de placenta gaat wat hormonen produceren.


De teelballen
Ook bij mannen worden de hormonen FSH en LH gebruikt, deze hebben (natuurlijk) een andere werking dan bij vrouwen. Tussen de zaadvormende cellen in de teelballen zitten de cellen van Sertoli, deze hebben receptoren voor FSH en zetten zodoende de zaadproductie op gang. In de zaadkanaaltjes vormen de cellen van Leydig het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Testosteron beïnvloedt een aantal processen: bevordert de verdere groei en de ontwikkeling van de primaire geslachtskenmerken, stimuleert de zaadproductie en de werking van de zaadblaasjes en de prostaat en het koppelt de hypofyse negatief terug. Ook heeft testosteron een anabole werking: het stimuleert de eiwitsynthese, waardoor onder andere de spierontwikkeling wordt bevorderd.

Weefselhormonen
Hormonen die gevormd worden door cellen die verspreid liggen in andere weefsels en organen heten weefselhormonen. Er zijn verschillende weefselhormonen:
Erytropoëtine (Epo): wordt gemaakt door de cellen in de nieren en bevordert in het rode beenmerg de aanmaak van rode bloedcellen.
Gastrine: wordt gevormd door bepaalde cellen in de maagwand, nadat voedsel met dit deel van de maag in contact is gekomen en het stimuleert daar de productie van maagsap.
Secretine: Nadat de spijsbrij de 12-vingerige darm passeert, maken bepaalde cellen in de darmwand secretine, dit zorgt ervoor dat de alvleesklier natriumcarbonaat af gaat geven (om de spijsbrij te neutraliseren).
Cholecystokinine-pancreozymine (CCK-PZ): wordt ook geproduceerd door de 12-vingerige darmwand en veroorzaakt een samentrekking van de galblaas met galafgifte als gevolg. CCK-PZ stimuleert de alvleesklier tot de afgifte van alvleessap.
Enterohormonen: worden ook geproduceerd door de 12-vingerige darmwand en remmen de peristaltiek van de maagwand.
Histamine: wordt op veel plaatsen geproduceerd en veroorzaakt bloedvatverwijding en een grotere bloeddoorstroming. In de huid stimuleert het hormoon celdelingactiviteit in de kiemlaag van de huid. Ook reparatie en onderhoud van ander weefsel worden bevorderd door histamine.

Hormonen en gezondheid
Anabole steroïden

Testosteron en nog enkele andere mannelijke hormonen kunnen worden nagemaakt, deze synthetische hormonen heten anabole steroïden en ze worden o.a. gebruikt voor doping.

Suikerziekte
Bij iemand met suikerziekte zit er teveel suiker in het bloed, doordat er heel weinig/geen insuline wordt gemaakt. Er zijn twee typen: type-I-diabetes (jeugdsuikerziekte) en type-II-diabetes (ouderdomssuikerziekte).

Osteoporose (botontkalking)
Bij een tekort aan kalk treedt er op latere leeftijd botontkalking op, waardoor de toestand van de botmassa vermindert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.