Samenvatting biologie.
Hoofdstuk 1.
Organisatieniveaus:
- Molecuul (DNA)
- Organel (mitochondrie)
- Cel (hersencel)
- Weefsel (spierweefsel)
- Orgaan (hart)
- Organenstelsel (zenuwstelsel)
- Organisme (dier)
- Populatie (konijnen in een bos in Utrecht)
- Ecosysteem (stad)
- Biosfeer (de aarde)
Bacteriële cel:
- Wel celwand
- Geen celkern
- Kleine cellen alleen zichtbaar met lichtmicroscoop
- Geen bladgroenkorrel
- Geen vacuole
Schimmelcel:
- Wel celwand
- Wel celkern
- Kleine cellen net zichtbaar met lichtmicroscoop
- Geen bladgroenkorrel
- Geen vacuole
Plantencel:
- Wel celwand
- Wel celkern
- Grote cellen
- Wel bladgroenkorrel
- Grote centrale vacuole
Dierlijke cel:
- Geen celwand
- Wel celkern
- Grote cellen
- Geen bladgroenkorrel
- Kunnen kleine vacuole hebben
Biotische factoren= wanneer organisme een ecosysteem beïnvloeden.
Abiotische factoren= wanneer de levenloze natuur een ecosysteem beïnvloed. Dieren beïnvloeden elkaar, ze zijn of concurrenten, of ze leven vreedzaam met elkaar.
levenskenmerken van een organisme:
- Opgebouwd uit 1 of meer cellen
- Ze groeien, celdeling speelt daarbij een rol
- Ze kunnen zich voortplanten
- Eigenschappen zijn vastgelegd in DNA
- Ze vertonen stofwisseling
- Ze kunnen veranderingen in hun omgeving waarnemen en erop reageren.
1e woord met hoofdletter= geslacht, 2e woord met kleine letter= soortaanduiding.
Hoofdstuk 6.
Tijdens je levensloop verandert je lichaam door biologische processen, zoals: groei, geslachtsrijp worden, kinderen krijgen veroudering en slijtage. Je maakt lichamelijke en psychische veranderingen door.je geslachtshormonen ontwikkelen je secundaire geslachtskenmerken. De hormonen FSH en LH worden in de hypofyse gemaakt en stimuleren de geslachtsklieren. Hierdoor komt in de eierstokken (ovaria) en zaadballen (testes) de productie van geslachtscellen (eicellen en zaadcellen) en geslachtshormonen op gang. Eierstokken produceren eicellen en oestrogeen en progesteron, zaadballen produceren zaadcellen en testosteron.
De primaire geslachtskenmerken, de geslachtorganen, zijn al voor de geboorte ontwikkeld. Bij meisjes groeien de binnenste en de buitenste schaamlippen, in de eierstokken gaan eicellen rijpen, tegelijkertijd wordt de binnenkant van de baarmoeder dikker en rijker aan bloedvaatjes. Bij jongens groeien de penis, zaadballen en de balzak ook worden er zaadcellen geproduceerd. Tijdens de zaadlozing voorkomen de sluitspieren van de urineblaas dat urine met de zaadcellen in contact komt. Hierdoor zouden de cellen beschadigd worden. Psychische veranderingen kunnen tot conflicten en onzekerheden leiden.
Bij meisjes is een van de lichamelijke reacties op seksuele opwinding extra bloedtoevoer naar de schaamlippen, waardoor die dikker worden. Bij jongens worden de zwellichamen in de penis dikker waardoor een erectie ontstaat. De zwellichamen stromen vol bloed en afvoerende bloedvaten gaan dicht. Tastzintuigen in de geslachtsdelen spelen een belangrijke rol bij het opvangen van informatie. De eikel is bij de man het gevoeligste deel, de voorhuid beschermt het wanneer de penis niet in erectie is. De clitoris is qua bouw, functie en lustbeleving te vergelijken met de eikel. Slijmkliercellen in de vagina reageren op prikkeling van zintuigcellen en produceren extra vocht. Dit maakt geslachtgemeenschap mogelijk. Bij jongens gaan de kliertjes voorvocht produceren, dit maakt de urinebuis schoon van voor zaadcellen ongewenste stoffen zoals urinezuur. Veranderingen in je lichaam kunnen leiden tot een orgasme. Bij de meisjes kunnen de baarmoederspieren een paar keer samentrekken. Bij de jongen trekken de spieren rond de zaadleider een paar keer samen waardoor er zaadlozing optreedt. In sperma zit 1% zaadcel, 95% prostaatvocht en 4% zaadblaasjes.
De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn grotendeels erfelijk bepaald, zoals dat meisjes beter zijn in talen en jongens die vaak hyperactief zijn. Sommigen zeggen dat de verschillen door opvoeding zijn aangeleerd (nurture theorie). Anderen zeggen dat de verschillen erfelijk zijn bepaald (nature theorie). Een eeneiige tweeling die apart worden opgevoed zullen gaan verschillen van elkaar, maar doordat een deel erfelijk is bepaald zullen ze qua gedrag toch op elkaar lijken. Dieren kunnen ook voorkeur hebben op het eigen geslacht.
Hiv dringt het lichaam binnen en gaat zich vermenigvuldigen. Je lichaam gaat dan antistoffen maken en daaraan is te zien of je bent besmet (seropositief). Je lichaam raakt na een tijd uitgeput en daardoor ben je vatbaarder voor andere virussen. Het virus bevindt zich in de lymfe (knopen), bloed, sperma en vaginaal vocht. De medicijnen die je levensduur langer maken zijn giftig en maken je lever en je mitochondriën kapot.
Verschillende manieren om niet zwanger te worden:
* terugtrekken= niet betrouwbaar, want in het voorvocht zitten ook zaadcellen
en door emoties trekt de man hem vaak niet terug.
*periodieke onthouding: geen seks vanaf de 11e tot de 18e
cyclus dag= onbetrouwbaar, want je kan een afwijkende cyclus hebben.
* de fasen pil: elke pil bevat dezelfde hoeveelheid oestrogeen en progesteron= zeer betrouwbaar, want de hypofysehormonen worden gestopt waardoor er geen eicel rijpt en het baarmoederslijmvlies wordt dikker waardoor de zaadcellen
moeilijker binnenkomen.
* de meerfasenpil: de eerste 7 bevatten oestrogeen en de volgende 15 oestrogeen
en progesteron= zeer betrouwbaar.
* de minipil: bevat alleen progesteron= niet heel betrouwbaar, want bij 30%
rijpt er wel een eicel.
* de nuvaring: deze doe je 3 weken in de baarmoedermond en het geeft oestrogeen
en progesteron af= betrouwbaar.
*(hormoon)spiraaltje: voorkomt de innesteling van een zygote ( bevruchte eicel) en een hormoonspiraaltje geeft ook nog eens oestrogeen en progesteron af=
betrouwbaar.
* morning-afterpil: er zitten hoge concentraties hormonen die het innestelen
van de zygote tegengaat= zeer betrouwbaar.
* overtijdbehandeling: het baarmoederslijmvlies wordt hierbij weggezogen= zeer
betrouwbaar.
* steriliseren: bij mannen worden de zaadleiders vaak bij de zaadballen doorgesneden en afgesloten, bij vrouwen gebeurt dit bij de eileiders. Soms kan deze operatie nog worden teruggekeerd. Het heeft geen invloed op de productie van de geslachtshormonen en dus ook niet op de secundaire geslachtskernmerken= zeer betrouwbaar.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
Super goed! Bedankt!
10 jaar geleden
Antwoorden