Samenvatting Fysiologie en Farmacologie
Anton Scheurink
× Farmacologie: effecten van chemische stoffen op fysiologie.
Fysiologie: functioneren lichaam (moleculair/orgaan/omgeving).
Homeostase: Balans. Verstoring? Ziekte.
Setpoint (kan veranderen) & feedback
Integratieve fysiologie: alles is interactief.
Communicatielijnen: zenuwstelsel, bloed, lymfe, lucht.
× Bij fight/flight reactie verbruikt de actieve spier de vrijgemaakte energie, als dit niet gebeurt: hogere bloeddruk/opslag van vetten in vaatwand.
× Claude Bernard: internal milieu, Walter Cannon: homeostase (failure= pathology).
× Autocrien: cel beïnvloed zichzelf.
Paracrien: cel beïnvloed naburige cel.
(Neuro)Endocrien: Hormonen worden afgegeven aan bloed, is traag.
Hormonen worden gemaakt door endocriene klieren en werken op receptoren.
Neurotransmitters worden uitgescheden door neuronen en gaan over de synapsspleet. Neuronen gebruiken ook elektrische signalen.
Neurohormonen worden uitgescheden door neuronen in het bloed.
Gap junctions: Verbinding tussen cellen.
Contactafhankelijk signaal: membranen van twee cellen moeten contact met elkaar maken.
× Eilandjes van langerhans: paracrien: glucagon / endocrien: glucose- en vetopslag.
CCK wordt gemaakt in de darmen na het eten, paracrien: spijsverteringsenzymen / endocrien: insuline / neuraal: stimulatie afferente neuronen (parasympatisch)
Afferent= naar boven, efferent= naar beneden.
× Feromonen worden verwerkt door het vomeronasaal orgaan in de neus. (centrale receptor)
Neurotransmissie
Endocrien Systeem
Specifiek
Hele lichaam
Snel
Traag
Messengers leven kort
Messengers leven lang
Veel boodschappen
Weinig boodschappen
× Op het autonome zenuwstelsel hebben wij geen grip (hart, buik). Het gaat twee kanten op (informatie naar boven: wat gebeurt er beneden?). Het wordt gereguleerd door de hypothalamus. De sympaticus: uit het ruggenmerg (naar ventrikel/sinusknoop) parasympaticus: nervus vagus: naar sinusknoop.
Het verschil tussen de twee: Parasympaticus= één lange zenuw; de nervus vagus (preganlionair). Daarna een ganglion in het doelorgaan en een kort postganglionair (Muscarine-R) neuron.
Sympaticus: veel zenuwen uit het ruggenmerg (hier al ganglion), een lang postganglionair neuron.
Beide maken gebruik van een ganglion als schakelcentrum (Nicotine-R) en gebruiken preganglionair acetylcholine. Postganglionair gebruikt de sym noradrenaline en de para acetylcholine.
× Het bijniermerg (endocriene klier) is een ganglion + postganglionair neuron en geeft adrenaline aan het bloed af, en zorgt ook voor de vrijmaking van glucose. Meer adrenaline= minder noradrenaline.
× Geschiedenis hersenonderzoek: 7000 B.C: trepanatie. Hippocrates: het brein is het orgaan van sensatie. Aristoteles: het brein zorgt voor koeling. Galaneus onderzocht het brein d.m.v. hard/zacht. Descartes: het brein is een hydraulish systeem, stoel van de ziel. In 1751 vond Franklin de elektriciteit uit, toen kregen de verschillende kwabben een functie.
× Hersenstam: reflex, Cerebellum: evenwicht/motoriek, Grote hersenen/cerebrum:
Hypothalamus: beslissingen (autonome processen), Hypocampus: leren/geheugen, Amygdala: emotie/bewuste respons, Hersenschors: beslissingen, taal. (hogere hersenfuncties)
Frontale kwab: gedrag. Zintuigen enz. zitten achterin het brein.
× Vier modulaire systemen: adrenerg ((nor)adrenaline), cholinerg (acetylcholine), serotonerg (monoamines ((nor)adrenaline, dopamine, serotonine)), dopaminerg (dopamine)
Al deze stoffen en aminozuren (glutamaat, aspartaat, GABA en glycine) zijn neurotransmitters.
Monoamines zijn biogene amines die worden gemaakt uit tryptofaan en tyrosine, die op hun beurt uit voedingsstoffen worden gehaald. Dopamine en (nor)adrenaline heten ook wel catecholamines.
Klassieke neurotransmitters zijn snel afgegeven en –gebroken (heropname). Ook werken ze snel.
× Acetylcholine heeft heel veel functies. Er is een uitgebreid cholinerg netwerk in de hersenen, vooral bij geheugen, cognitie en leren. Het is preganglionair. (en postganglionair inde parasympaticus)
× Noradrenaline wordt gemaakt uit tyrosine en zorgt voor arousal (activatie). Het is postganglionair in het sympathische zenuwstelsel. Het bevindt zich vooral in de hersenstam, locus coeruleus A6 en A1, A2.
Adrenaline is praktisch hetzelfde, maar dan C1 t/m C3.
× Dopamine wordt ook gemaakt uit tyrosine en werkt in het nigrostriatale (motoriek, parkinson) en het mesolimbische (reward) systeem. Dopamine lijkt veel op (nor)adrenaline. Nigrostriataal systeem: Substantia Nigra à Basale ganglia. Mesolimbisch systeem: Ventral Tegmental Area à Prefontale cortex.
Mesolimbisch systeem: nicotine stimuleert de afgifte van dopamine in de hersenen. Drugs (cocaïne) zijn reuptake blokkers van dopamine/noradrenaline. Heroïne en nicotine veranderen het neuron dus daarom ontstaan er bij deze drugs afkick verschijnselen.
Er zijn verschillende theorieën over hoe verslaving werkt. Er is gebleken dat er een verschil is tussen liking en wanting. Wanting leidt tot verslaving. Motivatie is belangrijker dan reward.
× Serotonine wordt in de Raphe Nucleï gemaakt uit tryptofaan en verspreidt daarna over de hele hersenen. Het grootste gedeelte van de afgegeven serotonine wordt meteen weer opgenomen, reuptake blokkers (antidepressiva) voorkomen dit, zo blijft er meer serotonine in de synapsspleet (lange stimulatie) en is er te weinig in de synaps zelf. Prozac verhoogt het serotoninegehalte. Depressie= weinig serotonine, agressie= te veel serotonine.
× Neuronen zetten tyrosine om in actieve stof, de aanwezige enzymen bepalen wat het dan verder wordt.
× Glutamaat, aspartaat en glycine zijn excitatoire neurotransmitters, activeren alles. GABA is remmend, deactiveert alles.
NO (parasympatisch/spier relaxatie) en CO (kleine hersenen, reuk) zijn gasvormige neurotransmitters.
Endocannabinoïden worden gemaakt uit vetzuren als ze nodig zijn en worden meteen weer afgebroken. Ze gebruiken CB1- (overal) en CB2-receptoren (immuunsysteem).
× Neuropeptiden hebben een langere levensduur dan neurotransmitters want ze worden niet heropgenomen. Ook stimuleert het veel sterker. Het wordt samen met neurotransmitters afgegeven. Ook: safetymechanism. Neuropeptiden hebben specifieke functies.
Endogene opiaten/endorfines zijn vaak in de buurt van het reward systeem. Ze zijn vaak presynaptisch en pijnstillend. Naloxon is een antagonist die euforie voorkomt. Opium lijkt niet op bijvoorbeeld morfine maar ze werken hetzelfde.
× VMH zorgt voor het verzadigingsgevoel, bij afwezigheid obesitas/veelvraat. LHA zorgt voor hongergevoel bij afwezigheid vermagering/te weinig eten. Feedback door hormonen en fuels.
× CCK (neuronen) is een veelzijdig maar kortdurend signaal. Het gaat via de vagal afferentes (parasympaticus) naar de hersenen. Ghrelin (maag) stimuleert voedselopname, kleinere maag= minder ghrelin.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden