Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Boek 1a

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 1067 woorden
  • 10 januari 2016
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
12 keer beoordeeld

Biologie paragraaf 1

De meeste organismen zijn opgebouwd uit organen. Organen zijn opgebouwd uit cellen, een orgaan is een deel van een organisme met 1 of meerdere functies, in een torso(dat is een model van de romp van een mens) het middenrif van de mens zit tussen de borstholte en de buikholte in, in de borstholte zitten onder andere; hart, longen, slokdarm en de luchtpijp, in de buikholte; zit ook de slokdarm, dikke darm, dunne darm, maag, nieren. Elk orgaan is anders organen met de zelfde functie heet een organenstelsel, het verteringstelsel is een voorbeeld van een organenstelsel bij de mens, daarin zitten de; de maag, de dikke darm, dunne darm, de lever, de slokdarm. Een orgaan is een deel van een organisme met 1 of meerdere funties.

 

Biologie paragraaf 2

Organen zijn weer opgebouwd uit cellen, cellen zijn erg klein, je kunt ze alleen zien met een microscoop, cellen zien er dan plat uit alleen in het echt lijken ze net een doosje, cellen hebben allemaal een andere vorm en andere functies, cellen met de zelfde functies en zelfde vorm worden weefsels genoemd. Voorbeelden daarvan zijn spierweefsel, kraakbeenweefsel, beenweefsel, zenuwweefsel, in zo’n weefsel liggen cellen niet tegen elkaar aan cellen in zo’n weefsel bestaan uit levend materiaal. het materiaal wat daar tussen ligt heet tussencelstof en dat bestaat uit dood materiaal. Een weefsel is een groep cellen met de zelfde vorm en functies. vaak komt daar tussencelstof in voor.

 

Biologie paragraaf 3

Met een microscoop kan je dingen te zien krijgen die heel klein zijn zoals cellen, als je wilt kijken met een microscoop moet het zo dun zijn dat je er eigenlijk bijna door heen kan kijken, je pakt de microscoop vast bij het statief dat is het grootste en zwaarste van de hele microscoop, je kijkt door het oculair, het oculair vergroot vaak 10x of 5x vaakst 10x het oculair zit los dus hou het nooit ondersteboven! De buis waar het oculair in zit heet de tubus, aan de tubus aan de onderkant zit de revolver aan de revolver zitten objectieven, meestal 3. Een revolver kan je draaien, je begint te kijken door de eerste objectief, die vergroot vaak 4x. als je dan een oculair hebt met 10x en je kijkt door de eerste vergroting vergroot dat 40x, de tweede is vaak 10x en de laatste 40x. als je scherp wilt stellen gebruik je de grote en kleine schroef, als je begint zorg dan dat de tafel helemaal naar beneden staat. De tafel is het stukje waar het preperaat op ligt, als het helemaal naar beneden staat draai de vergroting 4x voor en ga je met de grote schroef scherp stellen, is dat gelukt dan ga je verder met de 10x en dan ga je alles met de kleine schroef doen. Onder de tafel zit een lampje hierdoor krijg je genoeg licht voor alles met het diafragma kan je de hoeveelheid licht aanpassen door er aan te draaien.

 

 

Biologie paragraaf 4

(uitleg paragraaf dus geen samenvatting)

 

 

Biologie paragraaf 5

Cellen zien er verschillend uit. Zo is er een verschil tussen plantaardige cellen en cellen van mensen en dieren, in elke plantaardige cel zit cytoplasma ook wel celplasma genoemd ook heb je kernplasma. Cytoplasma is een stroperige vloeistof, die bestaat uit water en allerlei andere opgeloste stoffen, de buitenste laag is het celmembraan. In het cytoplasma bevindt zich ook de celkern, die bestaat uit kernplasma de buitenste laag daarvan is weer de kernmembraan. De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt. De meeste cellen hebben ook een vacuole dat zit vaak in het midden van de cel en is best wel groot. Een vacuole is een blaasje met vocht, het cytoplasma wordt helemaal aan de buitenkant stevig door de celwand alleen die sluiten vaak niet perfect op elkaar aan dus ontstaan er intercellulaire ruimtes. Die zijn gevuld met lucht. In het cytoplasma kunnen plastiden zitten, er zijn 3 verschillende soorten korrels, bladgroenkorrels; deze komen onder andere voor in bladeren en zorgen dat de bladeren en planten er groen uitzien, in de bladgroenkorrels vindt fotoshynthese plaats. De tweede is kleurstofkorrels, die komen voor in bloemen van vruchten met een gele oranje of rode kleur, kleurstofkorrels geven de opvallende kleur, Zetmeelkorrels is de laatste die komen onder andere voor in aardappelen, deze korrels zijn kleurloos en slaan zetmeel op, Plastiden kunnen van het ene type overgaan in een andere bijvoorbeeld als een tomaat onrijp is groen rijp is rood.

 

Biologie paragraaf 6

Een dierlijke cel is weer heel anders opgebouwd dan de plantaardige cel, deze cel bestaat vooral cytoplasma, net zoals de plantaardige cel bestaat deze buitenkant ook uit celmembraan. In het cytoplasma bevindt zich de celkern, deze bestaat ook uit kernplasma. De buitenste laag is kernmembraan.

 

Biologie paragraaf 7

Mensen groeien het eerste deel van hun leven. Planten kunnen hun hele leven groeien, maar ook als er geen groei meer is kunnen er meer cellen komen. Bijvoorbeeld als een wond zich hersteld. Vaak gaat de vorming van nieuwe cellen op dezelfde manier namelijk zo: eerst deelt de celkern in tweeen.(heet kerndeling) dan deelt de cel zich in tweeen(celdeling) er zijn dan uit 1 cel twee nieuwe cellen onstaan: de dochtercellen, daarna vindt de plasmagroei plaats en wordt de dochtercel even groot als een moedercel. Een celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt, in een celkern liggen chormosonen, het zijn lange dunne draden, ze liggen dwars door elkaar, het meeste bestaat uit DNA. Als een cel zich gaat delen kan je de chromosomen goed zien. Chromosomen hebben de erfelijke eigenschappen bijvoorbeeld de kleur van je ogen of van je haar. Alle chromosomen in een celkern bevatten samen alle informatie over je lichaam. In elke celkern zitten er 46. Deze cellen waarvan het lichaam is opgebouwd heten lichaamscellen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Mensen groeien het eerste deel van hun leven. Planten kunnen hun hele leven groeien, maar ook als er geen groei meer is kunnen er meer cellen komen. Bijvoorbeeld als een wond zich hersteld. Vaak gaat de vorming van nieuwe cellen op dezelfde manier namelijk zo: eerst deelt de celkern in tweeen.(heet kerndeling) dan deelt de cel zich in tweeen(celdeling) er zijn dan uit 1 cel twee nieuwe cellen onstaan: de dochtercellen, daarna vindt de plasmagroei plaats en wordt de dochtercel even groot als een moedercel. Een celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt, in een celkern liggen chormosonen, het zijn lange dunne draden, ze liggen dwars door elkaar, het meeste bestaat uit DNA. Als een cel zich gaat delen kan je de chromosomen goed zien. Chromosomen hebben de erfelijke eigenschappen bijvoorbeeld de kleur van je ogen of van je haar. Alle chromosomen in een celkern bevatten samen alle informatie over je lichaam. In elke celkern zitten er 46. Deze cellen waarvan het lichaam is opgebouwd heten lichaamscellen.

 

 

Biologie paragraaf 8

Voor fotosynthese is water en koolstofdioxide nodig, water komt vooral binnen via de wortelharen onder de grond. Koolstofdioxide daarin tegen komt binnen via de huidmondjes, dat zijn kleine openingen die vaak aan de onderkant van een blad zitten. De boven en onder kant van een blad wordt de opperhuid genoemd. Via de huidmondjes komt dus koolstofdioxide binnen, dat is nodig bij fotosynthese. Daarbij ontstaat zuurstof. Zuurstof kan de plant of het blad ook weer uit via de huidmondjes. Als bladeren slap worden omdat het water verdampt dat verdampen gebeurt vooral bij de huidmondjes. Als dat dreigt te gebeuren gaan de huidmondjes dicht.

 

REACTIES

F.

F.

Dit is alleen hoofdstuk 3 Organen en Cellen.....

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.