Biologie voor jou klas 3 hoofdstuk 2.7

Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Soa’s heten ook wel geslachtsziekten.

Soa’s

Je kan alleen een soa krijgen als je met iemand naar bed gaat die besmet is met een soa.

De meest voorkomende soa is chlamydia.

De meest bekende soa is aids.

Andere voorkomende soa’s zijn genitale wratten, gonorroe (druiper) en syfilis.

Candida wordt veroorzaakt door een schimmel. Het is alleen niet seksueel overdraagbaar.

Je hebt last van candida als je last van afscheiding hebt en jeuk aan de vagina of penis.

Chlamydia

Chlamydia komt vooral bij jongeren tussen de 15 en 30 jaar voor. De bacterie komt in de urinebuis en de baarmoederhals voor.

De chlamydiabacterie kan een ontsteking aan de anus, de baarmoedermond en de urinebuis veroorzaken.

Bij de mannen kan het een afscheiding uit de penis, pijn bij het plassen en pijn in de balzak veroorzaken.

Bij de vrouwen kan het pijn bij het plassen, bij het vrijen en in de onderbuik veroorzaken.

Chlamydia is het makkelijkst te genezen met antibiotica.

HIV en aids

Aids (acquired immune deficiency syndrome) is één van de bekendste soa’s.

Het is zo bekend omdat het een dodelijke afloop heeft. Aids wordt veroorzaakt door het virus hiv (human immunodeficiency virus). Dit maakt het afweersysteem van je lichaam kapot.

Aids en hiv zijn niet hetzelfde. Iemand met hiv is besmet met het virus. Als iemand met hiv ziekteverschijnselen krijgt, noemen we het aids.

Er kan een bloedonderzoek worden gedaan. Het is seropositief als het virus aanwezig is in het bloed. Iemand die seropositief is, wordt direct doorverwezen naar het hiv-behandelscentrum. Daar wordt regelmatig een bloedonderzoek gedaan om te kijken hoe het virus zich ontwikkeld.

Er zijn ook nog aidsremmers. Die zorgen ervoor dat je je langer goed blijft voelen. Het virus gaat zich minder snel delen door aidsremmers.

Er is alleen nog geen geneesmiddel tegen het virus. Het virus verandert namelijk steeds een klein beetje en daarom is het lastig om een geneesmiddel te maken. Genezen van hiv is dus onmogelijk.

Je kan hiv krijgen via bloed, sperma, vaginaal vocht of voorvocht van een besmette persoon. De meeste besmettingen komen door het seks hebben zonder condoom. Druggebruikers kunnen elkaar besmetten door hun naalden en spuiten.

Je kan NIET besmet worden door niezen, hoesten, zoenen of door elkaars bestek te gebruiken.