Biologie H8
- 1
Alles wat je doet is gedrag. In je hersenen word je je bewust van een prikkel. Zintuigen reageren op prikkels, waardoor impulsen via zenuwen naar je hersenen gaan. Vervolgens reageer je op de prikkel. Er gaan dan impulsen naar spieren of klieren. Zon reactie heet een respons.
Het bestuderen van gedrag moet objectief gebeuren. Dat wil zeggen dat alleen werkelijk gebeurde feiten mogen vermeld, geen meningen van de waarnemer.
De studie van gedrag heet ethologie
Een beschrijving van handelingen van een dier heet een ethogram. Tijdens het uitvoeren van het onderzoek maakt de onderzoeker een lijst van de handelingen van het dier. Zo’n lijst heet een protocol
Gedrag bestaat vaak uit een aantal handelingen. Als gedrag uit een serie handelingen in een vast volgorde bestaat, spreken we van een gedragsketen. Gedragsketens zijn vaak te zien bij het paringsgedrag [balts]
- 2
De prikkel voor het gedrag van Maarten is trek hebben. Deze prikkel is in het lichaam van Maarten is zelf ontstaan. Zo’n prikkel heet een inwendige prikkel. Prikkels die je met je zintuigen waarneemt, worden uitwendige prikkels genoemd.
Een inwendige prikkel wordt vaak de motivatie genoemd. De motivatie bepaalt of gedrag wel of niet wordt vertoond. Als de motivatie ontbreekt, wordt het gedrag niet vertoond.
Een sleutelprikkel is een prikkel die een bepalende rol speelt het veroorzaken van een bepaald gedrag. Sleutelprikkels wekken bij een dier sterker een bepaald gedrag op dan andere soortgelijke prikkels
Een prikkel die een sterke respons veroorzaakt dan de normale sleutelprikkel, wordt een supranormale prikkel genoemd
Het gedrag van mensen die producten kopen, noemen we consumentengedrag
- 3
Gedrag kan door erfelijke factoren en door leerprocessen worden bepaald. Als erfelijke factoren gedrag bepalen, is dat aangeboren gedrag. Aangeboren gedrag wordt bij dieren vaak instinct genoemd. Als gedrag ontstaat door leren, is dat aangeleerd gedrag.
Er zijn verschillende vormen van leren. Bij gewenning wordt een bepaalde reactie op een prikkel afgeleerd of aangeleerd door de prikkel vaak te herhalen.
Een andere manier van leren is inprenting. Bij inprenting is er een korte periode in het leven van het dier [ de gevoelige periode] waarin een bepaald gedrag wordt geleerd. Het leren herkennen van ouders of soortgenoten berust bij veel diersoorten op inprenting
Het leren van toevallige ontdekkingen heet trial and error of proefondervindelijk leren.
Het aanleren van gedrag door beloning of start wordt conditionering genoemd
- 4
Het afgeven van signalen is een vorm van communicatie. Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar noemen we sociaal gedrag.
Zodra er gevaar dreigt, geven de wachters alarmsignalen af. Zij hebben als taak de groep te waarschuwen. Dit is een voorbeeld van taakverdeling
Een eigen gebiedje van een dier heet een territorium. Veel dieren vormen een territorium zodat ze voldoende voedsel of ruimte hebben om nakomelingen te kunnen groot brengen
Veel dieren die een territorium verdedigen, vertonen op de grens ervan dreiggedrag als een indringer nadert. Dreiggedrag bevat vaak kenmerken van zowel aanvalsgedrag als vluchtgedrag
Paringsgedrag bestaat bij veel dieren uit baltsgedrag, gevolgd door de paring. Baltsgedrag is bedoeld om een partner aan te trekken en om de de motivatie voor paring te vergroten. Beide dieren zullen door de grotere motivatie sterk geneigd zijn om met elkaar te paren
Het verzorgen van de eieren en jongen heet broedzorg
In een groep bestaat vaak uit een bepaalde rangorde. Een rangorde voorkomt veel conflicten tussen de dieren, bijvoorbeeld over voedsel. Bij een groep kippen is er 1 die naar alle andere hennen pikt. Deze hen verdringt alle andere hennen bij het verkrijgen van voedsel. Deze hen is de meest dominante. De rangorde bij kippen wordt pikorde genoemd
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden