Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Thema 2, 5, 6

Beoordeling 0
Foto van Lisanne
  • Samenvatting door Lisanne
  • 5e klas havo | 845 woorden
  • 12 april 2021
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
De ultieme examengids voor mensen die echt niet willen slagen

Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk. 

Bekijk de tips

Biologie samenvatting BVJ

Thema’s 2 BS 3&4, 5, 6 BS 1&2

THEMA 2

GESLACHTSHORMONEN

Hormoonklieren geven sappen af aan het bloed. Deze hormonen zijn stoffen die de werking van het lichaam regelen. Geslachtshormonen regelen de verschillende aspecten van de voortplanting. Ze zorgen voor secundaire geslachtskenmerken, stimuleren de aanmaak van zaadcellen en regelen de menstruatiecyclus. Ook hebben de geslachtshormonen invloed op je emoties.

HYPOFYSE EN HYPOTALAMUS

De hypofyse is een hormoonklier die in het midden van je hoofd, onder de hersenen bevindt. De hypofyse geeft onder andere stimulerende hormonen af die andere hormoonklieren beïnvloeden. In de puberteit maakt het lichaam zich klaar voor voortplanting en gaat de hypofyse geslachtshormonen aanmaken.

Bij veel hormonen die de hypofyse afgeeft, speelt de hypothalamus een belangrijke rol. De hypothalamus is een deel van de hersenen dat direct boven de hypofyse ligt. Het werkt als een regelcentrum. De hypothalamus geeft hormonen af die de hypofyse stimuleert om bepaalde hormonen te maken, zoals het follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH). Bij de voortplanting spelen deze twee hormonen een grote rol. Ze regelen onder andere de productie van geslachtshormonen in de teelballen en eierstokken.

REGELING BIJ DE MAN

Onder invloed van het hormoon GnRH (gonadotropine releasing hormoon) uit de hypothalamus maakt de hypofyse de hormonen LH en FSH aan.

Man

Werking hormoon

LH

Stimuleert de vorming van zaadcellen in de wand van de zaadbuisjes

FSH

Stimuleert de cellen in de teelballen om testosteron te produceren

Testosteron zorgt voor de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken en stimuleert de productie van zaadcellen. Bij een bepaalde concentratie wordt de aanmaak van GnRH geremd. Daarmee dus ook LH en FSH. Hierdoor daalt de testosteronconcentratie in het bloed.

REGELING BIJ DE VROUW

Tijdens de puberteit worden meisjes voor het eerst ongesteld. Kenmerkend voor de menstruatie is bloedverlies dat ongeveer maandelijks optreedt. De binnenkant van de baarmoeder is bekleed met een slijmlaag: het baarmoederslijmvlies.

Elke maand wordt het baarmoederslijmvlies opgebouwd en weer afgebroken als een vrouw niet zwanger raakt. De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 28 dagen.

HCG

Na een bevruchting produceert het gele lichaam nog drie maanden progesteron onder invloed van het hormoon HCG. HCG is een afkorting van humaan choriongonatropine. Dit hormoon wordt in de eerste weken na de bevruchting door het “kind” gevormd. Na drie maanden sterft het gele lichaam af. In de periode daarna wordt HCG door de placenta gemaakt. De placenta neemt de progesteronproductie over. Progesteron houdt de zwangerschap in stand. Door progesteron blijft het baarmoederslijmvlies dik en klierrijk. Er treedt geen menstruatie op. Progesteron remt de afgifte van LH en FSH door de hypofyse. Hierdoor komen er in de eierstokken geen nieuwe follikels tot rijping en treedt er geen ovulatie op. Ook zorgt progesteron voor de ontwikkeling van melkklieren in de borsten.

THEMA 5

Homeostase= het constant houden van bloedwaardes en lichaamstemperatuur.

Hormoonklier= productie van hormonen, Hormoonklier = endocardium

Pancreas = alvleesklier

Positieve terugkoppeling= het hormonen proces wordt versterkt.

Negatieve terugkoppeling= proces wordt bijgestuurd, meestal gaat het om een remming.

            Zenuwstelsel

  • Centrale zenuwstelsel
  • Perifere zenuwstelsel, zenuwen in de ledematen

Neuronen= zenuwcel

In het cellichaam bevindt zich de celkern.

Uitlopers leiden de impuls voort.

Soorten uitlopers: dendrieten en axonen.

  1. Zintuig (receptor) = een prikkel omzetten in een impuls
  2. Gevoelsneuron = van zintuig naar centraal zenuwstelsel
  3. Schakelneuronen = in het centraal zenuwstelsel
  4. Bewegingsneuron = van centraal zenuwstelsel naar een spier
  5. Spier (effector)

Alles of niets wet

Of er wordt een impuls gevormd door het zintuig of er wordt geen impuls gevormd.

Ook wel 0 of 1 (binair) aan of uit.

Autonoom = onbewust

Automaal = bewust

Bewuste reactie: eerst een impuls naar de hersenen, daarna naar de spieren

Reflex: eerst impuls naar de spieren, daarna naar de hersenen.

Hersenen:

  • Grote hersenen: bewuste reacties, prikkelverwerking
  • Kleine hersenen: coördinatie spieren
  • Hersenstam: reflexen

Glad spierweefsel = autonome gedeelte

Dwarsgestreept spierweefsel = automale gedeelte

Eiwitten -> actine en myosine

Samentrekking spier -> kort en dik

Ontspanning spier -> lang en dun

Parasympatisch zenuwstelsel = het parasympatische zenuwstelsel is het deel van het autonome zenuwstelsel dat de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam in een toestand van rust en herstel kan komen. Het heeft hiermee een tegengestelde functie aan het andere deel van het autonome zenuwstelsel, het orthosympathische zenuwstelsel.

Het orthosympathische deel zorgt bij activiteit van het lichaam onder andere voor een hogere hartslagfrequentie, dilatatie van de bloedvaten in de spieren en een hogere ademfrequentie, maar remt de spijsvertering. Wanneer het orthosympathische zenuwstelsel niet actief is dan is het lichaam in rust, de spijsvertering is dan juist wel actief.

THEMA 6

Zintuigen: prikkels omgezet in impulsen, als de prikkel sterk genoeg is

Sterk genoeg => zintuigcellen

Adequate prikkel= zintuig die het gevoeligste is voor die bepaalde prikkel

Gele vlek= zie je het scherpst mee, meeste zintuigcellen

Blinde vlek= zie je niets mee, geen zintuigcellen

BINAS

  • Thema 2, 67K, 86A,B,C,E
  • Thema 5, 67K, 80E, 80A,B,C,F,G,I,J,K,L 90B,C,D 89A,C, 88A,L
  • Thema 6, 87C

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Lisanne