6.11 vocabulariumoefening

Beoordeling 1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas aso | 292 woorden
  • 15 mei 2016
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 1
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Twijfel je nog over jouw studiekeuze?

Of heb je hulp nodig bij het inschrijven? Bezoek dan onze Extra Open Avond op 7 juni. Kom een kijkje nemen en voel hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland. Wij staan voor je klaar! 

Meld je aan!

6.11 Vocabulariumoefening

1. Sorteer en vertaal.

Abicere-transire-providere-imponere-conferre-deducere-egredi-accedere-superesse-circumvenire

AB

AD

CIRCUM

CON

DE

ABICERE

-weggooien

ACCEDERE

-gaan naar

CIRCUMVENIRE

-omsingelen

CONFERRE

-samenbrengen

DEDUCERE

-naar beneden brengen

E(X)

IN

PRO

SUPER

TRANS

EGREDI

-weggaan

IMPONERE

-leggen op

PROVIDERE

-voorzien

SUPERESSE

-over zijn

TRANSIRE

-oversteken

2. geef de letterlijke en de figuurlijke betekenis.

1.  inire                binnengaan                 beginnen

2. tradere            overleveren                toevertrouwen

3. suscipere        op zich nemen            ondernemen

4. inferre             brengen naar              veroorzaken

3. a Geef de letterlijke betekenis.

    B Vul aan met de (overige betekenissen uit je woordenlijst.

1. remittere       terugzenden             laten gaan

2. contendere    samenspannen        wedijveren, zich inspannen

3. discedere       uiteengaan              weggaan

4. dimittere        wegzenden              laten gaan

5. differre           wegbrengen            verspreiden, uitstellen, verschillen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.