Paragraaf 3.1 en 3.2

3.1 Ziek & Gezond “Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte en gebrek.” Er bestaan meningsverschillen over wat ziek is, als je longontsteking hebt, ben je ziek. Maar wat als je je been hebt gebroken. Een dokter vinden iemand meestal pas ziek als ze het objectief vast kunnen stellen, terwijl er genoeg subjectieve klachten zijn waar niets tegen te doen is, zoals jeuk, stress en moeheid. 2% van alle Nederlanders klaagt geregeld over abnormale moeheid. Meestal is de reden een ziekte, slecht slapen, stress, spanning of helemaal niets doen. En je hebt het raadsel ME, chronische vermoeidheid ook wel genoemd, dat nog steeds niet opgelost is door doktoren. Er bestaan onder de mensen ook veel verschillende opvattingen, vooral over hoe je een ziekte/zieke behandeld. Allochtonen in Nederland hebben vaak andere opvattingen hierover. Maar ook de geneeswijze is verschillend, het oosterse denken heeft daar ook ideeën over. Alternatieve geneeswijzen zijn daar vaak op gebaseerd. In dit oosterse denken is evenwicht het belangrijkste. Yin en yang moeten gelijk zijn. Als je ziek bent, heb je ergens te veel van en moet je van dat minder eten of doen. In de acupunctuur worden meridianen onderscheiden in je lichaam, 12 zijn er yin, 12 zijn er yang. Als er in de yin meridianen prikt, kan de acupuncturist een teveel aan die energie af laten vloeien. Bij elke hartslag wordt er 30-60 gram bloed in je aders gepompt, met een snelheid van 7 m/s. Epidemiologen zijn artsen die cijfertjes vergelijken om zo tot conclusies te komen over hoe en waarom ziektes ontstaan. Een beroemd voorbeeld is het roken en longkanker krijgen. Een veelvoorkomende vraag is “Nadat of omdat?” Als eerst A gebeurd en daarna B, hoeft dat niet betekenen dat B een gevolg van A is. Voorbeeld: Toen het aantal ooievaars in Nederland afnam, nam ook het aantal baby’s af. De westerse geneeskunde is sterk veralgemeniseerd, dat betekend dat artsen weinig aandacht schenken aan de persoon om de ziekte. Maar meer gewoon aan de ziekte, waardoor mensen het idee krijgen als nummer behandeld te worden, daarom ook is de oosterse geneeskunst in opmars aan het komen. 3.2 Ziekte als raadsel In juli 1846 merkt de Hongaarse dokter Semmelweis op dat op zijn afdeling (waar dokters werken) in een ziekenhuis 2x zoveel vrouwen doodgaan aan kraamvrouwenkoorts dan op de afdeling waar vroedvrouwen werken. Hij legt zich hier niet bij neer en gat het onderzoeken. Pas wanneer er 30% van de vrouwen doodgaat, stelt het ziekenhuis een onderzoek in en concludeert dat het veroorzaakt wordt door overbevolking op de 1e afdeling (200 meer). Maar de beddichtheid is groter op de 2e afdeling. Semmelweis snapt er niks van. Hoewel hij elke ochtend eerst in lijken gaat snijden met studenten… Dan bedenkt hij dat de vrouwen op de 2e zijliggend bevallen, en bij hem rugliggend. Maar dat is niet de oorzaak blijkt uit een experiment. Semmelweis bemerkt dat vrouwen die al op straat zijn bevallen zelden kraamkoorts krijgen. Nu snapt hij dat het IETS moet zijn dat op zijn afdeling de ziekte veroorzaakt, maar wát weet hij niet. In mei 1847 sterft zijn collega Kolletschka aan kraamkoorts, hij was met een mes geprikt waar zojuist lijkschouwing mee was gedaan. Hij is besmet met de fatale lijkdeeltjes van de dode vrouwen. Voortaan moet iedereen dus na een lijkschouwing zijn handen wassen met chloor. En ja, het dodenaantal loopt terug. Dan loopt het terug tot 1 op de 100 dode in juli 1847. Als er dan weer een opleving komt in de kraamkoorts, merkt hij dat er eentje een Ook na elk onderzoek moeten voortaan de handen gewassen worden. Semmelweis leverde het bewijs dat goede hygiëne een hele hoop zieke en doden bespaard. Hedendaags worden de experimenten niet meer met mensen uitgevoerd (met een enorm risico op nog meer doden), maar op proefdieren. Een andere/volgende onderzoekmethode is het gebruiken van een placebo, een nepmedicijn, zo kunnen artsen kijken (zonder het te weten) of het medicijn echt werkt en het de ziekte niet gewoon weggaat, of dat het psychologisch heeft gewerkt (de mensen dachten dat het zou werken dus werkt het ook). Als het resultaat bij het echte medicijn beter is dan werkt het medicijn.