Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 7, 9 en 10

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 5341 woorden
  • 4 juli 2005
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
12 keer beoordeeld

7.3 Heelal: Beelden van het heelal

1. Aristoteles (340 v. Chr)
- aarde is een bol
- aarde staat stil, rest draait eromheen

2. Copernicus (1514)
- zon is middelpunt
- aarde/planeten draaien rond zon

3. Newton (1687)
- wet van universele zwaartekracht
- door zwaartekracht (Fz) draait maan rond de aarde

voor de 20e eeuw
heelal heeft altijd bestaan in onveranderlijke toestand (statisch heelal)

vanaf de 20e eeuw
o.a. door dhr. Hubble (1929)

- heelal dijt uit (blijft groeien)
- ong. 13 miljard geleden ontstaan oerknal

Huidige beeld heelal bestaat uit deel theorieën
- Newton’s zwaartekracht theorie
- Einstein’s relativiteitstheorie
- Kwantummechanica

Ontstaan van een ster:
- ontstaan uit samentrekken gaswolken door Fz (=zwaartekracht)
- evenwicht tussen Fz en tegendruk gaswolken a new star is born!
- dichtstbijzijnde ster: zon: middelgrote ster
- door sterke Fz en tegendruk enorme krachten en extreem hoge Temperatuur: kernfusies. In zon H (=waterstof) He (=Helium) C (=koolstof) O (=zuurstof) Fe (=ijzer)
- kernfusies leveren warmte + licht
- Fe is eindstadium geen kernfusies meer
- Na stoppen kernfusies Fz overwinnen IMPLOSIE

- Implosie leidt tot schokgolf: supernova
- Wat overblijft
- witte dwerg - zwart gat
- neutronenster

9.1 DNA (=Desoxyribose Nculeine Zuur (Acid)

verpakt in chromosomen in celkern

Mens: - in alle celkernen 46 chromosomen
- 23 van pa
- 23 van ma
- DNA bevat erfelijke info met codes voor het maken van eiwitten stukje DNA voor 1 eiwit: gen
vb. chromosomen

- DNA – molecuul
- zeer lang
- lijken op spiraaltrap
- kunnen gekopieerd worden

Paragraaf 7.1
De posities van de hemellichamen kunnen je iets vertellen over de plaats op aarde, de tijd en de dag van het jaar. De aarde draait in 24 uur om haar as, en de maan draait in 29,5 dagen om de aarde. Maan en aarde draaien samen in 1 jaar om de zon.
Er zijn twee manieren om een kalender te maken: De eerste gaat uit van de maan (in de tijd dat de maan om de aarde draait zie je vanaf de aarde verschillende fasen van de maan), de tweede van de zon (doordat de zon langs de hemel beweegt, verandert de plaats en de lengte van de schaduw van een stok op de grond).

De zon legt de duur van een jaar vast. In ongeveer 365,25 dagen beweegt de aarde 1x rond de zon. Deze periode heet het zonnejaar. Er passen alleen niet een volledig aantal maanomlopen in een zonnejaar en ook zitten er niet een volledig aantal dagen in. Tegenwoordig wordt in alle landen de Gregoriaanse kalender gebruikt. In ons kalenderjaar zitten 12 maanden met elk 30 of 31 dagen. Alleen de maand februari telt er 28 en eens in de 4 jaar 29. Hierdoor blijft ons jaar in de pas met het zonnejaar.
In Berlijn komt de zon later op dan in Moskou. Daarom had iedere plaats op aarde zijn eigen tijd. Tegenwoordig wordt het internationale tijdzonesysteem gebruikt. De wereld is onderverdeeld in 24 tijdzones van ieder één uur (zie blz. 91)
De zon beweegt gedurende een dag in een baan langs de hemel. In de zomer staat de zon hoger dan in de winter. Ook de plaats waar de zon opkomt en ondergaat, verandert gedurende een jaar. Wanneer de zon lager aan de hemel staat, valt het zonlicht vlakker en verwarmt de straling het aardoppervlak minder snel. Daarom is het ’s winters kouder dan ’s zomers. (zie blz. 92)
Om de seizoenen te kunnen verklaren, is het nodig het model van de beweging van de zon, maan en aarde verder uit te breiden. De denkbeeldige aardas tussen de noord- en zuidpool maakt een hoek van 23,5 graden. Terwijl de aarde om de zon draait, blijft de aardas altijd in de richting van de Poolster wijzen. Door deze scheve stand van de aardas zijn plekken op aarde afwisselend meer en minder naar de zon gericht (zie figuur 7.5 op blz. 93). Als het in Nederland bijvoorbeeld zomer is, is het in Australië winter.

Paragraaf 7.2
De beweging van de maan speelt een grote rol bij het verklaren van eb en vloed. De afwisseling van stijgen (vloed) en het dalen (eb) van het zeeniveau heet het getij. Als het water niet meer stijgt en ook nog niet aan het dalen is, keert het getij. Dan wordt het eb en stroomt het water weg van de kust. Deze stroming wordt de ebstroming genoemd en heeft een snelheid van zo’n 1 tot 2km/u. De afwisseling van het getij is ook belangrijk voor de scheepvaart. Het getij heeft een periode van 12 uur en 25 minuten.

De maan veroorzaakt het getij. Maan en aarde trekken elkaar aan door de zwaartekracht. De zwaartekracht wordt kleiner als de afstand groter wordt. De getijkrachten proberen de aarde tot een eivorm uit te rekken. Met het aardoppervlak van de continenten lukt dat niet, maar het zeewater “vervormt” wel. Aan zowel de kant van de aarde die naar de maan is toegekeerd, als aan de tegenovergestelde kant komt het water hoger te staan. Voortdurend verschuift de plaats waar het hoogwater is omdat de aarde ronddraait. Zo wordt het overal twee keer per dag eb en vloed. Ook zon en aarde trekken elkaar aan. Eb en vloed worden daarom ook door de zon beïnvloed. Maar de zon staat veel verder weg van de aarde dan de maan. Daarom is de aantrekkingskracht lang niet zo groot. Wanneer zon, maan en aarde op één lijn staan, versterken het getij van de zon en van de maan elkaar. Vanaf de aarde gezien is het dan volle maan of nieuwe maan. Als beide getijden elkaar versterken is er sprake van springtij. In geval van eerste of laatste kwartier werken beide getijden elkaar juist tegen en is het doodtij. (zie blz. 97)
Terwijl de maan om de aarde draait, gebeurt het soms dat zij voor de zon schuift en het zonlicht tegenhoudt. De zon wordt dan verduisterd. Een zonsverduistering duurt hooguit zo’n 7 minuten. Tijdens een zonsverduistering is het altijd nieuwe maan. Wanneer het volle maan is, staan zon, aarde en maan ook op één lijn. Tijdens volle maan staat de aarde namelijk tussen de zon en de maan in. Als de volle maan in de schaduw van de aarde kruipt, kan het zonlicht de maan niet meer bereiken en is het dus een maansverduistering. Een maansverduistering duurt zo’n drie kwartier. Niet elke zons- of maansverduistering is te zien. De maanbaan staat namelijk schuin op het vlak waarin de aarde om de zon draait. Soms kan het dus zo zijn dat de nieuwe maan wel tussen de aarde en de zon staat, maar dan net boven- of onderlangs gaat. Hierdoor wordt de zon dan niet verduisterd (zie model op blz. 99).
In het midden van ons zonnestelsel staat de zon. Rondom de zon draaien 9 planeten in ellipsvormige banen. Om de meeste planeten draaien manen. Tussen de zon en de aarde draaien twee planeten: Mercurius en Venus. Zij worden de binnenplaneten genoemd. De planeten die verder weg staan, heten buitenplaneten. Tussen de planeten Mars en Jupiter bevinden zich een gordel van duizenden brokstukken, dat zijn planetoïden. Planeten verschillen in veel opzichten van elkaar (zie blz. 101).


Paragraaf 7.3
De zon heeft een diameter van ongeveer een miljoen kilometer en is daarmee het grootste hemellichaam in het zonnestelsel. De zon is een ster. Sommige andere sterren zijn kleiner dan de zon, anderen groter.
Een belangrijk kenmerk van sterren is dat ze licht geven (in tegenstelling tot planeten die licht weerkaatsen). Sterren zijn heel erg heet. Dit komt omdat ze zo groot zijn. Want hierdoor is hun zwaartekracht ook heel groot. Dit heeft tot gevolg dat in het binnenste van de sterren de druk en de temperatuur extreem hoog zijn. Sterren bestaan uit gloeiend hete gassen. Het meest voorkomende gas is waterstof. Waterstofatomen schieten in de kern door de hoge temperatuur zo hard door elkaar heen, dat ze met enorme snelheden tegen elkaar botsen. Door zo’n hard botsing kan kernfusie optreden. Hierbij smelten atomen dan samen tot een groter atoom. Botsende waterstofatomen vormen zo een heliumatoom. Bij de klap komt energie vrij in de vorm van warmte en licht.
In het heelal bevinden zich grote ijle wolken waterstofgas. Sterren ontstaan doordat deze gaswolken onder invloed van hun eigen zwaartekracht samentrekken. Op een bepaald moment is de gaswolk zover gekrompen en de temperatuur in het centrum zo hoog geworden, dat er kernfusie optreedt. Hierdoor ontstaat in het binnenste van de gaswolk een tegendruk die zo groot wordt, dat de gaswolk niet langer samentrekt. Er ontstaat een evenwicht tussen zwaartekracht en tegendruk. er is een nieuwe ster ontstaan.De gasbol straalt nu licht uit
Er komt een moment (soms pas na miljarden jaren) dat het waterstof in het binnenste van de ster opraakt. De kernfusie stopt, de tegendruk valt weg en de zwaartekracht laat de ster verder samentrekken. Hierdoor nemen temperatuur en druk weer toe. Er vindt nu opnieuw kernfusie plaats, alleen ditmaal wordt helium omgezet in koolstof. Dit proces herhaalt zich een aantal malen en er ontstaan steeds zwaardere atomen, zoals stikstof en zuurstof. Uiteindelijk kan er zelfs in het midden van de ster ijzer ontstaan. De ster is nu ten dode opgeschreven en stort onder invloed van zijn eigen zwaartekracht in elkaar. De ster wordt met grote snelheid de ruimte ingeslingerd (dit heet een supernova-explosie)
De afstand die het licht van een ster in 1 jaar aflegt, noemt men een lichtjaar. De meeste sterren die je met het blote oog aan de hemel kunt zien, staan op minder dan duizend lichtjaar van de aarde. Omdat het zo lang duurt voordat het licht je oog bereikt, kijk je eigenlijk in het verleden.
Als het onbewolkt is en heel donker, kun je aan de hemel een soort van lichtband zien, dit wordt de melkweg genoemd. De sterren blijken in een soort afgeplatte schijf te zitten, met een verdikking in het midden (zie blz. 107). De melkweg bestaat uit meer dan 100 miljard sterren en zijn wel 100 miljard van dit soort sterrenstelsels. Ze zien er niet allemaal hetzelfde uit. De afstand van tot andere sterrenstelsels varieert van 100.000 tot meer dan 10 miljard lichtjaar.
Hoe verder een sterrenstelsel van ons vandaan is, hoe sneller het zich van de aarde af beweegt. Het bleek dat als een stelsel 2x zover van ons af staat dan een ander stelsel, de snelheid ook 2x zo groot is. Deze regelmaat heet de wet van Hubble. Deze wet zegt dat als je van een ver verwijderd sterrenstelsel de snelheid kunt meten waarmee het van ons afbeweegt, je ook de afstand tot dat stelsel kent. (eventueel blz. 109/110 doorlezen)

Paragraaf 7.4
De uitvinding van de telescoop, de fotografie en de computer hebben grote invloed gehad op de kwaliteit van sterrenkundige waarnemingen. Een telescoop werkt op dezelfde manier als een vergrootglas. Het vergrootglas bundelt al het licht dat er doorheen valt in het brandpunt van de lens. Ook bij een verrekijker of een telescoop wordt al het invallende licht gebundeld. Omdat de doorsnee van een telescoop veel groter is dan die van een pupil, vangt een telescoop veel meer licht op. Bovendien vergroot een telescoop het beeld, waardoor je nog meer details kunt zien. (eventueel blz. 113 over de werking vd telescoop lezen)

Door een fototoestel aan een telescoop te bevestigen konden sterrenkundigen het beeld fotograferen. Een fototoestel kan op twee manieren licht op het negatief laten vallen. De eerste is door een grotere lensopening. De andere manier is langer belichten, want door de sluiter langer open te laten wordt meer licht verzameld. Hierdoor worden meer details zichtbaar. Sterrenkundigen gebruiken tegenwoordig computers om hun waarnemingen te bestuderen. De vraag naar een snellere en nauwkeuriger techniek om waarnemingen op te slaan, heeft de CCD-chip opgeleverd. Waarnemingen zijn met deze chip rechtstreeks op te slaan als computerbestand.

Paragraaf 9.1:
Het bouwplan van het lichaam wordt gevormd door genen. Vroeger dacht men dat iedere nakomeling gemengde eigenschappen had van zowel de vader als de moeder. Dit bleek niet zo te zijn; monnik Gregor Mendel ontdekte dat je een eigenschap of helemaal of helemaal niet erft.
Over DNA was in de tijd van Watson en Crick al veel bekend; men wist dat het in de kern van elke cel zit en men kende de chemische bouwstenen ervan. Waarvoor het was wist men echter nog niet.
Uit een bevruchte eicel ontstaan uiteindelijk 2000 miljard cellen. Het DNA moet zich dus kopiëren, maar hoe?
In de jaren ’50 gingen 4 “DNA-jagers” op zoek naar de oplossing van dit probleem:
- James Watson
- Francis Crick
- Linus Pauling
- Rosalind Franklin
Watson en Crick mochten elkaar; voor de rest waren er spanningen tussen het gezelschap.
De chemische bouwstenen waren dan wel bekend; niemand wist nog hoe die in elkaar zouden passen totdat een DNA-bouwwerk onstaat. Dat wilde de onderzoekers Watson en Crick d.m.v. puzzelen zien te ontdekken. Ze gebruikten Röntgenopnamen om het model te controleren; daar lag gelijk het eerste probleem; die opnamen waren van Franklin en die wilde er niet aan meewerken. Ze bestempelde het model van Watson en Crick als een flop. Niets bleek minder waar want Lins Pauling publiceert in een tijdschrift zijn DNA-model’; dat is in grote delen hetzelfde als dat van Watson en Crick.
Watson en Crick bouwen verder op de spiraalstructuur van het DNA. DNA bevat 4 basen:

- Adeosine (A)
- Thymine (T)
- Cytosine (C)
- Guanine (G)
Watson ontdekte dat een AT paar even breed is als een GC paar. Het DNA-model was een chemische kopieermachine.

Kopiëren van DNA:
Dubbele spiraal van DNA; koppelingen tussen basen worden opengebroken ==> 2 halve DNA-ketens. Vervolgens worden andere Basen gevormd door kopieermachine ==> elke base krijgt zijn vaste partner (A + T en C + G) ==> 2 halve ketens DNA worden weer 2 hele ketens.
DNA is drager van genen en bepaald daarmee hoe jij er uit ziet. Gen = code voor aanmaken van eiwitten. Conclusie: DNA kan zich niet alleen kopiëren, maar bevat ook alle erfelijke eigenschappen.
DNA wordt tegenwoordig steeds vaker gebruikt voor allerlei toepassingen (constateren van ziektes, recherchewerk enz). Pauling had dit al voorspeld.

Paragraaf 9.2:
We hebben zo’n 50.000 tot 100.000 genen in ons lichaam; het kan zijn dat een gen een verkeerd eiwit laat aanmaken; dan heb je een erfelijke afwijking. Er zijn veel erfelijke afwijkingen die men al kan constateren.
Bij 5 % van alle kinderen die geboren worden is er sprake van een erfelijke afwijking. Dokters kunnen een erfelijke afwijking bij een nog niet geboren baby zien aankomen d.m.v. het onderzoeken van het DNA.

hier wordt dat onderzoekKCG = Klinisch Genetische Centra verricht.
Een dokter beweerd dat met dit onderzoek veel geld wordt bespaard.
Dilemma’s kunnen vanwege deze onderzoeken ook voorkomen. Bij ziekte van Huntington: als je het gen voor deze ziekte erft krijg je de ziekte zeker weten ook. vb: Opa overleden aan huntington. Moeder wil niet weten of ze Huntington-gen heeft. Dochter wil het wel weten; als zij nu hoort dat ze het gen heeft, weet ze weker dat haar moeder het ook heeft. Vertel je het dan of houdt je het voor jezelf?? Zelfs al heb je het gen niet, dan krijg je een gevoel van alsof jij de ziekte wel overleefd, maar je moeder niet; je voelt dat je een verrader bent en je hoort er niet echt meer bij.
Behalve het recht om te weten wat er aan je mankeert is er ook een recht om níet te weten wat je mankeert. Veel mensen willen niet weten of ze over 30 jaar zullen sterven aan kanker of Reuma. Toch met al deze moderne wetenschappen kan die diagnose wel gesteld worden.
Helaas zijn de verzekeraars wél nieuwsgierig naar deze diagnoses. Zij draaien immers op voor kosten van verzekerden. De dokter heeft de plicht om jou informatie geheim te houden voor deze “geldwolven”.
In de VS is het nog erger: mensen met aanleg voor erfelijke ziektes worden daar gewoon uit hun baan gezet uit angst dat de werkgever als de werknemer ziek wordt op moet draaien voor zijn ziektekosten.

Paragraaf 9.3:
Al heel lang maakt men gebruik van micro-organismen voor het bereiden van voedsel.
In het DNA van zowel mensen als dieren komen exact dezelfde chemische letters (C, A, T, G) voor. Ook de genen van de mensen, dieren, planten en bacteriën spreken dezelfde taal. Het zou dus mogelijk zijn om een gen uit de koe, in te zetten in het lichaam van een mens. In 1978 maakten genetisch gemanipuleerden bacteriën een menselijk product.
Steeds wordt de mens handiger in het combineren van DNA van mensen met dat van dieren.

Al een tijd lang wordt de aardappel gekruist; net zolang totdat een aardappel ontstaat met een zo hoog mogelijke opbrengst (gewasveredeling). Er zijn nadelen aan dit kruisen; je moet binnen de soort blijven en als je één eigenschap selecteert selecteer je een andere eigenschap weg. Met genetische manipulatie heb je geen last van dit probleem; aangezien elke plant uit dezelfde bouwstenen bestaat.
Stel:
- bacterie maakt eiwit dat insecten dood
- gen van deze bacterie inbouwen in plant
- plant heeft nu ook eiwit dat insecten dood
- minder bestrijdingsmiddelen nodig
In Amerika is een bedrijf dat het bestrijdingsmiddel Roundup én genetisch gemanipuleerde sojabonen die tegen dit middel bestand zijn produceert. De fabrikant stelt dat als je die planten koopt je minder bestrijdingsmiddel nodig hebt: je hoeft immers niet voor je gaat zaaien je hele terrein met Roundup vol te spuiten (je moet het er wel voor doen anders gaan je ingezaaide planten dood). Nu kun je als je onkruid op ziet komen een klein beetje Rondup op de juiste plaats spuiten. Allemaal een gevolg van een gen dat is ingebouwd in de sojaplant en resistent is tegen het middel Roundup.
Greenpeace is tegen dit soort manipulatie; zij stellen: als het gen nou eens in de wilde natuur voorkomt zullen bestrijdingsmiddelen ons niet meer helpen om onkruid te verwijderen. Natuurlijk zegt de fabrikant van Roundup dat overal rekening mee is gehouden.
David de Bubble Boy overleed in 1985. Met gen-technologie had hij misschien gered kunnen worden. Gen-therapie ==> vervang ziek gen voor gezond gen.
Toch is gen-therapie nog niet geaccepteerd in de samenleving. Is het ethisch verantwoord om gen-technologie toe te passen? De toekomst zal het uitwijzen.


Paragraaf 9.4:
In genen staan erfelijke eigenschappen beschreven van iedereen (blauwe ogen, kleur haar, huidskleur enz.). Aan het eind van jaren ’80 wilden wetenschappers het menselijke DNA met al zijn genen geheel uitschrijven.
Ze zetten een wereldwijd project op : het Human Genome Project (HGP). In totaal moesten 3 miljard DNA letters opgezocht en opgeschreven worden. Duizenden wetenschappers uit vele verschillende landen werken aan deze klus. Het project loopt in verschillende fasen zoals op bladzijde 191 van Solar te vinden is.
Als het project klaar is hebben we het receptenboek van het menselijk leven in handen. Men verwacht op medisch gebied spectaculaire resultaten. De industrie denkt aan dit alles 20 miljard dollar te verdienen.
Octrooi= alleenrecht voor de productie van bepaald medicijn.
Eeneiige Tweelingen heel belangrijk voor onderzoek: ze hebben hetzelfde DNA en dus dezelfde genetische eigenschappen. Er kan dus onderzocht worden in hoeverre de omgeving waarin ze leven indruk op hen uitoefent.
1996: schaap Dolly; zij is de kloon, de identieke tweelingzus van haar moeder. Bovendien heeft ze nog drie andere moeders en GEEN vader !! Voordeel van klonen: minder tijd nodig voor fokken van identieke kudde. Denk ook eens aan het klonen van varkens die donor kunnen zijn voor mensen met hartproblemen…
Wat met Dolly kan, kan ook met mensen zei een professor eens. Nu laaide de discussie weer heftig op; het zou ethisch niet aanvaardbaar zijn. Maar helaas voor de tegenstanders, in Italië leeft een man die zegt over een paar maanden de eerste gekloonde mens te hebben ontwikkeld…
Zo ontstaat leven op bestelling; je loopt naar een dokter toe, zegt of je een jongen of meisje wil, met blauwe ogen en zwart haar, en de volgende dag wordt de baby per UPS express naar je opgestuurd. Is dat de kern van leven…?

Paragraaf 10.1
Draait de aarde of draait de hemel?

Elke 24 uur draait de aarde eenmaal om haar as, in een jaar draait de aarde om de zon heen.
Vroeger dacht men dat de aarde stil stond en het heelal erom heen bewoog. Geocentrisch model van het heelal -> de aarde zou dan in het midden van het heelal staan, in een cirkelvormige beweging ging alles de aarde rond.
Volgens de grootste sterrenkundige uit de oudheid Ptolemaeus, kon de aarde niet draaien. Hij dacht dat als dat wel het geval was we dan een sterke oostenwind moesten voelen, en het zou een draaimolen effect moeten geven, de mensen zouden eraf geslingerd worden, en de aarde zou dan zou hard draaien dat zij uit elkaar zou spatten.
Een andere opvatting over dat de aarde nooit zou kunnen draaien was dat als je een pijl recht de lucht in zou schieten, deze op dezelfde plek terug zou komen, dat gebeurde natuurlijk niet, dus dat was weer genoeg bewijs dat het niet kon.
Vele geleerden waren het volkomen met dit model eens, en zelfs tot in de 16e eeuw twijfelde er niemand aan.

Wat was de hypothese van Copernicus?
In het jaar 1543 kwam het boek van Copernicus (over de omwentelingen van de hemelse sferen) uit. Hierin beschreef hij dat het heelal niet draaide maar de aarde zelf, daardoor leek alles te bewegen, maar enkel de maan bewoog om de aarde heen. Dit model noemde hij heliocentrisch (de zon in het midden). Copernicus stierf in hetzelfde jaar als dat zijn boek werd gedrukt.
Hij leefde in de tijd dat veel geleerden boeken uit de Griekse en Romeinse oudheid herontdekten, daar las hij in dat ook anderen het heliocentrische model hadden ontdekt.
Plato (een filosoof uit de oudheid) schreef dat alles in een cirkelvormige baan draaide, behalve de zon. Copernicus kon zich daar helemaal in vinden.
Copernicus had nog een idee over het draaien van de aarde. Iets klopte er niet aan dat de zon zou draaien, de sterren stonden namelijk elke keer in een andere volgorde (de ene nacht in het sterrenbeeld van de leeuw, de andere dag in die van de maagd), de verklaring van de geocentrische aanhangers was dat het heelal de snelheid van de sterren niet kon bijbenen. Maar Copernicus vond het een beter idee dat de aarde ronddraaide.
Het woord planeet is afgeleid van het Griekse woord ‘dwalende’, het slaat dus op de planeten die zouden dwalen door de sterren.

Dierenriem -> de planeten bewegen zich steeds door dezelfde twaalf sterrenbeelden heen, deze band wordt de dierenriem genoemd.
De lusbewegingen worden verklaard door Ptolemaeus, deze geeft aan dat er twee cirkels zijn waar mars in beweegt, de planeet draait op een bijcirkel rond maar zit ook vast aan een grotere ronddraaiende draagcirkel. Deze meetkundige constructie moest uitleggen waarom er lussen werden gemaakt.
Copernicus kon de lusbeweging op een andere manier verklaren, de aarde zou mars inhalen, daardoor lijkt mars ten opzichte van de sterren tijdelijk een teruggaande beweging te maken.

Werd Copernicus geloofd?
Zijn boek was te ingewikkeld voor de gemiddelde persoon, er stonden voornamelijk meetkundige berekeningen in. Alleen wiskundigen gebruikten het voor het berekenen van de posities van zon, maan en planeten.
Zonder dat Copernicus het wist was er een inleiding aan zijn boek toegevoegd, daar stond in dat zijn model niet waar was en dat het boek alleen maar berekeningen gaf om de banen van de hemellichamen goed te beschrijven. Hiermee werd zijn overtuiging dat zijn model echt waar was tot zwijgen gebracht, dit wilde vooral de kerk.
Er waren veel argumenten tegen het heliocentrische model van Copernicus. Zoals dat god de zon had bevolen 1 dag stil te staan, dat zou betekenen dat de zon kon bewegen. Ook de sterrenkundigen hadden een sterk argument, de sterren zouden verschuiven als de aarde zou draaien ten opzichte van elkaar, maar dat deden ze niet. (het effect heet parallax, als je bijvoorbeeld langs twee bomen loopt, lijkt hun onderlinge afstand te veranderen).
Copernicus kon alleen maar antwoorden dat het heelal veel groter was dan iedereen dacht, de sterren stonden dan zover weg dat de parallax te klein was om te kunnen meten. Hij had gelijk, maar kon het niet bewijzen.

Paragraaf 10.2
Hoe overwon het nieuwe wereldbeeld?
Tycho Brahe was de eerste die Copernicus’ ideeën onder de loep nam, hij liet een observatorium bouwen met en vaste opstelling voor waarnemingen. Zo kon hij voor het eerst in de geschiedenis nauwkeurig observeren. Met behulp van de waarnemingen (in 20 jaar) kreeg Johannes Kepler het voor elkaar om de banen te berekenen die de planeten om de zon volgen. Hij ontdekte dat de planeten niet in cirkelvormige banen draaide, maar in ellipsvormige, ze bewegen sneller vlakbij de zon en langzamer van veraf. Zijn berekeningen klopten precies met de waarnemingen van Tycho.
Een aanhanger van Copernicus was de Italiaan Galileo Galilei, toen hij hoorde dat er een telescoop was uitgevonden, vervaardigde hij er zelf ook meteen een. Hij ontdekte de planeet Jupiter, met vier maantjes die erom heen draaien. En als er maantjes om de planeet draaien, waarom zou de aarde dan niet om de zon draaien? En hij kwam erachter dat de aarde weldegelijk om haar as kon draaien.

Maar nog altijd was het geheimzinnig hoe de planeten dan konden bewegen, Isaac Newton ontdekte dat het de zwaartekracht moet zijn. Het zou de kracht zijn die er ook voor zorgt dat alles op aarde naar beneden valt. Een lichaam waar geen krachten op inwerken, in rust is of zich met gelijkblijvende snelheid recht vooruit beweegt. In het heelal zonder wrijving en zonder luchtweerstand kunnen lichamen zich blijven verplaatsen. Door de aantrekkingskracht van de aarde beweegt de maan om ons heen, deze gaat vooruit en wordt aangetrokken door de aarde.
Wat voor gevolgen had dit?
Door het werk van Kepler, Galilei, Newton en tal van andere wetenschappers uit de 17e eeuw ontstond een nieuw wereldbeeld. De mensen begrepen dat de zon in het midden staat en de planeten eromheen draaien.
De plaats van God was niet nodig in het heelal, hij had het geschapen en vervolgens was het op eigen houtje verder gegaan. Vroeger geloofde men dat hij toekeek en ingreep als er iets moest gebeuren. Maar dit was natuurlijk niet waar.

Hoe ziet het hedendaagse wereldbeeld eruit?
Nu is bekend dat niet de zon in het midden staat van het heelal, het bleek allemaal veel groter en ingewikkelder te zijn. De zon maakt deel uit van de melkweg, een spiraalvormige verzameling van meer dan honderd miljard sterren. Het zonnestelsel zou je kunnen zien als een straat en de melkweg als de buurt.
Er wordt in het heelal gebruik gemaakt van lichtjaren. Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar aflegt.
Ook de melkweg is maar weer een klein onderdeel van het heelal. Er bevinden zich naar schatting 100 miljard sterrenstelsels die vergelijkbaar zijn met de melkweg. Als je de sterrenstelsels met buurten vergelijkt, zijn clusters steden en superclusters landen. Ons melkwegstelsel heeft 30 tot 40 stelsels.

Paragraaf 10.3
Hoe is de wereld ontstaan?
De vraag ‘waar komt de mens vandaan’ is door de eeuwen heen heel vaak gesteld, en door elke cultuur verschillend beantwoord. Zo zijn de scheppingsverhalen ontstaan. Het scheppingsverhaal Genesis gaat over hoe god de wereld schiep. Eerst kwam er licht en duisternis, vervolgens water, dan het heelal, enz enz totdat hij als laatste de mens schiep, alles was goed. En hij gaf hun de opdracht de wereld te regeren. Een verhaal dat daarop volgde was Adam en Eva, de nakomelingen gedroegen zich slecht, Noach moest van god een ark bouwen waarin hij van elk soort organisme een mannetje en een vrouwtje moest binnenbrengen. Tijdens de zondvloed overstroomde het land dus moest alles in de ark blijven. Het duurde een jaar voordat alles weer naar buiten kon. De dieren vermenigvuldigden zich en verspreidden zich over de aarde.

Waardoor ontstond er twijfel aan het scheppingsverhaal?

In de 18e eeuw begonnen sommige natuuronderzoekers te twijfelen aan de juistheid van de verhalen. De eerste twijfels werden veroorzaakt door fossielen. De geleerden dachten eerst dat het restanten waren van de overgebleven organismen die de ark niet in konden, maar er waren ook fossielen van soorten die zij nog nooit hadden gezien, de mammoet bijvoorbeeld. Eerst dachten zij dat het dieren waren die de ark nooit bereikt hadden, maar dat kon niet, Noach had van elk soort een man en een vrouw meegenomen. Men was er van overtuigd dat als men bleef zoeken deze soorten ooit wel gevonden werden.
George Cuvier kon het hier niet mee eens worden en zocht er andere dingen achter. Eerst dacht hij dat de soorten veranderd waren, later verving hij deze hypothese door de gedachte dat soorten konden uitsterven. Maar dit was volledig tegen het geloof in. (God had immers gezien dat het goed was).

Wat ontdekte Darwin?
Charles Robert Darwin (een Engelsman), studeerde eerst medicijnen, maar kon geen bloed zien dus stopte er mee. Hij ging toen theologie studeren in combinatie met een studie van de natuur. Na zijn studie kreeg hij een aanbod om mee te gaan naar Zuid-Amerika en daar natuuronderzoeker te zijn. Hij zou allerlei huiden van dieren, veren van vogels, vissen in potjes en zaadjes om te kweken in Engeland moeten bestuderen en meenemen.
De reis duurde langer dan gepland, 5 jaar i.p.v. 2. Darwin was zeer gelovig en was het dus ook eens met het verhaal dat god alles geschapen had.
Op zijn reis had hij toen veel bijzondere en toen nog onbekende dieren en planten verzameld. Een aantal waarnemingen waren zo bijzonder dat hij aan zijn geloof begon te twijfelen.
Hij vond bijvoorbeeld skeletten van verschillende soorten uitgestorven reusachtige dieren. Ze leken op kleine tegenhangers van toen nog levende soorten. Hij begon zich af te vragen of soorten voortdurend veranderden en ontwikkelden, en of soorten uitsterven als ze zich niet goed kunnen aanpassen aan de omgeving.
In 1835 bezocht hij een aantal zeer hete eilanden. Hij had van elk eiland dezelfde vogel, deze verschilden alleen allemaal. De snavel vooral, dat had te maken met het soort voedsel dat te krijgen was op welk eiland. Zo zag hij dat elk soort verschilde en niets hetzelfde was, maar dat wel alles afstamt van een gemeenschappelijke oervorm.

Paragraaf 10.4
Wat is natuurlijke selectie?
Door dieren te kruisen die de beste eigenschappen hebben krijg je steeds betere nakomelingen. Door aanhoudende selectie waren verschillende rassen ontstaan.
Als de bevolking bij mensen te snel groeit, groeit het voedsel niet zomaar met ons mee, dus zijn er nakomelingen waar geen voedsel voor is. De sterkste zullen dit overleven en kunnen doorgaan.

Een ander goed voorbeeld van verschillende rassen die ontstaan is de vlinder met roltong. Degene met de langste tong kan het beste nectar uit een bloem zuigen, en is beter gevoed en krijgt daarom meer jongen, die dan een grote kans hebben op ook zo’n lange roltong. De erfelijke eigenschappen van de vlinder met een kortere roltong zullen een steeds kleiner aandeel in de populatie krijgen. De soort zal hierdoor geleidelijk veranderen in een soort met een langere roltong.

Toeval of plan?
Hij produceerde twintig jaar nadat hij op het idee van evolutie via natuurlijke selectie kwam pas een boek erover.
De kerk was het totaal niet met hem eens.
Een eeuw later wordt de evolutietheorie nog steeds aangevallen. Mensen storen zich eraan dat niet alles met een reden is ontstaan. Mutaties (een eigenschap verandert d.m.v. genen) zijn toeval, het resultaat van natuurlijke selectie niet.

Welke invloed had de evolutietheorie?
De Britse filosoof Spencer verwerkte de ideeën van Darwin en paste deze toe op allerlei wetenschappen. Hij voorzag dat de maatschappij na een periode van strijd zou evolueren naar een vreedzame maatschappij van individuele vrijheid en democratie. Er moest een automatische zelfregulering zijn van vraag en aanbod. Dit werd het sociaaldarwinisme genoemd.
Dit politieke inzicht kwam er op neer dat mensen die onderaan de samenleving stonden niet genoeg capaciteiten hadden of niet goed hun best hadden gedaan, of domweg pech hadden gehad.
De socialisten reageerden hier fel op. Het sociaaldarwinisme herleefde in een iets andere vorm in de eugeneticabeweging. Deze groep zei: rassenverbetering door het geboortecijfer van de ongeschikten te beperken en de productiviteit van de geschikten te bevorderen.
Het werd zo erg dat mensen die zwakzinnig waren of een misdaad hadden gepleegd werden gesteriliseerd. Vooral in Amerika en Europa was dit geen uitzondering.

Eugenetica was te vergelijken met de acties van Hitler, hij wilde ook een superieur ras. De uitroeiing van de Joden, en sterilisatie van 400.000 mensen die naar zijn mening niet goed genoeg waren om zich voort te planten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.