Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 975 woorden
  • 5 februari 2009
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 2 - Techniek

Cassettes en cd's
Een cassettebandje is veel kwetsbaarder dan een cd: de kwaliteit neemt af door kopiëren en slecht contact tussen bandje en afspeelkop en een magneet vernietigt de informatie.
Op een cassettebandje zit materiaal waarop een magnetisch patroon is aangebracht, dat de recorder omzet in geluid. Bij opnemen breng je ordening aan in het magnetische materiaal: een microfoon zet geluid om in een elektrisch signaal en een spoel in de opnamekop zet dat signaal op de band. Bij het afspelen gebeurt het tegenovergestelde.
Het digitaal opslaan van gegevens is het opslaan van informatie in de vorm van enen en nullen, bij een cd gebeurt dat in de vorm van wel of geen putjes in het schijfje. Bij de opname van geluid op een cd wordt het continue signaal omgezet in een discreet signaal, dat heet bemonstering: een groot aantal keer per seconde wordt het geluid gemeten.

De putjes in de cd worden afgelezen met een laser. Alleen het licht dat in een putje valt, kaatst terug en zo krijgt de ontvanger hetzelfde patroon wat omgezet wordt in geluid.
Philips en Sony werkten samen om de mensen van de voordelen van de cd te overtuigen: geen ruis en geringe kwetsbaarheid.
Het discrete signaal verloopt trapsgewijs, want de oude waarde blijft staan tot de volgende bemonstering. Als de bemonsteringsfrequentie groter is, lijkt het discrete signaal meer op het continue signaal. Je krijgt door digitalisering niet automatisch meer het oude signaal terug en het continue signaal klinkt warmer dan het digitale.
Je kunt van alles op cd zetten, dit gebeurt vooral op cd-rom's (Read Only Memory - je kunt de informatie wel aflezen maar niet veranderen). Op een gewone cd is plaats voor 600 miljoen byte (1 byte = 1 letter of leesteken), dus 600 MB. Eén plaatje is al snel 1,3 MB, er kunnen dus honderden plaatjes op 1 cd en 200 000 volgetypte velletjes A4.

Toilet en riolering
Toen men gegevens over de bevolking bij ging houden, ontdekte men dat een betere hygiëne zorgt voor een betere volksgezondheid. Vroeger lag vuilnis en uitwerpselen gewoon op straat of in de gracht, maar men zocht naar oplossingen. Ongeveer 150 jaar geleden begon men met het 1 keer in de week ophalen van uitwerpselen in tonnen (poepdozen). Na 1880 kwam er langzamerhand overal waterleiding en dit water kon worden gebruikt om uitwerpselen weg te spoelen.
Het rioolwater wordt afgevoerd naar waterzuiveringsinstallaties (ongeveer 500 in Nederland). Eerst worden daar alle grote vaste bestanddelen verwijderd d.m.v. een grofvuilrooster, daarna worden kleine vaste bestanddelen verwijderd (zand, etensresten), dit zinkt naar de bodem. Daarna komt het water in beluchtingstanks terecht, waar bacteriën afvalstoffen opnemen en ten slotte komt het water in een nabezinkbak, waar de bacteriën naar de bodem zakken.
Behalve vervuild afvalwater komt er ook regenwater in het riool terecht, dit is niet zo handig omdat bij harde regenval de zuiveringsinstallatie het water niet meer kan verwerken.
In Nederland vind je schoteltoiletten (vlakspoeltoiletten) en diepspoeltoiletten. Ook zie je verschillende stortbakken: hooggeplaatst en laaggeplaatst. Bij het doortrekken wordt eerst de afvoerpijp in de stortbak geopend, zodat de stortbak leegloopt en de behoefte wordt weggespoeld. Daarna wordt de afvoerpijp weer gesloten en loopt de stortbak weer vol, is de bak vol, dan gaat de kraan weer dicht. Dit noemen we een regelsysteem met een mechanische techniek, er wordt met hendels, kranen en vlotters gemeten hoe hoog het water staat en bij het gewenste niveau gaat de kraan dicht.

Techniek op menselijke maat
Gebruiksvriendelijkheid stelt de gebruiker centraal, niet het apparaat. Een ontwerper moet goed op de hoogte zijn van alle technieken en materialen die hij kan gebruiken. Om producten zo goed mogelijk op de menselijke maat te maken is en wordt er veel onderzoek gedaan naar lichaamsmaten, kracht en waarnemingsvermogen van mensen. Deze gegevens vind je terug in tabellen, waarbij 90% van de Nederlanders met zijn maten tussen de eerste en laatste kolom in zit. 95% van alle Nederlanders heeft maten die kleiner zijn dan die in de derde kolom en daarom heten deze waarden de P95-waarden. De waarden in de eerste kolom heten de P5-waarden. P is een afkorting van percentiel. Hoe ontwerpers P-waarden gebruiken verschilt per product en per onderdeel. Architecten moeten vooruitdenken en rekening houden met de lengtes van mensen over 30 jaar, bijvoorbeeld bij het ontwerpen van bussen en treinen.

Er zijn 5 strategieën bij het ontwerpen van technische producten en meubels: de laag percentiel-strategie, hoog percentiel-strategie, gemiddelde als maatstaf, verstelbaarheid-strategie en varianten-strategie.
De techniek heeft in deze eeuw massaproductie mogelijk gemaakt. Ze kan ook gebruikt worden om producten zo goed mogelijk aan te passen aan individuele behoeften. De economische belangen rond de ontwikkeling en verkoop van een nieuw product bepalen voor een groot deel de speelruimte van ergonomische aanpassingen.

Ontwerpen
In 1820 ontdekte een wetenschapper dat een magneetnaald van richting veranderde door een magnetische stroom. In 1831 werd ontdekt dat een magneet die in een spoel heen en weer bewogen wordt, een elektrische stroom in die spoel veroorzaakt. Deze ontdekkingen toonden het verband aan tussen elektriciteit en magnetisme en lagen ten grondslag aan de ontwikkeling van dynamo en elektromotor. Heel veel huishoudelijke apparaten werden elektrisch uitgevoerd. Minstens even belangrijk was de uitvinding van de transistor en de chip. In de chip kon enorm veel informatie worden vastgelegd en maakte nieuwe producten mogelijk. Verder werden er allerlei soorten plastic en andere kunststoffen ontwikkeld, wat er voor zorgde dat apparaten in de meest uiteenlopende kleuren en vormen ontworpen konden worden.
Ontwerpers moeten manoeuvreren binnen de grenzen van de ontwerpeisen: functionele eisen, ergonomische en milieueisen, vormgevingseisen en financiële eisen.
De vraag wordt gesteld of ontwerpers ook een ethische en maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Technische apparaten en producten zijn medebepalend voor de manier waarop mensen zich gedragen en met elkaar omgaan. Er wordt wel gezegd dat we in een technologische cultuur leven waarin techniek en technische apparaten onze leefomgeving domineren. De invloed van technische apparaten en producten is groter dan vaak wordt gedacht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.