Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1114 woorden
  • 2 november 2003
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 2 Techniek § 2.1 Cassettes en cd’s Waarom is het cassettebandje verdrongen? Cassettebandje is kwetsbaarder. Het geluid van een cd is veel beter omdat hij nauwelijks last heeft van ruis of slijtage. Toch is een cd niet onkwetsbaar. Het plastic van een cd’tje kan smelten. Bijv. in de zon. Een belangrijk nadeel van de cd is dat je hem alleen kunt kopiëren met speciale apparatuur. Welke technieken maken de cd mogelijk? Digitaal betekent dat informatie is opgeslagen in de vorm ‘wel’ of ‘geen’. Bij een cd gebeurt dat in de vorm van wel of geen putjes in het schijfje. Een stukje muziek vastleggen vereist een gigantische hoeveelheid ‘wel’ of ’geen’ putjes. Om dat alles af te lezen is een bijzondere lichtbron nodig: laser. De belangrijkste argumenten voor de verkoop van de cd was prachtige geluidsweerga en de geringe kwetsbaarheid. En dan ook nog het voordeel dat hun systeem van aflezen over de hele wereld gelijk is: de schijfjes zijn in alle cd-spelers te gebruiken. De cd geeft geen ruis door het scherpe onderscheid tussen wel of geen putjes. Er is ook geen slijtage omdat er geen direct contact is tussen schijfje en ontvanger. Dmv. een beschermende kunststoflaag hebben vuil en kleine krasjes geen effect. Wat kun je allemaal met cd’s? Behalve muziek kun je nog veel meer op cd’s: foto’s, tekeningen, tekst, en films. ROM staat voor Read Only Memory. Je kunt de inf. op het schijfje wel aflezen maar niet veranderen. Teksten hebben de minste ruimte nodig op een cd. Er zijn nu ook lege cd’s te koop zonder informatie (voor kopien). Er is geen onderscheid tussen origineel en kopie. Het wordt daardoor veel minder interessant voor een uitgever om uitgaven te maken. § 2.2 Toilet en riolering Waarom gaan we naar het toilet? Vroeger werd informatie verzameld over ziektegevallen en doodsoorzaken. Daaruit bleek dat mensen op de ene plaats vaker ziek weden en gemiddeld eerder stierven dan op andere plaats. Dat kwam mede doordat men uitwerpselen op straat te laten liggen of in de grachten en sloten te gooien. En dat grachtwater werd ook gebruikt als drinkwater. Ziekten als cholera of tyfus kwamen dan ook veel voor. Een belangrijke conclusie was dan ook dat een betere hygiene zorgt voor gezondere mensen en dus een betere volksgezondheid. Hoe kunnen we de menselijke uitwerpselen ophalen en uit de stad verwijderen? Dat was het probleem in de steden. Halverwege de vorige eeuw tot in de beginjaren van de 20ste eeuw was de zogeheten ‘kiebelton’ de beste oplossing. De uitwerpselen werden opgevangen in een ton en eens per week opgehaald en verkocht als mest. Een andere oplossing leek meer op wat we nu hebben. Er werden closetpotten geplaatst die waren aangesloten op een reservoir onder de straat. Daarin zaten de uitwerpselen van de hele wijk en die werden met een speciale stoommachinepomp in een tank gepompt en daarna ook als mest verkocht. Na 1880 kwamen er waterleidingen ook voor het wegspoelen van de uitwerpselen. De uiteindelijke oplossing is zoals we die nu kennen de wc. Doorspoelen en dan? Al het afvalwater (water uit de toiletten, wasmachines en wasbakken) word via het riool naar een plaats buiten de bebouwde kom afgevoerd. Hier wordt het gezuiverd voordat het weer in het milieu terecht komt. Bij zware regenval kan de waterzuiveringsinstallatie de aanvoer niet aan, dan wordt het overtollige water ongezuiverd geloosd in het milieu. Hoe werkt het toilet? De afvoerpijp in de stortbak wordt geopend, de stortbak loopt leeg een de behoefte wordt weggespoeld. Is de stortbak leeg, dan wordt de afvoerpijp weer gesloten en gaat er een kraan open zodat de stortbak weer vol stroomt. Is de bak vol, gaat de kraan weer dicht. Het is een voorbeeld van een soort regelsysteem net zoals bijv. een verwarmingsthermostaat.
§ 2.3 Techniek op menselijke maat Wat is gebruiksvriendelijkheid? Gebruiksvriendelijkheid houdt in dat een voorwerp goed en handig te gebruiken moet zijn, voor welke doelgroep dan ook. Er bestaan verschillen tussen die groepen dus daar moet de ontwerper rekening mee houden. Welke rol spelen menselijke maten? Een voorwerp moet aangepast worden op de menselijke maten, want niet iedereen is even lang of even dik. 90% van de nederlanders zit gem. tussen de p5(klein) en de P95(groot) in. De letter P is een afkorting van percentiel, een woord om aan te geven in welk honderdste deel van de gemeten waarden een maat ligt. Bijv. in het 45ste percentiel betekent dat 45% van de Nederlanders een kleinere lengte of breedte en 55% een grotere lengte of breedte heeft. Iemand met een P95-lengte is langer dan 95% van alle mensen. P-waarden worden altijd op de nuttigste manier gebruikt. Er zijn 5 ontwerpstrategien: - Laag percentiel-strategie (bijv: brievenbussen die zo laag staan dat ook kleine mensen, kinderen en rolstoelgebruikers er een brief in kunnen posten) - Hoog percentiel-strategie (bijv: deuropeningen waar ook zeer lange mensen door kunnen zonder te bukken.) - Gemiddelde als maatstaf (bijv: de hoogte van een wc-pot; zowel voor lange als kleine mensen goed te gebruiken.) - Varianten-strategie (bijv: dezelfde auto is zowel met automatische als met handmatige versnelling te koop.) Hoe ergonomisch kan een ontwerp zijn? Hoe ergonomisch een ontwerp ook is het zal in gebruik niet voor iedereen comfortabel zijn. Het is meestal ‘slechts’ geschikt voor 90% van de mensen. § 2.4 Ontwerpen Wat is ontwerpen? Ontwerpen is het verbeteren van voorwerpen van onze vorige generaties. Een chip kan een groot aantal schakelingen vervangen door een ‘chip’. Tientallen elektronische onderdelen van een tv, radio of cassetterecorder konden worden samengebracht op 1 chip. Daardoor werd het apparaat niet alleen compacter, maar ook veelzijdiger. Allerlei verschillende gebruiksmogelijkheden -denk maar aan wasmachine of videocamera- konden in de chips vastgelegd, ofwel geprogrammeerd worden. Ook konden er door de chips afstandbedieningen, de walkman en de draagbare telefoon worden gemaakt. Chips in ontwerpen zorgden ervoor dat technische producten steeds slimmer werden. Waar moet een ontwerper rekening mee houden? Bedrijven proberen door marktonderzoek een optimaal inzicht te krijgen in behoeften en wensen van de consument. Hun producten laten ze daar zoveel mogelijk op aansluiten. Zo komen ze tot de eisen waar een nieuw product aan moet voldoen. Ontwerpers dienen te manoeuvreren binnen de grenzen van deze ontwerpeisen die in vier groepen uiteenvallen: - Functionele eisen: Welke taken moet het apparaat kunnen uitvoeren? - Ergonomische en milieu-eisen: Hoe gebruiksvriendelijk moet het ontwerp zijn en met welke verschillen tussen toekomstige gebruikers moet het rekening houden? Hoe zwaar mag het ontwerp het milieu belasten? - Vormgevingseisen (design): Welke vorm en kleur moet het ontwerp krijgen? - Financiele eisen: Hoeveel mag het ontwerp kosten? Hoe verantwoordelijk is een ontwerper? Hebben ontwerpers ook een etische en maatschappelijke verantwoordelijkheid? Ontwerpers moeten zich wel per product afvragen, of wat technisch mogelijk is ook ethisch verantwoord en maatschappelijk wenselijk is.

REACTIES

T.

T.

Een hartstikke mooi verslag.
Hartelijk dank.

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.