1 het begin van de sterrenkunde:
Over vroeger is weinig bekend,. Ze waren blij dat het zomer was want dan konden ze langer naar eten zoeken. maar op het moment dat ze konden schrijven zijn er natuurverschijnselen opgeschreven. Over hoe het weer is en was en hoog de rivier stond etc.
Voeger hadden ze al interesse in de hemel.dat kunnen we zien aan het monument van Stonehenge. Als je daar op 21 juni in de cirkel gaat staan kun je de zon op een steen zien rusten.
Ook feesten zijn gebaseerd op de hemel veranderingen zoals Pasen en de Ramadan.
In het noorden staat de poolster het lijkt dat alle sterren daar om heen draaien. De helderste sterren lijk figuren te vormen dit noemen ze sterrenbeelden. Een keer in het jaar staan ze op die plek.
De maan heeft 30 dagen nodig om een keer rond de aarde te gaan. Dit noemen we een maand. De maan gaat van 1e kwartier naar volle maan en dan weer naar het laatste kwartier.
1.2 Zonnestensel.
De zon is het middel punt waar alle emellichamen omheen draaien. We kennen de volgende planeten op volgorde: Mecurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Satunus, Uranus, Neptunes, Pluto. De planeten draaien in een ellips (soort cirkel). Mercurius en venus doen er minder dan een jaar over om 1 keer om de aarde te draaien. Achter de aarde doen ze er langer over. De afstand tussen de aarde en de Zon noemen we de astronomische eenheid (ae). Is hetzelfde als 150 miljoen km. Planeten geven geen licht maar weerkaatsen het.
Kijk in je boek op p5 om de afstand tuussen de zon te zien en omlooptijd van de verschillende planeten.
Ook de kenmerken van de planeten is onzinnig om die hier op te schrijven kijk in je compendium of paragraaf 1.2
Bij de eerste kwarties is de rechtekant van de maan verlicht maar als het het laatste kwarties is er weer een sikkel te zien alleen dan de rechterkant. Als de maan voor de zon komt noemen we dit een zonsverduistering. Als de aarde voor de maan komt noemen we dit een maansverduistering.
Paragraaf 1.3
De zon heeft grote invloed op het dagelijks leven als het donker is gaan we slapen (of feesten!!!) en overdag gaan we werken. De Palolowormen komen een week na volle maan in november boven!?!?
Ook blijkt het dat er meer baby’s geboren worden tijdens volle maan. Kijk voor verdere gegeves over de bijzondere astrologie op p13-14.
Paragraaf 1.4
We weten nu dat de aarde om de zon draait vroeger wisten ze dat nog niet daar gaan we het over hebben.
Copernicus
Rond 1512 zorgde de pool Niklas Koppernigk een revolutionair idee. Dat de aarde om de zon draait net als alle andere planeten. Dit is een heliocentrisch wereldbeeld. Galilei
Hij maakte een telescoop en deed daarmee grote ontdekkingen. • De maan was bergachitg inplaats van rond. Men dacht dat de planeten gladde bollen waren. • Venus had net als de maan ook fasen. • Jupiter had sterren. En die veranderde per dag daarmee kwam galilei dat copernicus gelijk had. Niet al zijn collega’s waren blij met dat idee maar het klopte wel. In 1632 kwam hij met het boek “de dialoog”Daarin schrijft hij over drie manen die het over de indeling van het heelal hebben. De heen denk heliocentrisch ander geocentrisch(aarde is midelpunt) Ander is een gewone burger die meepraat. Hij schreef het in het italiaanse om een groetr publiek te treffen. Dekerk verbood na de de verschijning meteen het beok. EnGalilie moest voor het gerecht komen en kreeg een straf huiserrest hij heeft de laatste 10 jaar in zijn huis gewoond maar heeft wel zijn wetenschappelijke onderzoekingen kunnen doorzetten. Newton
Was hoogleraar in Cambridge hij bedachtde theorieen over krachten beweging die kon men later ook gebruiken voor het lanceren van ruimteschepen. De waartekracht werd uit gebreider beschreven. Daardoor kunnen we ook het heelal beter beschrijven. De planeten draaien om de zon heen om aan de zwaartekracht van de zon te ontsnappen. Paragraaf 1.5 Vroeger had men nog geen klok maar ze konden aan de stand van de zon zien hoelang het nog duurde voor dat het donker werd. Aan de hand van een stok kan je zelf de uren bepalen. Als je naar het westen gaat is het later donker dus hebben ze dat verandert door tijdzones. Veel processen in het lichaam zijn anders over de dag. Bijvoorbeeld je lichaam temperatuur. Er zijn verschillende testen gedaan over de biologische klok maar het is wel zo dat je toch een soortement zonder te zien van het licht en de buitenwereld op de zelfde manier leeft. Mensen die van uit Nederland naar New York vliegen duurt de dag erg lang. En terug moet je hem weer vooruit zetten. Je kunt er klachten van krijgen en dat noemt men de Jetlag. De beste remedie is om je niet terug te trekken maar juist je onder de mensen te wenden zodat je er niet aan denkt. Paragraaf 1.6 Kometen komen vaak voor en er worden steeds weer nieuwe ontdekt. Ver van de zon is de komeet een bal gruis en ijs. Als de komeet naar de zon toe gaat word de kop verhit en gaat die smelten hij krijgt dan een staart door de zonnewind. Het stof in het ijs word dan opgelicht. De staart staat altijd tegenover de zon . Grote kometen krijgen zelfs 2 staarten een rechte en een kromme. Rechte bestaat uit moleculen en atomen kromme uit kleine stofdeeltjes. Dat stof (soms grote stenen) spreidde zich langs de baan en als de aarde die baan kruist kun je veel “vallende sterren”zien. Het stof wrijft met de lucht en word heet en gaat oplichte dit noemen we een meteoor. Maar als die steen de aarde berijkt en op de grond valt heet het een meteoriet. Kometen komen van het buitenste deel van ons zonnestelsel en reizen naar de zon. Ze hebben een doorsnede in de lengte van 50000 AE op die afstand is de snelheid niet sneller dan 2 km per dag. Via een berekening kan men bereken wanneer die hie komt. Op 50000 vind zich een kometen wolk genaamd Oort. Als de ster een komeet daar uit aan trekt kan die in de richting van de zon kan die na miljoene jaren hier komen. De olk is een overblijfsel toen ons zonnestelsel ontstond.
Paragraaf 1.7 deze paragraaf gaat over de verschillnde kometen het is allemaal belangrijke info. Die daar instaat daarom ga ik er geen samenvatting van maken (dit komt misschien ook wel dat ik op wil schieten en ff in een dipje zit:P:P)
Paragraaf 1.8
De meeste kometen smelten in de dampkring( en dat zijn er heel veel) maar er zijn er ook die er door heen gaan. De meeste worden niet gevonden door dat ze in zee of in het moeras of bos vallen. In nederland zijn 5 keer meteorieten gezien. In woestijnen worden ze echter vaker gezien door dat een zwarte klomp wel opvalt midden in het goud gele land. Meteotieten kunnen ook stukken zijn die van de maan komen biivoorbeeld als er een komeet op de maan komt breken er sukken van af die na heelleng op de aarde terecht komen.
Op bladzijde 29 en 30 staat eeen verhaal over meteoriet lees de een keer door maar is niet belangrijk.
Voroeger waren er dino’s maar deze dieren gingen dood. Geologen onderzoeken de fossielen en konden er nie achter komen waarom deze wezens plotseling uitstierven. Skeletten werden bewaard op de oceaan bedekt met klei en zand. De Geoloog Walt onderzocht een stukje kalksteen en ontdekte dat er klei in zat. Met 1 centimeter dikte in de onderste kalklaag waren veel fossielen te zien in de kleilaag helmaal geen fossielen en in de bovenste kalklaag een kleinbeetje. Zijn vader was gefascineerd en ging het onderzoeken en kwam er achter dat er 300 maal zoveel iridium in de kleilaag zat als bovenste en onderste laag. Op aarde zoveel iridium nie voor maar wel bij meteorieten. De meteoriet zou een mileuramp hebben doen oplaaien waardoor alle levens uitstierven. De meteoriet had een doorsnee van 10 kilometer en bij de botsing verdampte het en kwam er een paddestoelachtige wolk van 100 meter hoog die hem in de maanden daarna heeft doen overwaaien over heel de wereld. De botsing ging gepaard met veel hitte dus grote bosbranden. Veel as ging ook de lucht in daardoor kwamen er zure regens die het leven op aarde onmogelijk maakten.
Paragraaf 1.9
De zon is heel belangrijk geweest: de maya’s zagen ze hem als een god. Wij vragen ons nu af hoe is het mogelijk dat de zon zolang en vel warmte geeft.
In 1838 gingen ze tesetn hoeveel licht de zon nou eigenlijk uitzond. Door een blikje in de zon te zetten en dan kijken hoe warm het is geworden. Men moet met een aantal factoren rekening houden. De zon schijnt niet alleen zijn licht op dat blikje maar overal. De beker verliest ook warmte en de atmossfeer adsorbeert ook heel veel warmte. Door veel natuurkundige formules kwam men erachter dat de zon 3.9*10 tot de 26e.
De leeftijd kon men toen niet raden maar men door darwin’s evolutie theorie. Hij dacht dus honderden miljoenen jaren later bleek 5 miljard jaar. Een hoogleraar vroeg zich af wat dan de energie van de zon was hij dacht aan 3 soorten dingen:
• De zon bestaat uit steenkool maar dan kon de zon maar 6 duizend jaar brande.
• Door inslag van meteorieten komt ook energie vrij
• De laatste was door het inkrimpen komt ook ernegie vrij
De eerste zeker onmogelijk dacht hij. De 2e wist hij niet of er genoeg meteorieten op de zon vielen om genoeg energie vrij te krijgen. De derde komt kwa energie genoeg vrij maar er waren geen aanwijzingen dat de zon werkelijk inkromp. Begin 19e eeuw ontdekte men de atomen en zijn kernen en dat sommige kernen instabiel waren. Dat werd radioactief afval genoemd. Daarmee zijn goeie maieren gevonden om gesteente te dateren de zon bleek dus 5 miljard oud te zijn. De geleerde waren ervan overtuigd dat de zon via kernfusie leverd. Kernfusie werkt zo::: In alle atoomkernen zitten protonen dit zijn positieve elektrische deeltjes. Het aantal protonen varieert van 1 tot meer dan 90 nu hebben protonen de iegnschap dat ze lkaar afstoten net als magneten. Als een kern atoom alleen uit protonen bestaat dan zou de kern uit elkaar spatten. Daardoor zijn er ook neutronen in een atoom. Alleen bij waterstof kernen is dat niet zo omdat daar maar 1 protoon is zit. Atoom kerne kunnen gebruikt worden omn ernergie op te wekken. Bij het splijten vaneen zware kern komt er veel ernegie vrij. Dit noemen we kernfusie. Dit wordt ook in kerncentrale’s gedaan. Daar worden er per seconde weinig keren gepleten. Bij een bom worden alle beschikbare meteen gefuseerd. Daar komt heel veel enregie bij vrij en word een vuurbal. Een voorbeeld van kernfusie is het samensmelten van 4 protoen tot 1 heliumkern. Dit is ook de mechanisme van een waterstofbom. Om kernen te laten fuseren is veel kracht nodig dus die moeten met hoge snelheid bewegen. In de zon is dat zo daar is het heet genoeg (16 miljoen graden). Kernfusie is heel efficient er komt veel energie vrij. Bovendien bestaat de son uit alleen maar waterstof. De zon heeft brandstof voor 10 miljard jaar daar is nu de helft voorbij. Paragraaf 1.10 Natuurwetenschap heeft insturmenten nodig om te onderzoeken. De telescoop werd ontdekt en men ontdekte veel sterren. Er waren problemen over de onscherpte van die sterren en men kon de afstand slecht zien. Door het maken van de telescoop in 1918 kon men nevels van sterren onderscheiden. De afstand was te moeilijk om in AE weer te geven dus doen ze het buiten het zonnestelsel in lichtjaren(300.000 kilometer per seconde) Over het melkweg stelsel hoe die inelkaar zit en hoe die eruit ziet moet je zelf maar kijken op P 37 en alle andere dingen van paragraaf 10 moet je zelf maar ff lezen snap er zelf ook niks van:S:S:S Paragraaf 1.11 De mens kan stenen mee nemen van planeten maar toch weet men meer over de chemische samenstelling van de zon. Dat komt door het licht, het bevat informatie over atomen en moleculen. Het instrument waarmee wit licht kan worden gesplitst heet een spectroscoop. De kleurenband die je krijgt heet een spectrum. In het zonnenspectrum zien we zwarte lijnen Deze lijnen verraden de chemische samenstelling. Eeen duidelijke lijn in het gele deel kon niet worden geïdentificeerd. Dit kwam opdat moment alleen op de zon voor. Na vindingen op aarde werd helium ontdekt en die had dezelfde lijn als die van de zon. Alle elementen die we op aarde vinden zijn ook op de zon waargenomen.. Het aantal van die elementen zijn in verhouding met de grote.(zie tabel 1.6 op blz. 39) Het betekent echter niet dat alleen deze stoffen erzijn op de zon. Het licht komt namelijk alleen van de buitenste laag. Ze kunnen het wel beredeneren, ze denken dat elke ster een andere chemische samenstelling heeft. Tot nu toe is er geen methoden gevonden omdit beter te onderzoeken.
Paragraaf 1.12
Tussen de sterren zweeft gas en stof dit noemen we interstellaire materie. Verschil tussen gas en stof = gas bestaat uit losse atomen of moleculen en stof uit kleine vaste deeltjes. De interstellaire materie bevindt zich voornamelijk in het melkwegvlak. Je kunt deze alleen zien door licht dat er van achter opschijnt.
Over interstellaire materie weten de onderzoekers niet veel. Het leek alsof interstellaire ruimte alleen moleculen voorkomen van twee atomen. Op aarde bestaan er veel ingewikkeldere bouwen. De wetenschappers zijn hiervan overtuigd doordat er in de ruimte ultraviolette straling is en die breekt moleculen af. In de interstellaire ruimte vooral in de nabijheid van hete sterren zouden hierdoor geen moleculen kunnen bestaan.
In de jaren 50 werd waterstofgas ontdekt. Hierdoor ontstond een nieuwe wetenschap: radiosterrenkunde. In het jaar 1968 werd er straling van het NH3-molecuul ontvangen. Hierdoor bleek dat de bewering van de wetenschappers (geen moleculen) niet juist was. In de jaren daarna werd de ene na de andere grote molecuul ontdekt. Er werden ook moleculen ontdekt die niet op aarde werden aangetroffen. Er zijn meer dan 100 interstellaire moleculen bekend en elk jaar word de lijst langer. Voor het leven op aarde zijn aminozuren essentieel. Er wordt hard gezocht naar deze zuren in de interstellaire ruimte. Tot nu toe zijn deze niet gevonden.
Paragraaf 1.13
Als ergens in een donkere wolk een paar deeltjes op elkaar komen. Komt er een klein gebied dat meer massa vormt dan de rest van de wolk. De zwaartekracht van die deeltjes trekken de rest van de wolk naar zich toe. Als dit lang genoeg gebeurd komt alles heel strak op elkaar te zitten waardoor de dichtheid en temperatuur hoger wordt. Tot ongeveer 1 miljoen graden. Dit is een temperatuur waarbij kernfusie mogelijk is. Als de eerste kernfusie reactie optreedt, is de omzetting van waterstof naar helium. De energie wordt uit gestraald en de ster is geboren.
5 miljard jaar geleden begon dat met ons zonnestelsel. En 55 miljoen jaar later ontstond de ster die wij zon noemen
Eens raakt het waterstof op en hieraan kun je zien hoe oud een ster is. Het waterstof is over 5 miljard jaar op op de zon, hieraan kan men zien dat hij van middelbare leeftijd is.Als het waterstof op is dooft de energiebron. Het gevolg hiervan is dat de temp In het centrum van de zon daalt. Als de temp daalt, wordt ook de druk van het gas minder. Dit betekent dat het buitenste deel van de zon de meer naar buiten gelegen lagen kan samenpersen. Het binnenste gedeelte van de zon trekt samen, de dichtheid wordt groter en de temp stijgt. Door de temp stijging in het centrum worden ook delen van de zon die verder naar buiten liggen heter. In een schil rond het centrum wordt de temp zo hoog dat daar waterstof kan gaan fuseren. Al na korte tijd zal ook dit waterstof zijn omgezet in helium. Dan begint in een daarbuiten gelegen schil de fusie. Het gebied waar waterstof fuseert, komt steeds dichterbij de zon te liggen. Hierdoor zwelt de zon in 300 miljoen jaar op tot de baan van Venus. Dit heeft grote gevolgen voor de planeten. Mercurius en Venus worden door de zon verzwolgen en op aarde wordt het leven onmogelijk door de hoge temp!! Doordat het centrum van de zon blijft samentrekken, stijgt de temp. Als de temp is opgelopen tot 200 miljoen graden, begint een nieuwe fusiereactie. Helium fuseert tot koolstof en daar komt heel erg veel energie vrij. En hierdoor ontploft de zon. Alleen het binnenste deel blijft over. Nog enkele miljarden jaren zal de ster licht en warmte uitstralen. En hij eindigt als een ijskoude donkere bol koolstof. Ze kunnen niet zeker weten van de jaren (miljarden enz) maar door natuurwetten ook toe te passen in de ruimte de daar ook gelden kunnen ze het berekenen. Deze werkwijze is karakteristiek voor de natuurwetenschap. Ze kunnen niet kijke of hun voorspellingen klopppen bij de zon rondom de explosie maar wel bij andere sterren. Hierdoor zijn ze bijna zeker dat het klopt rondom hun voorspellingen. Bij fusiereactie’s ontstaan neutrino’s voor. Deze zijn moeilijk te meten. ER zijn er minder gevonden dan ze verwachten bij de zon. Het model kan niet kloppen of de meet apparatuur.
Rond 1512 zorgde de pool Niklas Koppernigk een revolutionair idee. Dat de aarde om de zon draait net als alle andere planeten. Dit is een heliocentrisch wereldbeeld. Galilei
Hij maakte een telescoop en deed daarmee grote ontdekkingen. • De maan was bergachitg inplaats van rond. Men dacht dat de planeten gladde bollen waren. • Venus had net als de maan ook fasen. • Jupiter had sterren. En die veranderde per dag daarmee kwam galilei dat copernicus gelijk had. Niet al zijn collega’s waren blij met dat idee maar het klopte wel. In 1632 kwam hij met het boek “de dialoog”Daarin schrijft hij over drie manen die het over de indeling van het heelal hebben. De heen denk heliocentrisch ander geocentrisch(aarde is midelpunt) Ander is een gewone burger die meepraat. Hij schreef het in het italiaanse om een groetr publiek te treffen. Dekerk verbood na de de verschijning meteen het beok. EnGalilie moest voor het gerecht komen en kreeg een straf huiserrest hij heeft de laatste 10 jaar in zijn huis gewoond maar heeft wel zijn wetenschappelijke onderzoekingen kunnen doorzetten. Newton
Was hoogleraar in Cambridge hij bedachtde theorieen over krachten beweging die kon men later ook gebruiken voor het lanceren van ruimteschepen. De waartekracht werd uit gebreider beschreven. Daardoor kunnen we ook het heelal beter beschrijven. De planeten draaien om de zon heen om aan de zwaartekracht van de zon te ontsnappen. Paragraaf 1.5 Vroeger had men nog geen klok maar ze konden aan de stand van de zon zien hoelang het nog duurde voor dat het donker werd. Aan de hand van een stok kan je zelf de uren bepalen. Als je naar het westen gaat is het later donker dus hebben ze dat verandert door tijdzones. Veel processen in het lichaam zijn anders over de dag. Bijvoorbeeld je lichaam temperatuur. Er zijn verschillende testen gedaan over de biologische klok maar het is wel zo dat je toch een soortement zonder te zien van het licht en de buitenwereld op de zelfde manier leeft. Mensen die van uit Nederland naar New York vliegen duurt de dag erg lang. En terug moet je hem weer vooruit zetten. Je kunt er klachten van krijgen en dat noemt men de Jetlag. De beste remedie is om je niet terug te trekken maar juist je onder de mensen te wenden zodat je er niet aan denkt. Paragraaf 1.6 Kometen komen vaak voor en er worden steeds weer nieuwe ontdekt. Ver van de zon is de komeet een bal gruis en ijs. Als de komeet naar de zon toe gaat word de kop verhit en gaat die smelten hij krijgt dan een staart door de zonnewind. Het stof in het ijs word dan opgelicht. De staart staat altijd tegenover de zon . Grote kometen krijgen zelfs 2 staarten een rechte en een kromme. Rechte bestaat uit moleculen en atomen kromme uit kleine stofdeeltjes. Dat stof (soms grote stenen) spreidde zich langs de baan en als de aarde die baan kruist kun je veel “vallende sterren”zien. Het stof wrijft met de lucht en word heet en gaat oplichte dit noemen we een meteoor. Maar als die steen de aarde berijkt en op de grond valt heet het een meteoriet. Kometen komen van het buitenste deel van ons zonnestelsel en reizen naar de zon. Ze hebben een doorsnede in de lengte van 50000 AE op die afstand is de snelheid niet sneller dan 2 km per dag. Via een berekening kan men bereken wanneer die hie komt. Op 50000 vind zich een kometen wolk genaamd Oort. Als de ster een komeet daar uit aan trekt kan die in de richting van de zon kan die na miljoene jaren hier komen. De olk is een overblijfsel toen ons zonnestelsel ontstond.
De eerste zeker onmogelijk dacht hij. De 2e wist hij niet of er genoeg meteorieten op de zon vielen om genoeg energie vrij te krijgen. De derde komt kwa energie genoeg vrij maar er waren geen aanwijzingen dat de zon werkelijk inkromp. Begin 19e eeuw ontdekte men de atomen en zijn kernen en dat sommige kernen instabiel waren. Dat werd radioactief afval genoemd. Daarmee zijn goeie maieren gevonden om gesteente te dateren de zon bleek dus 5 miljard oud te zijn. De geleerde waren ervan overtuigd dat de zon via kernfusie leverd. Kernfusie werkt zo::: In alle atoomkernen zitten protonen dit zijn positieve elektrische deeltjes. Het aantal protonen varieert van 1 tot meer dan 90 nu hebben protonen de iegnschap dat ze lkaar afstoten net als magneten. Als een kern atoom alleen uit protonen bestaat dan zou de kern uit elkaar spatten. Daardoor zijn er ook neutronen in een atoom. Alleen bij waterstof kernen is dat niet zo omdat daar maar 1 protoon is zit. Atoom kerne kunnen gebruikt worden omn ernergie op te wekken. Bij het splijten vaneen zware kern komt er veel ernegie vrij. Dit noemen we kernfusie. Dit wordt ook in kerncentrale’s gedaan. Daar worden er per seconde weinig keren gepleten. Bij een bom worden alle beschikbare meteen gefuseerd. Daar komt heel veel enregie bij vrij en word een vuurbal. Een voorbeeld van kernfusie is het samensmelten van 4 protoen tot 1 heliumkern. Dit is ook de mechanisme van een waterstofbom. Om kernen te laten fuseren is veel kracht nodig dus die moeten met hoge snelheid bewegen. In de zon is dat zo daar is het heet genoeg (16 miljoen graden). Kernfusie is heel efficient er komt veel energie vrij. Bovendien bestaat de son uit alleen maar waterstof. De zon heeft brandstof voor 10 miljard jaar daar is nu de helft voorbij. Paragraaf 1.10 Natuurwetenschap heeft insturmenten nodig om te onderzoeken. De telescoop werd ontdekt en men ontdekte veel sterren. Er waren problemen over de onscherpte van die sterren en men kon de afstand slecht zien. Door het maken van de telescoop in 1918 kon men nevels van sterren onderscheiden. De afstand was te moeilijk om in AE weer te geven dus doen ze het buiten het zonnestelsel in lichtjaren(300.000 kilometer per seconde) Over het melkweg stelsel hoe die inelkaar zit en hoe die eruit ziet moet je zelf maar kijken op P 37 en alle andere dingen van paragraaf 10 moet je zelf maar ff lezen snap er zelf ook niks van:S:S:S Paragraaf 1.11 De mens kan stenen mee nemen van planeten maar toch weet men meer over de chemische samenstelling van de zon. Dat komt door het licht, het bevat informatie over atomen en moleculen. Het instrument waarmee wit licht kan worden gesplitst heet een spectroscoop. De kleurenband die je krijgt heet een spectrum. In het zonnenspectrum zien we zwarte lijnen Deze lijnen verraden de chemische samenstelling. Eeen duidelijke lijn in het gele deel kon niet worden geïdentificeerd. Dit kwam opdat moment alleen op de zon voor. Na vindingen op aarde werd helium ontdekt en die had dezelfde lijn als die van de zon. Alle elementen die we op aarde vinden zijn ook op de zon waargenomen.. Het aantal van die elementen zijn in verhouding met de grote.(zie tabel 1.6 op blz. 39) Het betekent echter niet dat alleen deze stoffen erzijn op de zon. Het licht komt namelijk alleen van de buitenste laag. Ze kunnen het wel beredeneren, ze denken dat elke ster een andere chemische samenstelling heeft. Tot nu toe is er geen methoden gevonden omdit beter te onderzoeken.
Eens raakt het waterstof op en hieraan kun je zien hoe oud een ster is. Het waterstof is over 5 miljard jaar op op de zon, hieraan kan men zien dat hij van middelbare leeftijd is.Als het waterstof op is dooft de energiebron. Het gevolg hiervan is dat de temp In het centrum van de zon daalt. Als de temp daalt, wordt ook de druk van het gas minder. Dit betekent dat het buitenste deel van de zon de meer naar buiten gelegen lagen kan samenpersen. Het binnenste gedeelte van de zon trekt samen, de dichtheid wordt groter en de temp stijgt. Door de temp stijging in het centrum worden ook delen van de zon die verder naar buiten liggen heter. In een schil rond het centrum wordt de temp zo hoog dat daar waterstof kan gaan fuseren. Al na korte tijd zal ook dit waterstof zijn omgezet in helium. Dan begint in een daarbuiten gelegen schil de fusie. Het gebied waar waterstof fuseert, komt steeds dichterbij de zon te liggen. Hierdoor zwelt de zon in 300 miljoen jaar op tot de baan van Venus. Dit heeft grote gevolgen voor de planeten. Mercurius en Venus worden door de zon verzwolgen en op aarde wordt het leven onmogelijk door de hoge temp!! Doordat het centrum van de zon blijft samentrekken, stijgt de temp. Als de temp is opgelopen tot 200 miljoen graden, begint een nieuwe fusiereactie. Helium fuseert tot koolstof en daar komt heel erg veel energie vrij. En hierdoor ontploft de zon. Alleen het binnenste deel blijft over. Nog enkele miljarden jaren zal de ster licht en warmte uitstralen. En hij eindigt als een ijskoude donkere bol koolstof. Ze kunnen niet zeker weten van de jaren (miljarden enz) maar door natuurwetten ook toe te passen in de ruimte de daar ook gelden kunnen ze het berekenen. Deze werkwijze is karakteristiek voor de natuurwetenschap. Ze kunnen niet kijke of hun voorspellingen klopppen bij de zon rondom de explosie maar wel bij andere sterren. Hierdoor zijn ze bijna zeker dat het klopt rondom hun voorspellingen. Bij fusiereactie’s ontstaan neutrino’s voor. Deze zijn moeilijk te meten. ER zijn er minder gevonden dan ze verwachten bij de zon. Het model kan niet kloppen of de meet apparatuur.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
goede shit dit ouwe, ik heb dinsdag SE ofzo hoop dat het werkt, laterrr
19 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
aaight
19 jaar geleden
Antwoorden