Artikel 29 t/m 31

28: Een koel hoofd en warme voeten.

· Lichaamstemperatuur.

Dieren hebben heel verschillende temperaturen. Een mens heeft een kerntemperatuur die hoger is dan de temperatuur van handen en voeten. Mensen hebben een constante lichaamstemperatuur.

· Thermometers.

Een thermometer werd vroeger een thermoscoop genoemd. Er werd aangenomen dat Galileo Galilei de uitvinder van deze thermoscoop was omdat hij zo’n verbazende man was. Maar de bedenker van de thermoscoop was Santorio Santorio, die de thermoscoop gebruikte om de temperatuur van een mens te meten. Iemand nam het bolletje in zijn mondof in zijn hand. Het duurde 25 minuten voordat de temperatuur kon worden afgelezen.

· Fahrenheit.


Daniël Gabriël Fahrenheit was een Duitse instrumentmaker en glasblazer. In 1709 maakte hij de alcoholthermometer en in 1714 de eerste wetenschappelijk bruikbare kwikthermometers. Het nul-punt van de Fahrenheit temperatuurschaal ligt op –18 graden, omdat hij het vriespunt van zoutwater als nul-punt nam. En koorts was 100 graden Fahrenheit.

29: Naar beneden.

· Bodem, aardkorst.

De bodem waarop wij leven bestaat uit zand, klei, water, lucht en plantaardig en dierlijk afvalmateriaal. Als de mens de bodem uitput door steeds maar meer water uit de grond te pompen, raakt het evenwicht blijvend verstoord.
De meeste bodems zijn mengsels van zand en klei. Klei is goed geschikt als voedingsbodem voorlandbouwgewassen en als boetseermateriaal. Klei houdt water vast.
Hoe dieper je in de aardkorst graaft, hoe warmer het wordt, dat komt omdat erin het midden van de aarde magma zit (de aardmantel) . De dikte van de aardkorst is ongeveer 70 km.

· Aardmantel.

De aardmantel loopt in een diepte van ongeveer 70 km tot een diepte van circa 2900 km. De temperatuur van het magma is waarschijnlijk een paar duizend graden Celsius.

· Warmtepomp

Airconditioners en warmtepompen zijn warmtemachines, zoals een koelkast. Bij een warmtepomp wordt een bepaald gas gebruikt, bijvoorbeeld propaan, en dit wordt door de warmtepomp samengeperst, daardoor wordt het warmer. Deze warmte stroomt via een warmtewisselaar door je centrale verwarming. Het propaan zit in een gesloten systeem. Na de verwarming wordt de druk verlaagd (expandering) en daardoor wordt het propaan heel koud. Het ijskoude gas stroomt via gesloten buizen en de grote warmtewisselaar door de bodem. Het gas wordt warmer en de bodem kouder. Het gas pomp je weer samen tot een warm gas. Enz, enz.

30: Alles stroomt.

· Riolering.


Het huishoudelijk afvalwater wordt in het riool geloosd. Jaaarlijks wordt er zo’n 600 miljoen kubieke meter (!) geloosd in het riool. Het water in het riool is verontreinigd. Dit rioolwater gaat stinken, omdat de zuurstof gebruikt is bij de afbraak van organische stoffen.

· Rioolwaterzuivering.

Het rioolwater bestaat uit 3 soorten water: huishoudelijk afvalwater, industrieel afvalwater en regenwater. Bij de zuivering van rioolwater gaat het water eerst door roosters, die het meest grove vuil eruit zeven. Dan laat men zand en andere zware deeltjes bezinken. Er zijn ook olie- en vetvangers om vette stoffen die op het water drijven te verwijderen (trap 1) . In de tweede trap wordt het water gezuiverd met bacteriën. Deze bacteriën breken de organische stoffen zo ver mogelijk af. Door beluchting wordt zoveel mogelijk zuurstof aan het water toegevoegd. Het zuiveringsslib bezinkt en het redelijk schone water wordt in een rivier, plas of zee geloosd.

· Microvezeldoek.

De microvezeldoek bestaat uit 70% polyester en 30 % polyamide en kan 500 keer gewassen worden. De vezels van de doek zijn zo fijn en dun, dat het vuil er muurvast in blijft zitten zodat je het moet wassen in de wasmachine.

· Drinkwater.

In Nederland is er veel drinkwater, wij hoeven ons water niet uit afvalwater te maken. Het drinkwater wat wij gebruiken komt uit de spaarbekken van de Brabantse Biesbosch.

· De tijd stroomt.

Einstein toonde aan, op grond van zijn relativiteitstheorie, dat alle gebeurtenissen langzamer gaan als de selheid van hun omgeving verandert.

31: De levende aarde.

· Toekomstvisie.

Anders Sandberg wilde zichzelf laten invriezen, onder het motto nee heb je ja kun je krijgen. Het invriezen van mensen heet cryonic suspension. Het houdt in dat men een mens invriest om ontbinding te voorkomen.

· De club van Rome.


De zogenaamde club van Rome maakte in 1974 zijn toekomstscenario bekend: Grenzen aan de Groei. De aarde raakte vervuild, grondstoffen werden in snel tempo uitgeput en de temperatuur van de aarde steeg ten gevolge van het versterkte broeikaseffect. De optimistische visie van de aarde zegt dat wetenschap en techniek zo snel vooruit gaan, voor elk probeelm wordt wel een oplossing gevonden. De landbouw wordt effectiever en men vindt steeds nieuwe hulpbronnen en als die op raken is er altijd nog de mogelijkheid tot recycling of kernfusie als energiebron.
De pesimistische visie van de aarde zegt dat de mens de aarde heel snel verandert. Fossiele materialen gebruiken wij is zeer korte tijd. Oude wouden worden snel gekapt en met chemische middelen vernietigen wij planten, kleine diersoorten en micro-organismen.

· Lovelock en Margulis.

James Lovelock is een Britse onderzoeker van de atmosfeer, die samen met de Amerikaanse biologe Lynn Margulis vanaf 1966 een onderzoek was begonnen naar de natuurlijke control- en evenwischtproblemen op aarde. Lovelock had de opdracht te onderzoeken of leven op Mars mogelijk was. De atmosfeer van Mars bestaat voornamelijk uit koolstofdioxide. Het lijkt niet waarschijnlijk dat op deze planeet levende wezens zijn te vinden.

· De Gaia-hypothese.

In de atmosfeer zit koolstofdioxide, stikstof, koolstofdioxide en methaangas. Volgens Jim Lovelock wordt zuurstof en methaan geproduceerd door levende organismen. Hij dacht dat alle dingen op aarde een deel van het leven was.

· Zuurstof.

Uit expirimenten was gebelken dat het percentage zuurstof nooit groter zou kunnen zijn geweest dan 21%. Bij 25% zuurstof zou de hele aarde platbranden. Ook de zond wordt steeds warmer, dus de aarde zou ook moeten opwarmen. Lvelock zegt dat het leven op aarde zelf zijn eigen gnstige omgeving regelt.

· Ontstaan leven.

De eerste levende organismen waren anaërobe organismen, dat zijn organismen die zonder zuurstof leven. Zij leefden door vergisting van organische stoffen. Lynn Margulis denkt dat op een zeker ogenblik, zo’n 3,5 miljard jaar geleden, een nieuw type is ontstaan dat het zonlicht kon gebruiken als energiebron. Als bijproduct van hun fotosynthese zou dan zuurstof kunnen zijn gevormd, een voor ieder leven toen dodelijke stof.
In feite vinden geologen dat er vanaf ongeveer 2 miljard jaar geleden metaalertsen worden gevormd. Vanaf die tijd was er dus zuurstof. Zuurstof en leven. Het leven was al ademend leven geworden.


· Daisyworld.

Daisyworld is letterlijk de wereld van de madeliefjes. Lovelock ontwierp dit model van een denkbeeldige heel simpele planeet met maar 2 levensvormen op haar oppervlak: donkere en witte madeliefjes. Als er genoeg water is en eeuwig zonnige dagen blijft de atmosferische samenstelling constant. Zodat het broeikaseffect van de planeet steeds hetzelfde blijft. Doordat de 2 soorten madeliefjes verschillende kleuren hebben en het percentage licht dat wordt gereflecteerd verschillend is, kunnen de madeliefjes de temperatuur veranderen van de grond waarop zij leven.