Artikel 12, 14, 16

De kenmerken van levende wezens:
• Zij kunnen stoffen en engergie uitwisselen met de omgeving (stofwisseling)
• Zij kunnen een stabiel inwendig milieu handhaven (homeostase)
• Zij kunnen in hun functioneren worden bedreigd door oorzaken van binnen het lichaan en door zaken van buiten het lichaam
• Zij kunnen reageren op prikkels uit de omgeving
• Zij ontwikkelen en reproduceren zichzelf volgens een ingebouwde blauwdruk die vastligt in de genen.

Artikel 12
Antoni van leeuwenhoek (1632-1723) ontdekte met zijn microscoop overal kleine diertgens, daarna ging men steeds meer twijfelen aan de theorie van de

generation spontanea : levende organismen kunnen zich doorlopend zomaar uit levenloze materie ontwikkelen.
In 1864 werd door Louis Pasteur aangetoond via het experiment “zwanenhalsexperiment” dat de generation spontanea theorie onjuist is.
Nou kwam de vraag: “als leven niet spontaan ontstaat hoe is dat dan in het verleden gegaan?” hier zijn verschillende theorieën over, die allemaal niet te bewijzen zijn
• Theorie 1: het leven is vanuit de ruimte op aarde gekomen (wij zijn dus aliens)
 Als ondersteuning van deze theorie kan je zeggen dat er in meteorieten en kometen wel koolhydraten en aminozuren( bouwstoffen voor levende wezens) zitten.
• Theorie 2: de oersoep
Exobiologie: is de tak van wetenschap die zich bezighoud met de studie van buitenaards leven.
In 1997 werden op Antarctica meteorieten gevonden, die maakte de vraag: of er leven op mars voorkomt.? Weer actueel
Sommige wetenschappers meenden er fossielen van bacterieachtige organismen te kunnen zien.
Op mars onderzocht de sojourner tevergeefs naar sporen van leven. Andere onderzoekers denken dat er in de atmosfeer van Venus bacteriën leven. Een andere mogelijke plaats is op europa een maan van Jupiter. Er is daar een oceaan die bedekt is met metersdik ijs.
Aanhangers van de theorie dat het leven op aarde is ontstaan en niet uit de ruimte, proberen aan te tonen dat leven echt op aarde is ontstaan, d.m.v experimenten.

Na het opwekken van elektrische bliksemontladingen in een waterige atmosfeer met waterstof, methaan en ammoniak vond de onderzoeker Stanley Miller in zijn proefopstelling oersoep met o.a. aminozuren, eiwitten en bouwstenen van erfelijke materie.

Er was alleen nog niet aangetoond hoe er echt leven kon ontstaan. Hier werkte sydney fox aan. Door zijn experimenten bleek het mogelijk microbolletjes te laten ontstaan uit een mengsel van die aminozuren. Die bolletjes vertoonden verschillende levenskenmerekn: uitwisseling van stoffen met de omgeving, groei, voortplanting. Van het reageren op prikkels of van genen met daarin vastgesteld de erfelijke eigenschappen was geen sprake, vandaar de naam protocellen.
In 2002 had Eckard Wimmer een poliovirus nagemaakt, experimenten wezen uit dat het kunstmatige virus en het natuurlijke virus vrijwel dezelfde eigenschappen hadden. Virussen worden niet beschouwd als levende wezens.
Craig Venter dacht dat hij wist hoe je een kunstmatige bacterie kan bouwen, hij nam het kleinste bekende organismemycoplasma genitalium(komt voor in voortplantingsorganen en longen, heeft 480 genen.) Hij schakelde steeds een gen uit en ontdekte dat er maar 265 tot 350 genen echt noodzakelijk waren. Als je dus die noodzakelijk genen kunt maken kan de rest van een kunstmatige bacterie er gewoon omheen gebouwd worden. Hij vindt dat hij het niet kan maken om verder te gaan, daar is een breder maatschappelijk debat voor nodig.
Virussen kunnen in kirstalvormige toestand worden beracht en zo jarenlang bewaard worden, doordat ze geen zelfstandige vorm van stofwisseling hebben. Voor het uitwisselen van stoffen of energie met hun omgeving hebben ze hulp nodig van een “onvrijwillige” gastheer. Als een virus in aanraking komt met een gastheer dringt hij de cellen binnen en vermenigvuldigt hij zich. Nadat de gastheer de benodigde cellen heeft geleverd, barst deze open zodat de nieuw gevormde virussen weer nieuwe gastheercellen kunnen infecteren.
Prionen zijn een soort van eiwitten, ook geen levende wezens, ze hebben op zichzelf geen stofwisseling en bavatten geen genetische informatie (virussen wel). Prionen zijn wel in staat zich in een gastheer te vermenigvuldigen. De gekke koeienziekte (BSE: Bovine Spongeiform Encephalopathy) en de menselijke variant hiervan CJD(Creutzfeld JakobsDisease) worden waarschijnlijk door zo’n prion veroorzaakt.
Stanley Prusiner gaf een waarschijnlijke verklaring van hoe prionen ziekten kunnen veroorzaken er zijn 2 soorten prionen. Het normale prion-eiwit is een normaal bestanddeel van onze cellen (worden continu vooral in zenuwcellen gevormd en afgebroken) abnormale komen via voedsel binnen(hebben een andere vorm). Als de abnormale prion bij de normale prion komt, word de normale prion gedwongen om een afwijkende vorm aan te nemen. Die kunnen niet worden verwijdert door ons lichaam. De eiwitten hopen zich op en uiteindelijk sterft de cel af. Vrijkomende abnormale prionen kunnen dan weer nieuwe cellen binnendringen enz. Hierdoor ontstaan er gaten in de hersenen, door het verlies van hersencellen worden de bewegingen van de patient steeds schokkiger, het word moeilijker evenwicht te bewaren. symptomen: dementie, blindheid, angstige hallucinaties.
Als alle levensprocessen stil staan spreek je van Stasis. (Techniek van sperma invriezen, het lijkt of de embryo’s dood zijn maar als je ontdooit zijn kunnen ze zich weer verder ontwikkelen)
IVF of in-vitrofertilisatie (kortweg : fertilisatie), ook wel reageerbuisbevruchting genoemd, is een voortplantingstechniek waarbij een of meer eicellen buiten het lichaam worden bevrucht met zaadcellen, waarna de ontstane embryo's in de baarmoeder teruggeplaatst worden.
Het invriezen van volwassen mensen is nog niet gelukt, dit zou een oplossing zijn voor het overbruggen van een lange reistijd zonder te hoeven eten en te verouderen. Of zieke mensen die worden ingevroren en weer ontdooid als er genezing mogelijk is geworden van hun ziekte.

Als een patiënt door een hersenbeschadiging in een toestand van totale bewusteloosheid is geraakt zonder bewustzijn spreek je van een coma. De patiënt reageert nergens op er is geen mogelijkheid om hem wakker te krijgen. Als iemand in coma licht moeten veel lichaamsfuncties in de gaten gehouden worden. Eten en drinken (infuus), urine opvang. Soms moeten apparaten je aan de praat houden, maar sommigen kunnen zelf ademen. De ontwikkeling gaat gewoon door. Soms kunnen patiënten uit een coma ontwaken, maar soms is de coma onomkeerbaar. (diegene is nog niet dood).
Vroeger werd iemand dood verklaard wanneer hartslag en ademhaling onomkeerbaar waren gestopt. (comapatiënten dus niet, de hartslag een bloeddruk konden met apparatuur aan de gang gehouden worden)
In 1968 nieuwe definitie van dood. Nu werd gekeken naar de hersenactiviteit. Wanneer alle hersenactiviteit is uitgevallen spreekt men van hersendood. Orgaandonoren worden na hun overlijden soms aan machines gekoppeld totdat alle bruikbare organen zijn uitgenomen.

Artikel 14
In de Griekse Oudheid werd geen proefondervindelijk onderzoek gedaan naar hoe het menselijk lichaam functioneerde. Daardoor zou namelijk de samenhang van de natuurlijke processen worden verstoord. De moderne kwantumtheorie vindt dit ook: waarnemen houdt in dat omstandigheden worden beïnvloed, en handenarbeid was voor de Griekse denkers een minderwaardige bezigheid.
Vanaf 1300 v.Chr. werden ontledingen gedaan om kennis over de verschillende organen te krijgen (vooral in het museum de universiteit van Alexandrië). Zo ontdekte Herophilus van Chalcedon hersenholten, zenuwen en de twaalfvingerige darm.
Erisistratus van Chios stelde vast dat het voedsel bij het slikken via de slokdarm naar de maag gaat en niet via het strottenhoofd naar de longen. En hij ontdekte dat er kleppen in de aderen zitten, hij dacht dat het bloed hierin heen een weer stroomde. En volgens hem bevatten de slagaders lucht.
Volgens Cornelius Celsus (25 voor Chr – 50 na Chr) werd door Herophilus en Erisistratus zelfs sectie uitgevoerd op levende mensen - het levend villen van mensen werd wel als straf toegepast (veroordeelde misdadigers)
Meeste organen zijn in dode toestand anders geworden, daarom is er ook een methoden om in de buik en borst van levende mensen te snijden. In de moderne natuurwetenschappen word een vergelijkbare redenering gebruikt: Door in te grijpen (experimenteren) verander je omstandigheden en kun je niet alles te weten komen wat je eigenlijk wilt weten - “onzekerheidsrelatie” van Werner Heisenberg ( door het experiment waarmee het ene wordt bepaald, uit te voeren wordt het andere verstoord en andersom).
Bekende geneesheer Glaudius Galenus (circa 130 – 201) ontleedde vooral apen en varkens om bouw en werking van het menselijk lichaam te doorgronden – zijn kennis verwerkte hij in 17 boeken. Een hoofdthema in zijn boeken was dat er een belangrijke samenhang is tussen de bouw en de functie van verschillen de organen. Hij was erg kritisch maar toch bevatten zijn waarnemingen een aantal belangrijke fouten. Hij ging er van uit dat inwendige bouw van dieren overeen kwam met inwendige bouw van mensen. En hij meende niet bestaande poriën te zien in het harttussenschot. Wondernetwerk van dier, heeft mens niet.

In de eeuwen na Galenus werd niet veel meer gedaan aan ontleding, sommige ontledingen gebeurden in geheim, omdat paus Bonifatius Vlll het niet toestond. De lijken die hiervoor gebruikt werden, werden ’s nachts opgegraven. 1474 liet paus Sixtus lV stuurde brief naar iedereen, mocht nu wel ontleden.
De geneesheer Andreas Vesalius (1515-1561) had een passie voor ontledingen, vroeger ontleedde hij veel dieren, en tijdens zijn medicijnenstudie veel mensen. Door al die ontledingen had hij een grote kennis over het menselijk lichaam.
Ook had hij een keer een lijk gevild voor zodat hij uit de problemen was, door villen worden lijken onherkenbaar. Ook corrigeerde hij veel fouten van Galenus, maar niet allemaal ook hij stelde dat er poriën waren in het hartschot, hij gaf alleen wel toe dat hij ze niet kon vinden. In 1543 verscheen zijn beroemd geworden boek De Humani Corporis Fabrica. Ook verscheen er dat jaar een boek van Nicolaus Copernicus over de posities van de hemellichamen in het heelal.: De Revolutiionibus Orbium Coelestium.
Na de ontledingen konden de zachte organen niet bewaard worden, het was dus belangrijk dat er goede tekeningen gemaakt werden vanaf de17e eeuw werden wasmodellen gebruikt om te laten zien hoe menselijk lichaam binnenin in elkaar zit, ze waren 3dimensionaal was groot voordeel (tekeningen maar 2 dementies.)
Eerst werd er een mal gemaakt, daarin werd gesmolten was gegoten (bijenwas met een beetje terpetijn) ze waren meestal natuurgetrouw nagemaakt. Petrus Koning (1787-1834) is door zijn wasmodellen beroemd geworden. Om het gebruik van proefdieren en mensenlijke lichamen te verminderen zijn er tegenwoordig allerlei nagemaakte modellen in gebruik waarop medici in opleiding kunnen oefenen.
Door een mengsel van kleurstoffen, paraffine en harsolie in bloedvaten te spuiten kon men deze fixeren en langere tijd bewaren. Vanaf 1886 ging men glycerol en methanal als conserveermiddelen gebruiken. Vanaf 1893 Formaline, lichamen konden nu een lange tijd bewaard worden tot het moment dat de ontleed werden.
In 1977 ontwikkelde Günther von Hagen een nieuwe conserveringstechniek - al het lichaamsvocht werd vervangen door aceton en daarna vervangen door kunststof. Nu hoefden de lichamen niet meer in een conserveringsvloeistof bewaard te worden, zijn reukloos en kunnen in allerlei posities gefixeerd worden.
Hij had op 20-11-2002 een openbare lijkschouwing gepleegd op een 72 jarige duitse man die lange tijd 2 pakjes per dag rookte en vanaf zijn 50e iedere dag 2 flessen whisky had gedronken. Het was eigenlijk verboden maar hij verdedigde zich ermee dat hij de anatomie democratiseert zodat die niet alleen voor beroepsmedici beschikbaar is.
In VS omgebrachte man lichaam beschikbaar gesteld voor wetenschap - in dunne plakjes gesneden, die daarna zijn gefotografeerd en op een cd-rom zijn uitgebracht. De computer kan uit al die beelden weer een compleet beeld maken voor elk willekeurig orgaan, dat dan weer op een beeldscherm van alle kanten bekeken kan worden, zelfde als diagnostische scantechnieken in ziekenhuizen.

Artikel 16
Als de oorzaak van een ziekte in een betovering wordt gezocht, probeerde men door allerlei rituelen deze betovering op te heffen. Als de ziekte wordt gezien als straf van god, zal de zieke aangespoord worden deze ziekte geduldig te dragen en zich te bekeren. In hospices kregen terminale patiënten tot hun overlijden verzachtende en pijnstillende (palliatieve zorg). Ze dachten dat er bij ziekte sprake was van een verstoring van het evenwicht.

De Humorenleer: De bekende Griekse Geneesheer Hippocrates van Kos had bedacht dat het lichaam zijn eigen herstel middelen in zich had hij had bedacht dat voor de gezondheid 4 lichaamsvloeistoffen (humoren) van belang waren : Bloed, Slijm, Zwarte gal, gele gal. Wanneer het evenwicht tussen deze 4 verstoord raakte werd de patiënt ziek. Te veel bloed - was hij/zij te vurig moest bloed kwijt - te veel zwarte gal - ontstonden tumoren - te veel slijm – reuma. Het bloed aftappen ging doormiddel van aderlatingen en Bloedzuigers zijn ziekteleer is de basis geweest van de westerse en Arabischislamitische geneeskunde en werd tot de 19e eeuw gebruikt. De behandeling bestond meestal uit de volgende dingen:
1. aderlatingen
2. Toepassen van laxeermiddelen of van een Klysma
3. Het aanleggen van compressen en mengsels
4. het toedienen van een kruidenbrouwsel
Het principe hierachter was de “contraria contrariis curantur” = theorie van de tegenovergestelden. (lichaam te warm  moest gekoeld worden)
Tegenwoordig word dit principe nog vaak in de moderne westerse geneeskunde toegepast, als iemand een tekort aan ijzer heeft moet dit aangevuld worden en krijgt hij het advies op staalpillen te slikken. Na sommige operaties worden bloedzuigers ingezet om door bloedingen opgezwollen weefsels te behandelen. Ook worden soms maden ingezet om wonden schoon te maken en dood vlees daaruit te verwijderen.
In 1865 verscheen het boek: “inleiding tot de experimentele geneeskunde”Claude Bernard 19e eeuwse Franse arts schreef: “op grond van haar karakter als experimentele wetenschap heeft de experimentele geneeskunde geen bepaald systeem en wijst ze niets af bij de genezing van ziekten; zij gelooft en aanvaardt alles, mits het gebaseerd is op waarneming en bevestigd door proeven (gaat over moderne geneeskunde).
Het kenmerk van reguliere geneeskunde, het word zeer scherp gecontroleerd. Elke nieuwe behandelingsmethode uitgebreid getest voordat die methode wordt toegelaten. Nieuwe medicijnen mogen pas op de markt worden gebracht wanneer een uitgebreide testprocedure heeft uitgewezen dan ze een duidelijk werking hebben. In deze testprocedure spelen placebo’s en dubbelblind onderzoek een belangrijke rol. Verder moeten de bijwerkingen bekend zijn en op de bijsluiters gezet worden.


Placebo - afgeleid Latijnse psalmtekst (Placebo Domine) - nu nepmedicijnen zonder werkzame bestanddelen kijken of groep die test op werkelijkheid berust - proef wordt dubbelblind uitgevoerd.(personen die het testen en de proefpersonen mogen niet weten of het een placebo is of niet) Placebo effect is een effect dat je denkt dat het medicijn helpt maar uiteindelijk is je eigen lichaam het. Omdat je denkt dat je genezen wordt. Om dus een medicijn te testen moet eerst gekeken worden of het geen placebo is.
Door de verbetering aan de medische kennis kan je als dokter voortaan lang niet meer alles weten je bent gespecialiseerd op een onderwerp zoals hersenchirurg. Ruductionistische” benadering = bijv. “blinde darm op zaal 10”
Holistische benadering = mens als geheel van maatschappelijke, geestelijke, lichamelijke factoren gezien wordt.
SamuelHahneman (17-1843) is de grondlegger van de homeopathie (similia similibus curantur) hij merkte dat geneesmiddelen in grote hoeveelheid slecht voor je zijn maar in kleine hoeveelheid wel genezen. Zo bedacht hij homeopathie. De kern achter homeopathie is dat je het middel waarvan je de symptomen van de ziekte krijgt bijv, ui =>(allium sterk verdunde extract van ui) tranen heel erg verdunt zodat het weer een genezende functie heeft. Als middel tegen neusverkoudheid. Soms wordt het zelf zo erg verdund dat het niet meer aantoonbaar is dat het erin zit soms zit er zelfs geen 1 molecuul meer in van de stof ze zeggen dan dat het water de eigenschappen van de stof onthoudt. Hierdoor word het lichaam gestimuleerd net zoals bij vaccinatie is het idee. Een homeopaat houdt niet alleen rekening mee met de klachten maar ook met dromen enz. En dat heeft ook gevolg op het recept wat je mee krijgt. Bij homeopatie bestrijd niet het geneesmiddel zelf de ziekte, maar het lichaam zelf wordt hiertoe aangezet. Het is niet hetzelfde als vaccinatie - verschil: bij homeopathie wordt niet de ziekteverwekkers zelf toegediend (de veroorzakers van de ziekte), maar stoffen waarvan men veronderstelt dat ze gelijkwaardige symptomen opwekken. Homeopaat gaat uit van het totaalbeeld van de ziekte, zowel psychisch als lichamelijk - wordt niet alleen naar klachten gevraagd, maar ook naar persoonlijke zaken, zoals dromen en andere psychische ervaringen.
Sinds 2002 is er ook registratieplicht voor homeopathische middelen voor die tijd was het alleen verplicht voor gewone geneesmiddelen de homeopathische middelen worden nu ook getest of ze schadelijk zijn. Alleen homeopatische middelen worden verkocht, waarvan is aangetoond dat ze veilig zijn. In homeopathie gewerkt met minerale, dierlijke, menselijke, scheikundige en farmaceutische stoffen.
Kruidengeneeskunde (fytotherapie) is geneesmiddelen halen uit uitsluitend plantextracten. VB: valeriaan(word gebruikt bij slapeloosheid, geeft een ontspannende slaapbevorderende werking) Voordeel: Ze komen uit de natuur dus waarschijnlijk niet zo schadelijk. Vaak wordt gedacht dat kruidenmiddelen ongevaarlijk zijn en zelfs beter zouden zijn dan gewone medicijnen omdat het natuurlijke middelen zijn. Maar gewone medicijnen hebben ook vaak plantaardig eherkomst Nadeel: Concentraties waarin de verschillende bestanddelen in een plant voorkomen sterk kunnen wisselen. En er zitten meerdere stoffen in die bijwerkingen kunnen hebben. Kruidenmiddel werken ook niet volgens het homeopatische simillia-principe, maar doordat ze ene tegengestelde werking hebben.

Acupunctuur: er zitten wegen in ons lichaam 2 tegenstelde krachten die elkaar in balans houden Yin & Yang. Yin & Yang zijn uitingen van levensenergie die in bepaalde banen door het lichaam lopen. Als die energie gelijkmatig loopt ben je gezond. Bij een onjuiste verdeling of als een baan niet meer stroomt onstaat ziekte. Die maken ze weer goed met behulp van naalden. Als op de juiste baan met een acupunctuurnaald zou prikken zou het evenwicht weer hersteld kunnen worden. Acupuctuur wordt ook gebruikt als verdovingsmiddel bij de tandarts of operaties. Het lijkt erop dat het menselijk lichaam door de acupunctuurbehandeling zelf endorfinen aanmaakt, die een verdovende werking hebben  vergelijkbaar met morfine.Er is geen wetenschappelijke verklaring voor, net als bij homeopathie.
Homeopathie, kruidengeneeskunde en acupuctuur zijn voorbeelden van alternatieve geneeswijzen. Er zijn nog meer alternatieve geneeswijzen zoals: Chiropractie, enzymtherapie, gebedsgenezing, iriscopie, manuele geneeskunde en paranormale geneeskunde. Veel van deze geneeswijze berusten op principes en behandelingen waarvan de werking niet op wetenschappelijke wijze is of kan worden aangetoond.
Frans eewse arts Claude bernard: volgens haar heeft de experimentele geneeskunde geen bepaald systeem en wijst ze niets af bij de genezing van ziekten. Ze gelooft een aanvaart alles
Mensen die bang zijn dat hen iets ernstigs mankeert, mensen die voor elk wissewasje naar de dokter gaan, soms is er niets aan de hand maar lukt het de arts toch niet om dit duidelijk te maken, wanneer ze blijven aandringen op medicatie zal de arts soms een placebo voorschrijven om hen tevreden te stellen. Patiënten die per se een bepaald medicijn willen gebruiken doen soms veel moeite om dit voorgeschreven te krijgen. (soms worden artsen om die reden bedreigd) Het is dus nodig om voor een bepaalde behandeling dat de dokter de mensen uit zijn praktijk goed leert kennen en dan er een vertrouwenrelatie ontstaat