Artikel 1-6, 8-15, 19-37, 39, 41, 43-57, 59, 62

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 9258 woorden
  • 24 maart 2007
  • 58 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
58 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Artikel 1-6, 8-15, 19-37, 39, 41, 43-57, 59, 62 Artikel 1. -Verschil tussen wetenschappelijke omschrijvingen. Mythologie = de bevestiging van het op een bepaalde manier naar de wereld kijken. (Natuur)wetenschappelijk = • Natuurwetenschappers zoeken naar de werkelijke oorzaken van waargenomen verschijnselen. W • In de verklaring krijg je alleen maar de werkelijk waargenomen feiten een plaats. • Een verklaring hoeft niet altijd te kloppen (zoals bij de eendjes) • Een wetenschappelijke verklaring die niet slaat op één situatie maar op een algemeen verschijnsel noem je een theorie. • Uit een wetenschappelijke theorie kan een voorspelling worden afgeleid. • Je kunt kijken of de theorie juist is door het te testen. • Karl Popper wil een omgekeerde benadering. Dus je moet proberen de voorspelling niet uit te laten komen. • Moderne theorie wordt vaak samengevat in wiskundige formules. Wel een uitgebreide experimentele meting nodig om de uitkomst te controleren. Artikel 2 - Kenmerken van de nieuwe ontwikkelingen: o De nieuwe apparaten zijn tot op zekere hoogte steeds beter. o Hogere capaciteit. o Niet steeds duurder en komen in het bezit van steeds meer mensen. o Kleiner en gebruiksvriendelijker. o Er zit steeds meer computer elektronica in. - Ontwikkeling van de geneeskunde zijn nog wel het meest spectaculair. o Mogelijkheden voor diagnose en behandeling die vroeger onmogelijk leken. - Wetenschappelijk onderzoek wordt vooral verricht in laboratoria en universiteiten. - Decennia: een periode van 10 (aaneengesloten) jaren. - Vroeger: o Fietstassen: canvas (vlas van hennep) of leer (dierenhuiden)
Artikel 3 Zonder nieuwsgierigheid geen ontwikkeling Artikel 4 - Waarom doet men aan wetenschap? o Nieuwsgierig, eigenwijs, geldzucht, ambitie, arrogant, medelijden. - Vroeger salicylzuur als pijnstiller. Gewonnen uit de bast van de wilg. - Later acetylsalicylzuur = Aspirine (bestaat al 105 jaar) - Science park: een aantal bedrijven waar de onderzoekers zelf financieel voordeel proberen te halen uit hun onderzoek. - Salvarsan: bijnaam “606e stof” die hij testte
o Giftig genoeg om de ziekteverwekker te doden
o Niet zo giftig dat de patiënt er nog veel zieker van werd. - Ammoniak: belangrijk voor de landbouw. - Tegenwoordig wordt het besluit om een bepaald type onderzoek al dan niet te laten doorgaan vaak in de openbaarheid genomen. o Vooral op het gebied van het medisch onderzoek - Het geld voor het onderzoek komt immers vaak van de overheid. - Haber: omstreden onderzoeker
o Naast zijn onderzoek aan bijv. ammoniaksynthese hield hij zich ook bezig met strijdgassen. - Verloop ziekte syfilis: o Ontstaan van zweren (enkele weken na de besmetting) o Koorts (na enkele maanden) o Roze plekjes op de handpalmen en voetzolen. o Ontstekingen in allerlei organen (enkele jaren later) - Samenstelling chilisalpeter: natriumnitraat - Nitreerzuur: explosieven van maken. Artikel 5 - Vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn heel veel mensen, vooral mannen, gaan roken. - In Nederland gaan per jaar ong. 23.000 mensen dood aan het roken. o Kanker, longemfyseem of aan een hartkwaal. - Convenant: een duidelijke afspraak tussen 2 of meer partijen. - Polyvinylchloride (pvc) is niet verboden. Men heeft alleen aanvullende eisen gesteld aan de productieprocessen om de werknemers en het milieu beter te beschermen tegen het vinylchloride. - Functie weekmakers in kunststoffen: het maakt kunststof soepeler. - Vinylchloride: bestaat uit kleine moleculen die onder bepaalde om onder bepaalde omstandigheden aan elkaar kunnen worden gekoppeld tot enorm lange, draadvormige pvc-moleculen. - Pvc van hoge kwaliteit wordt zonder bezwaren gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie en in medische toepassingen. - Mac-waarde van vinylchloride: per één miljoen luchtmoleculen mogen er maximaal drie moleculen vinylchloride voorkomen. - 3 ppm: 3 parts per million = 3 deeltjes per miljoen. - Mac-waarde: in mg/m3 Artikel 6 - Kinderaspirine: bevat geen Aspirine ® meer, wel Paracetamol

o Paracetamol: 100 of 120 milligram per tablet. Voor volwassenen 500 milligram. - De samenstelling van kinderaspirientjes is verandert, omdat de kans op een hartinfarct groot was. o Nadelig voor hartpatiënten. - Als je een paar keer de maximale dagdosering inneemt is paracetamol voor een mens een levensgevaarlijke gifstof. - Waarom maken ze zoveel ‘antireclame’ in de bijsluiter? o Wettelijke verplichtingen. o De fabrikant dekt zich op deze manier in tegen mogelijke schadeclaims van ontevreden gebruikers die het geneesmiddel zeker niet hadden gebruikt als ze van tevoren op de hoogte waren geweest van een bepaald soort bijwerking. - Twee organen van kinderen worden sterk beïnvloed door het gebruik van acetylsalicylzuur: o Maag
o Hersenen Artikel 8 - Vinylchloride kan kanker veroorzaken. (werd in 1973 ontdekt). - Oorzaken voor het lange uitblijven van maatregelen tegen de blootstelling aan asbest: o In Nederland is er niet één persoon of instantie bestaat die voor alles verantwoordelijk is. De mensen die bij de landelijke overheid werkten, verwachtten wellicht dat de werknemers of de vakbonden zo nodig voor zichzelf zouden opkomen door veiliger werkomstandigheden af te dwingen bij de werkgevers. Maar de vakbonden moesten in tijden van werkloosheid vaak kiezen tussen òf werkgelegenheid, òf de gezondheid van werknemers. Ze kozen dan niet altijd automatisch voor de gezondheid. - Het blijkt uiteindelijk de zorg van iedere betrokkene te zijn om zichzelf goed op de hoogte te stellen van de nodige informatie, en daaruit zijn eigen conclusies te trekken. - Het is moeilijker geworden om alle wetenschappelijke ontwikkelingen bij te houden. - Om goed op de hoogte te houden: o Is het van belang dat je goed de weg weet naar allerlei info.bronnen. Het is minstens zo belangrijk dat je leert om de informatie snel te schiften, zodat alleen datgene overblijft wat voor jou in jouw situatie belangrijk is. - Zelf de ontwikkelingen in de gaten houden. - De situatie kan in een jaar compleet veranderen. - Men wilde jarenlang niet geloven dat asbest longkanker en andere ziekten veroorzaakt, omdat: o Astbest zo gewoon was. Miljoenen mensen hadden voorwerpen van deze stof in en rond het huis gebruikt. - Vragen positieve ontdekkingen in de toekomst: o Verkleining van hartaanval bij gewoon theedrinken? o Remt aspirine groei darmkanker? o Vitaminen het dichtslippen van bloedvaten voorkomen? - Aangebrand vlees van de barbecue: kankerverwekkende stoffen. - Kippen en kippeneieren zijn erg vaak besmet met de salmonellabacterie. Artikel 9. Titel verklaren. Glazenbol - toekomst, niet natuurwetenschappelijk
Horloge - tijd, is te meten, klopt precies
Alle meteorieten enz. weten. Sterren staan niet stil aan de hemel. Elk etmaal maken zij een rondje rond de poolster > poolster staat dus stil. Kometen: Vliegende bergen van ijs (met stof bevuilt), die een zeer langgerekte ellipsbaan om de zon bewegen. Als ze dichterbij de zon komen verdampt een deel van het ijs. Dan ontstaat er een wolk van gas en stofdeeltjes die je van af de aarde kunt zien. Dit is de kop van de komeet. Achter de kop is de staart van elektrisch geladen gasdeeltjes de staart is altijd naar de zon toe. Meteoren: Dit zijn kleine stofjes die met 60km p.s. de aardatmosfeer binnen dringen. En dan door de wrijving met de lucht opgloeien. Meteorieten: Brokstukken uit de ruimte die zo groot zijn dat zij in de aard aardmosfeer & planetoïden niet geheel verbranden. Je ziet een vuurbal voordat ze in de aarde inslaan. Als ze erg groot zijn noem je het planetoïden of asteroïden. Supernova’s: Is een exploderende superster die is opgebrand. Na het opraken van de brandstof voor de kernfusie stort het binnenste van een zwarte ster ineen tot een neutronenster of als een ster zwaar genoeg was tot een zwart gat. Buitenste lagen worden de ruimte in geblazen en zenden een sterke straling uit. In de wetenschap kunnen alleen feitelijke uitspraken worden gedaan. Alles moet je kunnen controleren en kunnen bewijzen. Artikel 10. Alle modellen kennen. Techniek / natuurwetenschap - wat is het verschil

Modellen worden vaak vereenvoudigd toegepast. Anders kan je de werkelijkheid niet begrijpen. Ze worden ook steeds getoetst en bijgesteld. Maquette: Een gebouw in het klein. Schaalmodellen: Je laat de opbouw van iets zien. De verhoudingen blijven even groot. Atoommodel: Wordt vergroot weergegeven. Structuurmodel: De weergave is niet helmaal goed op schaal. Kan op een schaalmodel lijken en geeft een soort plattegrond of schema van de onderdelen weer. Cybernetische modellen: Maakt de regulering en organisatie van een systeem duidelijk. Door een stroomschema met pijltjes. (kringloop) Mathematische modellen: Cijfermatige verbanden in wiskundige formules en exacte grafieken. Bij natuurwetenschap worden modellen gebruikt om een voorstelling te maken van de werkelijkheid. Ze worden gebruikt om de werkelijkheid te beschrijven, te verklaren en om voorspellingen te kunnen doen. Bij techniek worden modellen gebruikt als hulpmiddel om iets uit te testen. Chaostheorie: proberen een verklaring te geven voor complexe patronen en verbanden in de natuur. Fractals: figuren die ontstaan door na het invullen van de formules zie je dergelijke herhalingen van zichzelf maken tot in het oneindige. Artikel 11 Assimilatie= uit kleine moleculen grote moleculen samenstellen. dissimilatie= verbranding, grote moleculen afbreken. homeostase= stabiel inwendig milieu in dynamisch evenwicht
dynamisch evenwicht = er zijn continue veranderingen, maar over het geheel gezien
verandert er niets (er komt steeds iets bij maar er verdwijnt
ook weer iets) prikkel= gebeurtenis in of om een organisme waarop dat organisme
kan reageren
zintuig= deel van het lichaam dat kan reageren op prikkels (licht – oog) gen= deel van een chromosoom dat een bepaalde eigenschap
draagt
chromosoom = “drager”van erfelijke eigenschappen
Mutatie= plotselinge verandering van de (chemische) samenstelling
van een gen
signaalstof= Impuls= een elektrisch signaal in je lichaam. Artikel 12 coma= toestand van langdurige bewusteloosheid
infuus = voedingsmiddelen toedienen rechtstreeks in het bloed
hersendood = hersenen geven geen signalen meer, het EEG geeft een vlak beeld (dan ben je dus overleden) irreversibel= onomkeerbaar

embryo = 0 – 8 weken
foetus= 9- geboorte
stasis = toestand waarbij alle levensprocessen stilstaan (diepgevroren) virus= organisme die zelf geen zelfstandige vorm van stofwisseling
hebben maar hiervoor de hulp hebben van een ”onvrijwillige”gastheer
infecteren= besmetten
prion = eiwit met geen stofwisseling, maar vermenigvuldigt zich als
een virus
symptomen= ziekteverschijnselen
dementie= aftakeling van de persoonlijkheid
hallucinatie= waandenkbeeld
Infecteren= Bacterie= CJD= symptomen lijken op psychiatrische aandoening of tintelingen fo dof gevoel. Snel dement, hallucinaties, blindheid, geen coördinatie over spieren, na ongeveer 14 tot 15 maanden zijn de helft van de patiënten overleden. BSE= ook wel gekke koeie ziekte genoemd, hersenaandoening bij koeien, waardoor het hersenweefsel afbreekt, je kan er ziek van worden, als je besmet vlees eet. Hallucinatie= Cyborg= levend organisme gekoppeld aan apparaat. Artikel 13 porie= kleine opening

wondernet= bloedopeenhoping die in de kop zit bij aantal dieren. Artikel 14 sensor= een apparaat dat een fysische grootheid kan meten en
omzet in een elektrisch signaal
percussie = (Be)kloppen
ECG ElectroCardioGram: maakt impulsgeleiding van het hart zichtbaar
CT-scan Computer-tomografie: vlakke beelden in diverse tinten
NMR-scan = Nucleair Magnetic Rotation
PET-scan = Positron Emissie tomografie
EMG/EEG Electro-Encephalo-Gram: maakt impulsgeleiding hersenen
zichtbaar
Echograaf/scoop= geluidsgolven worden als beeld weergegeven (zie aantekeningen) (PET-fles poly etheen tereftalaat) 15, behandelwijzen: De behandeling van een ziek(t)e hangt sterk af van de oorzaak waaraan de ziekte wordt toegeschreven. Het maakt namelijk nogal iets uit of je de oorzaak bestrijdt of juist aan symptoombestrijding doet. Als de oorzaak van de ziekte in een betovering wordt gezocht, tracht men door middel van allerlei rituelen op te heffen. Vaak speelt hierin een medicijnman/-vrouw een belangrijke rol. De bekende Griekse geneesheer Hippocrates van Kos ging bij de behandeling van ziekten vanuit dat het lichaam zelf de middelen tot herstel in zich had. Hij onderzocht van een patiënt het totaal van lichaam en geest samen. Vier lichaamsvloeistoffen die van belang waren zijn: bloed, slijm, gele gal en zwarte gal. Wanneer het evenwicht tussen deze vier verstoord raakte, werd de patiënt ziek. Hippocrates van Kos ziekteleer is de basis geweest van de westerse en Arabisch-Islamitische geneeskunde en werd tot in de negentiende eeuw gebruikt. De behandeling van ziekten bestond aanvankelijk meestal uit een aderlating, het toepassen van laxeermiddelen of van een klysma, het aanleggen van kompressen of het toedienen van een kruidenbrouwsel of van speciale mengsels. Een verschil tussen de benadering van Hippocrates van Kos en die van de moderne westerse medische wetenschap die zich vanaf de zeventiende eeuw ontwikkelde, is dat Hippocrates van Kos zijn patiënten als één geheel van lichaam en geest zag en behandelde. Het holistische model, dat een mens ziet als een geheel van maatschappelijke, geestelijke en lichamelijke factoren, echter weer aan populariteit. Acupunctuur is weer een anderen vorm om ziektes te behandelen. Als de energie gelijkmatig en goed door het lichaam stroomt, is de mens gezond. Bij een onjuiste verdeling of als de energiebaan niet meer stroomt, ontstaat ziekte. Door op de juiste plaats in de juiste meridiaan met een acupunctuurnaald te prikken kan het evenwicht weer worden hersteld. In plaats van het principe ‘contraria contrariis curantur’ past de homeopathie, waarvan Samuel Hahnemann (1755-1843) de grondlegger is, het principe ‘similia similibus curantur’ toe. Het gelijksoortige moet door het gelijksoortige worden genezen. Voorbeelden van enkele anderen alternatieve geneeswijzen zijn: antroposofische geneeskunde, chiropractie, enzymtherapie, gebedsgenezing, iriscopie, kruidengeneeskunde, manuele geneeskunde en paranormale geneeskunde. Het woord placebo is afgeleid uit het antifoon (=een beurtzang) Placebo Dominio, genomen uit psalm 116. 19, Cellen in oorlog: Je kunt worden geïnfecteerd met virussen, bacteriën, schimmels, ééncellige diertjes en grotere parasieten. Enkele bacterie kan in theorie na drie uur 512 nakomelingen hebben geproduceerd. Sommige ziekten krijg je maar één keer, zulke ziekten noemt men kinderziekten. Omdat je meestal op jonge leeftijd voor het eerst besmet raakt. Daarna maakt een hernieuwd contact met de ziekte verwekker je niet meer ziek. De term infectie komt van het Latijnse woord ‘inficere’, dat eigenlijk ‘met iets aanmaken’ betekend. Sommige ziekteverwerkers kunnen zichzelf dus vermeerderen, zoals bacteriën en virussen. Virussen zijn overigens een bijzonder geval. Ze zijn zo klein, dat ze geen volledige organisme vormen. Ze kunnen zichzelf alleen vermeerderen binnen in een cel. De cel sterft op het moment dat de nieuwe virussen vrijkomen. Halverwege de veertiende eeuw begon voor West-Europa een periode van ruim drie eeuwen waarin grote pestepidemieën voorkwamen. De pest werd op mensen overgebracht door de beet van vlooien die gewoonlijk huisden in de vacht van de zwarte rat. Tijdens een epidemie stond gastvrijheid praktisch gelijk aan zelfmoord. Et was tenslotte een grote kans dat de vluchtelingen al besmet waren, maar nog geen ziekteverschijnselen vertoonden. De pest kon in korte tijd een heel dorp uitroeien. Men had in de eeuwen waarin de pest woedde, geen of weinig besef van de oorzaak van de ziekte. Contagium: de stof die een besmettelijke ziekte veroorzaakt. Tot 1864 heeft het moeten duren voordat de Franse onderzoeker Louis Pasteur het experiment deed dat overtuigend aantoonde dat er niet zoiets bestaat als ‘generatio spontanea’, het ontstaan van levende wezens uit dode materie. In 1848 had de Oostenrijkse arts Ignaz Semmelweis ontdekt dat de oorzaak van infectie besmetting met een levende ziekteverwekker, zoals een bacterie, is. Het duurde echter tot 1865 voordat zijn idee algemeen was geaccepteerd. De beroemde Engelse chirurg Joseph Liser (1827-1912) voorkwam besmetting in de operatiekamer door het bacteriedodende middel fenol te verstuiven en door zijn handen te wassen met fenoloplossing. Deze methode heet ‘antisepsis’. Later verving men deze aanpak door ‘asepsis’, waarbij alles wat met de operatiewond in aanraking komt, van tevoren volledig is gesteriliseerd. In 1546 stelde de Italiaanse arts Girolamo Fracastoro namelijk al dat besmetting met de ziekte syfilis tot stand komt door levende kiemen. Met deze stelling kon men de toenmalige kennis blijkbaar niets aanvangen.
20, immuniteit Hesse beschrijft niet de ziekte zelf, maar wel de doden en het effect van de plaag op de samenleving. De nieuwsgierige Goldmund kijkt ondanks alle ellende gefascineerd in het rond, als een hedendaagse journalist in een oorlogsgebied. Thucydides probeert naar zijn eigen zeggen een waarheidsgetrouwe lezing van de feiten te geven. Hij beschrijft in tegenstelling tot Hesse het verloop van de ziekte in detail. In het eerste van de weergegeven fragmenten spreekt hij van de ‘behandeling’ van de ziekte. We mogen aannemen dat dit niet meer inhield dan het zo goed mogelijk verzorgen van de zieken zodat hun geringe overlevingskansen iets groter werden. 21, Het immuunsysteem Ons lichaam heeft in veel gevallen een gepast antwoord op ernstige infectieziekten. Hiervoor is het immuunsysteem verantwoordelijk. Geen enkele cel of virus is helemaal glad. Aan de buitenkant zitten altijd uitsteeksels die voor elk soort weefsel en elk soort ziekteverwekker verschillend zijn. Zo’n uitsteeksel heet een ‘antigeen’. Je immuunsysteem gaat ervan uit dat alles wat vreemd is moet worden vernietigd. De B-lymfocyt, is in staat voor een antigeen een soort muilkorfje te maken. Dat is een molecuul dat precies passend gemaakt is voor het vreemde uitsteeksel. De B-lymfocyten maken grote hoeveelheden van deze antilichamen en laten ze los in het bloed. In het bloedplasma of in het weefselvocht gaan de antilichamen hechten aan de antigenen van de ziekteverwekkers. De B-lymfocyten zitten vooral in de lymfeknopen. In de lymfeknopen wacht een groot aantal B-lymfocyten tot er weer een beroep op ze wordt gedaan. Bij de eerste infectie zijn er veel B-lymfocyten gevormd van het soort dat de juiste antilichamen maakte. Meestal zijn er veel meer cellen gevormd dan er toen nodig waren. In het geval van een herhaalde infectie heeft het immuunsysteem het antwoord al klaar, maar het duurt toch enige tijd voordat het effect bereikt is. De opnieuw optredende aanwezigheid van de antigenen moet worden opgemerkt door de B-lymfocyten die de passende antilichamen kunnen maken. Dan pas gaan die cellen hun antilichamen weer een grote hoeveelheden produceren. Om de antilichamen goed te laten hechten aan de antigenen worden ze door de B-lymfocyten precies op maat gemaakt. Men heeft geschat dat we in ons leven in aanraking kunnen komen met maximaal een miljoen verschillende soorten antigenen. Daartegen kunnen de B-lymfocyten – als het nodig is – precies de goede antilichamen maken. Een aantal ziekten, zoals verkoudheid, kun je een week nadat je hersteld bent alweer oplopen. Dat komt doordat zo’n ziekte in feite een verzameling is van allerlei iets van elkaar verschillende ziekten. De eerste die inzag dat een doorgemaakte besmetting geen bescherming biedt tegen een andere infectieziekte niet klopte was de Engelse plattelandsarts Edward Jenner (1746-1823). In zijn tijd waren er grote epidemieën van de pokken, een uiterst besmettelijke virusziekte waaraan een kwart van de patiënten overleed. In 1789 besmette Jenner zijn zoontje van anderhalf jaar oud met pokken, afkomstig van een ziek varken. Het jongetje werd – zoals verwacht – niet ernstig ziek. Twee jaar later raakte het besmet met de gevaarlijke mensenpokken, nar het schijnt opzettelijk door zijn vader. Het kind bleef gezond. Ter ere van de plattelandsarts Jenner noemt men dit soort inenting ‘vaccinatie’ naar het Latijnse woord voor koe, ‘vacca’. Het middel waarmee men vaccineert wordt ‘vaccin’ genoemd. Als er van een ziekteverwekker geen zachtaardiger variant beschikbaar is, kunnen we de gevaarlijke ziekteverwekker voor et vaccineren eerst doden of zodanig verzwakken, dat hij niet veel schade meer kan aanrichten. Tegen sommige ziekten vaccineert men met stukjes van de buitenkant van gedode ziekteverwekkers waarin de belangrijkste antigenen zitten. Het voordeel van deze methode is dat je bij de vaccinatie zeker niet ziek wordt. Het nadeel is dat de antigenen soms zo snel werden opgeruimd, dat de resulterende immuniteit niet erg sterk is. * Bij vaccinatie maakt het lichaam zin eigen antilichamen. Daarom noemt men dit ‘actieve immunisatie’. Wanneer iemand hiertoe niet in staat is of wanneer de patiënt al erg verzwakt is, dient men soms antilichamen toe die door een dier gemaakt zijn tegen de ziekte. Men noemt dit ‘passieve immunisatie’. * Dieren hebben hun eigen immuunsysteem. * Er worden niet alleen antilichamen gemaakt tegen virussen en bacteriën. Ook grote voorwerpen, zoals een onder de huid gedrongen splinter, worden op dezelfde manier tegemoet getreden. * Behalve B-lymfocyten zijn er ook T-lymfocyten. De meeste T-lymfocyten maken ook antilichamen tegen de antigenen op ziekteverwekkers. Ze laten die antilichamen niet los in het bloed, zoals de B-lymfocyten dat doen, maar bouwen ze in hun eigen celmembraan. * Fagocyten kunnen bacteriën nog goed opeten. Grotere eenheden kunnen ze niet binnen krijgen, zoals complete cellen waarin virussen zich aan het vermeerderen zijn. * Het belangrijkste uitgangspunt van het immuunsysteem is dat alles wat vreemd is, moet worden vernietigd. Bij transplantaties is dat een groot probleem, want dan willen we juist dat het immuunsysteem het vreemde orgaan met rust laat. 22, Antibiotica en resistentie In 1909 had Paul Ehrlich de stof salvarsan ontdekt. Hiermee konsyfilis worden genezen. In 1935 ontdekte Gerhard Domagk dat de stof sulfonilamide goed werkt tegen de bacterie Streptococcus, die longontsteking kan veroorzaken. De Schotse microbioloog Alexander Fleming had al eerder een stof ontdekt die veel beter werkte tegen bacteriën, maar zijn demonstraties met die wonderlijke stof werden nooit serieus genomen. Flemings stof werd gemaakt door de schimmel Penicilium notatum. Uiteindelijk werd deze stof ‘penicilline’, pas in de Tweede Wereldoorlog goed onderzocht en op grotere schaal geproduceerd. In 1959 lukte het een team van Engelse chemici en biologen om de werkzame stof zelf te maken zonder de hulp van een schimmel. Heteerste synthetische antibiotica ontwikkelt met fantastische namen en spectaculaire eigenschappen. Antibiotica waren onmiddellijk een doorslaand succes. In een krantenartikel wordt de MRSA-bacterie in het Deventer Ziekenhuis genoemd. In feite hebben alle ziekenhuizen erg veel last van deze en andere bacteriën. De meeste personeelsleden en bezoekers hebben er weinig last van, maar bij sommige patiënten kunnen ze levensbedreigende infecties veroorzaken. Artikel 23 Een b-lymfociet maakt antilichamen. Dit zijn een soort muilkorfjes die een ziekteverwekkers onwerkzaam maken. Als de ziekte volledig weg is, onthoudt het immuun
systeem deze code, en zodra deze ziekte nog een keer in hetlichaam komt, kan het snel worden gedood en wordt je niet meer ziek, je bent dan immuun. Inenten gebeurt tegenwoordig vaak, ze spuiten een zwakke of dode ziekte in, en je immuunsysteem
doodt die ziekte, daarna ben je er later immuun voor.
Artikel 24 Antibiotica werd in 1935 uitgevonden, door Gerhard Domagk.. hiermee kon men bepaalde ziektes doden, zoals long
ontsteking. In 1959 eerste antibiotica. Het was een succes, en werd ook onder dieren toegepast. Teveel antibioticum nemen kan ervoor zorgen dat, de bacterie resistent ertegen wordt 25, Naar beneden De bodem waarop wij leven, bestaat uit simpele stoffen: zand, klei, water, lucht en verder nog uit plantaardig en dierlijk afvalmateriaal. Bij droogte kan de bodem uitdrogen en scheuren; na een regenval herstelt de bodem zich. Er zijn verschillende soorten grond, bijvoorbeeld veengrond, kleigrond en zandgrond. Veengrond bestaat organisch materiaal, dat zijn plantenresten van eeuwen geleden. Klei en zand zijn verweringsproducten van bergen en rotsen. Het verschil tussen klei en zand is de grootte van de korrels. Humus is een stof die door invloed van schimmels en bacteriën onstaat uit planten- en dierenresten. 26, Alles stroomt Het water is verontreinigd met wasmiddelen, urine en faecaliën. Huishoudelijk afvalwater bevat hoofdzakelijk organische stoffen. Bij lozing kan dit water gaan stinken; alle zuurstof is namelijk bij de afbraak van de organische stoffen gebruikt. Het rioolwater bestaat uit drie soorten water. Huishoudelijk afvalwater, industrieel afvalwater en regenwater. De zuivering gebeurt in twee trappen. Eerst gaat het water door roosters, die het meest grove vuil eruit zeven. Vervolgens laat men zand en anderen zware deeltjes bezinken in zogenaamde zandvangers en bezinkingstanks. Heraclitus (circa 540-480 voor Christus), uit Efese in Klein-Azië, dacht dat constante verandering of stroming het meest fundamentele kenmerk van de natuur was. Een ander filosoof, Empedokles van Agrigentum dacht dat water altijd water bleef en lucht altijd lucht. Hij geloofde dat de natuur uit vier elementen of basisbestanddelen bestond: aarde, water, lucht en vuur. De relativiteitstheorie van Einstein heeft het denken over ruimte en tijd veranderd. Mary Shelleu was al eerder beroemd geworden dor haar verhaal over het monster van Frankenstein. In 1883 schreef de onbekende en excentrieke graaf Didier de Choussy de roman Ignis (vuur). Artikel 27, Doorlatende lichamen in een gesloten wereld De bekendste biochemische kringloop is de ‘koolstofkringloop’. Groene planten slagen erin om de koolstofdioxide uit de lucht op te nemen en daar met behulp van water glucose van te maken. Er ontstaat, als een soort afvalstof, ook zuurstof. Artikel 28 Onder dieren kan de lichaams temp. Veel verschillen.Bij een mens is 41 °C al dodelijk zijn. Santorio santorio -> thermometer uitgevonden. Fahrenheit in 1714 eerste kwik thermometers. 0° C = 32 ° fahrenheit. 37 °C = 98, 6 °Fahrenheit. Artikel 29 - Ecologisch evenwicht: de levende en niet-levende bestanddelen blijven min of meer gelijk in aantal en van gelijke soort. - Planten, mensen en dieren vormen met de omgeving waarin zij leven samen een evenwicht. (dynamisch evenwicht.) - Bodem: o Zand, klei, water, lucht, plantaardig en dierlijk afvalmateriaal. - als de mens de bodem uitput door steeds maar meer water uit de grond te pompen, raakt het evenwicht blijvend verstoord. - Verschillende soorten grond: o Veengrond -> organisch materiaal, plantenresten. o Kleigrond

o Zandgrond § Klei en zand zijn verweringsproducten bergen en rotsen. -> verschil klei en zand: grootte van de korrels. - De meeste bodems zijn mengsels van zand en klei. - Grond kan humus bevatten. -> dat is een stof die door invloed van schimmels en bacteriën ontstaat uit planten- en dierenresten. o Als je humus door klei mengt, wordt deze grond juist losser, waardoor het water kan worden afgevoerd en lucht kan binnenkomen
o De eigenschap om water vast te houden maakt klei geschikt als voedingsbodem voor landbouwgewassen, maar ook als boetseermateriaal voor porselein of voor beeldjes. o Door de uit klei gevormde producten eerst te drogen en dan te bakken ontstaat een hard en vuurvast materiaal, dat geen water meer doorlaat. - Eonen: miljarden jaren. - Op honderd meter diepte voelt de aarde nog steeds koel aan, maar op een diepte van duizend meter is het al behoorlijk warm, en wordt het steeds warmer. - Vulkaanuitbarsting: door de hoge temperatuur en druk - De aardmantel loop van ong. 70 km tot een diepte van circa 2900km. - Er zit waarschijnlijk diep in de aarde meer water dan in alle oceanen van de aardkorst bij elkaar. - Met een waterpomp kun je ’s zomers ook milieuvriendelijk koelen. Airconditioners and waterpompen zijn warmtemachines. - Dieper in de aarde is het warmer, het komt door het natuurlijke uiteenvallen van radioactieve stoffen in de aardkorst. Daarbij wordt warmte geproduceerd. Gras Kleur Dikte (mm) Wat je eraan kunt zien
Laag 1 Donkerbruin 250 - laat wortels zien- overwegend organisch materiaal
Laag 2 Crème - laat zien dat ijzer is uitgespoeld
Laag 3 Geel - laat zien dat ijzer is ingespoeld
Steengruis Grijs 500 – erosie 30, Ozon Kanker wordt ook wel ouderdomsziekte genoemd. Kanker wordt grotendeels veroorzaakt door leefgewoonten. Een klein deel is te wijten aan milieufactoren, zoals asbest of straling. Ook zonnebanken en zonnelampen kun je huidkanker krijgen. Vooral kinderen en mensen met een gevoelige huid wordt afgeraden om ‘een zonnebankje te nemen’. De hoeveelheid UV-straling die op de aarde terechtkomt, wordt voor een groot deel geabsorbeerd door de ozonlaag. Schapen en ander vee krijgen huidkanker. De ogen van mensen en dieren worden aangetast; dit heet foto-keratits of sneeuwblindheid. Het immuunsysteem wordt aangetast. Op de huid ontwikkelen zich melanomen. Het is een nieuwe of groeiende moedervlek, met een onregelmatige omtrek of met verschillende kleuren bruin/zwart. Met behulp van gegevens uit de jaren 1979 en 1988 kun je uitrekenen dat er in 2003 helemaal geen ozon meer boven Antarctica aanwezig zal zijn. Artikel 31 - Toekomstvisies: o Didier de Choussy: op een gegeven moment heeft de aarde alle energiebronnen verbruikt. Alleen het vuur binnen in de aarde is nog over. Er wordt een stad gebouwd op 12 km diepte, voor 25000 mensen. o Transhumanisten: de toekomst ziet er uiteindelijk hoopvol uit en in afwachting daarvan kan men zich alvast laten invriezen. o Optimistische visie: wetenschap en techniek gaan zo snel vooruit; er wordt voor ieder probleem wel een oplossing gevonden. o Pessimistische visie: de mens verandert de aarde wel héél erg snel, de laatste tijd. Fossiele materialen, die in 600000000 jaren gevormd zijn, verbruiken wij in duizend jaar. - Mars: atmosfeer: voornamelijk CO2, heel ijle laag, koud, geen broeikaseffect. - Venus: atmosfeer: voornamelijk CO2, heet, sterk broeikaseffect. - Club van Rome, waarschuwing: de vervuiling neemt toe, grondstoffen uitgeput, aarde opgewarmd. - Zuurstof: percentage op arde zou nooit veel groter kunnen zijn geweest dan 21 volume%. o Als de zuurstofgehalte 22% zou zijn, dan is de kans op wereldomspannende bosbranden al twee keer zo groot als nu. o Bij 25% zuurstof in de lucht zou de hele aarde platbranden. - Lovelock zegt: het leven op aarde regelt zelf zijn eigen gunstige omgeving. - De eerste levende organismen waren anaërobe organismen, dat wil zeggen dat zij zonder zuurstof leven; zij leefden door vergisting van organische stoffen. - Daisyworld: de zwarte madeliefjes raken oververhit en sterven. De witte madeliefjes krijgen nu de overhand en zij reflecteren het zonlicht. Daardoor daalt de temperatuur.
Artikel 32, IJzer in bloed en ijzer op zich IJzer, in het Latijn ferrum, was al in gebruik in de prehistorie. Het is het vierde meest voorkomende element op aarde. Het is het goedkoopste metaal en de grondstof van staal. Als je te weinig ijzer in je rode bloedlichaampjes hebt, noemt de arts dat ‘bloedarmoede’. Het metaal ijzer is te vinden in magnetische meteoorstenen. In de oudste steden werden al zo’n 6000 jaar geleden vele metalen bewerkt en gebruikt, zoals koper, goud en ijzer uit meteoorstenen. De reactievergelijking 3 Fe (s) + 4van de bereiding van ijzer uit ijzererts is: Fe3O4 (s) + 4C (s) CO (g). De industriële revolutie begon in de achttiende eeuw met het gebruik van cokes in plaats van houtskool. De eerste gietijzeren brug werd in 1779 gebouwd. In 1850 werden onafhankelijk van elkaar in Engeland door Sir Henry Bessemer en in Amerika door William Kelly nieuwe soorten goedkoop staal geproduceerd. waterkringloop: o planten voeren water van de grond naar de atmosfeer. o Mensen transpireren en laten het zweet verdampen. Zo voegen we waterdamp toe aan de atmosfeer. We plassen en laten het vocht via de riolering naar de zee stromen. o Water: vast, vloeibaar, gasvormig - Brahman: datgene waaruit alle wezens ontstaan, waardoor ze leven en waarheen ze weer terugkeren. - De dood van een bepaald organisme is een belangrijk moment: voor andere organismen. Op dat moment namelijk komen de stoffen waaruit het organisme bestond, volledig vrij voor gebruik door de andere. - CO2 gehalte wordt niet beïnvloed als: het elkaar in evenwicht houdt. Bij verbranding van een brandstof met plantaardige olie komt CO2 vrij. Maar tijdens het maken van olie heeft de plant een vergelijkbare hoeveelheid CO2 opgenomen (uit de lucht). - Desintegratie: het uit elkaar vallen van een verband. - Troposfeer: het onderste deel van de atmosfeer, tot 10 km hoog. - Stabiel intern milieu: zorgvuldig constant gehouden omstandigheden in je lichaam. - Fotosynthese: proces in de groene plant waarbij de energie van het zonlicht wordt gebruikt om glucose te maken uit H2O en CO2. Er ontstaat ook O2. Stikstofkringloop Koolstofkringloop - planten nemen met hun wortels stikstofverbindingen op uit het grondwater.- Mensen en dieren eten planten om aan eiwitten en andere voedingsstoffen te komen. - Wat ze te veel aan eiwitten binnen krijgen, wordt verbrand en afgebroken.- De afvalstoffen worden uitgeplast.- Ureum en ammoniak kunnen dienen als voedsel voor de planten - groene platen nemen CO2 uit de lucht op. Maken daar met behulp van water glucose van.- Er ontstaat ook zuurstof.- Wanneer een dier van een plant eet, krijgt hij onder andere zetmeel binnen. - Dit wordt verteerd tot glucose. - De cellen van het dier kunnen deze glucose verbranden, waarbij opnieuw water en CO2 ontstaan. Artikel 34 - Wit licht is een mengsel van de kleuren van de regenboog. -> regenboog wordt ook veroorzaakt door de prismawerking van regendruppeltjes. Zonlicht kaatst tegen de druppeltjes terug en zo kan je het zien. - Licht: een golfverschijning. Kan zich voortplanten in het vacuüm. Van infrarood licht ß-> tot aan ultraviolet licht. - Andere soorten elektr.magnetische straling: röntgenstraling, gammastraling, radar, microwave, radiogolven. - Geschiedenis loopt via: o Maxwell: 1873 wetten voor het elektromagnetisme. Licht is ook een elektromagnetische golfverschijnsel. o Fitzgerald: elektromagnetische golven kunnen opgewekt worden met een snel wisselende elektrische stroom. o Hertz: Produceert met twee spoelen vonken waarbij elektromagnetische golven worden opgewekt. Hij bewijst Maxwells voorspelling. o Popoff: ontwerpt een ontvanger waarmee hij verwijderde onweersbuien kan registreren. o Marconi: zond het eerste radiosignaal over. - Een trilling van 100 MHz: 100 miljoen trillingen per seconde. - Om een grote hoeveelheid informatie over te zenden wordt de informatie toegevoegd aan een draaggolf. - Ja kan informatie meegeven aan de draaggolf door de amplitude te variëren. -> amplitude-modulatie (AM) of frequentie-modulatie (FM) - Metalen houden golven tegen. - Stoorsignalen waren afkomstig van onweersbuien maar voor een deel ook uit de ruimte. - Voor elektromagnetische straling met een golflengte, kleiner dan die van het licht staat vast dat deze schadelijk is. - De energie van de straling neemt snel af met de afstand tot de radiobron. -> als de afstand 10x zo groot wordt, is de intensiteit honderd keer zo klein geworden. - Wat kun je met je ogen zien, maar niet met radar? Alle zaken die kleiner zijn dan de golflengte van radarstralen. - Voor zichtbaar licht en IR hebben wij een zintuig. - Ozonlaag houdt IR tegen. Artikel 35 - Ozon = O3, lichtblauwe gas met een scherpe, knoflookachtige geur. o Gevaarlijk: het reageert met allerlei stoffen. o Zit in de stratosfeer. (2% ozon, verder stikstof, O2, argon, CO2, H2O) o Beschermt ons tegen UV straling van de zon. Zonder ozon, geen leven. - Warmtebeelden kunnen door bepaalde trucs met de computer worden omgezet in zichtbare beelden. De dikte van de ozonlaag kan door remote sensing worden gemeten door middel van GOME. (-> meet hoeveelheid ozon, maar ook zwaveldioxide, stikstofdioxide en aërosolen in de atmosfeer.) - Boven Antarctica vond ieder jaar een enorme afbraak van de ozonlaag plaats, mede door het gebruik van spuitbusjes met cfk-gas en vulkaanuitbarstingen. - Wat kun je krijgen van UV-straling? Schapen en ander vee huidkanker. De ogen van mensen en dieren worden aangetast. Op de huid ontwikkelen zihc melanomen. Immuunsysteem wordt aangetast. - Melanoom: het is een nieuwe of groeiende moedervlek, met een onregelmatige omtrek of met verschillende kleuren bruin/zwart. Groter dan een erwt, ontstoken, rood randje, bloeden, of heeft een korstje. Gevoelig. Atmosfeer van boven naar beneden Kenmerken
Exosfeer 900 kilometer hoogte. Hieruit ontsnappen steeds gassen de ruimte in. Thermosfeer 80-450 kilometer boven de aarde. In deze laag kan de temperatuur oplopen tot 2000 ˚C. Beetje ozon, juist slecht, want daarin werkt het als broeikasgas. Mesosfeer 50-80 km hoog. Onderin niet erg koud, bovenin wel. Stratosfeer 20-50 km. Koude laag, onderin kouder dan bovenin. ‘Ozonlaag’ op 30 km hoogte. Op 20 -> 30 km hoogt parelmoerwolken. (zijn ontstaan doordat het daar boven Antarctica extreem koud is, -80 ˚C , kleine ijsdeeltjes.) Troposfeer Bij de evenaar tot 20 km hoogte, bij de polen tot 10km. Hierin speelt het weer zich af. - Jim Lovelock: Engelse wetenschapper, uitvinder en schrijver, kreeg in 1990 de eerste Amsterdamse Milieuprijs van de Koninklijke Nederalndse Academie van Wetenschappen. -> hij ontwikkelide een apparaat waarmee bestrijdingsmiddelen in de atmosfeer konden worden gemeten. - Paul Crutzen: Nederlander die bij het Max Planck Instituut in Mainz werkt, kreeg in 1995, samen met de Amerikanen Molina en Rowland, de Nobelprijs voor Chemie. -> belangrijk onderzoek van de atmosfeer, vooral over de afbraak van de ozonlaag Artikel 36 Massa is een hoeveelheid van materie, massa kun je wegen met een balans. 1789 -> Lavoisier -> massa gaat niet verloren, Einstein is het er iet mee eens, geen universele wet
Flogiston = vuurstof, vroeger dachten mensen dat dit in brandbare stoffen zat, de ontdekking van zuurstof en de rol van zuurstof bij verbranding maakte een eind aan de flogistontheorie. Alcohol is -> • zeer brandbaar, goed schoonmaakmiddel • een giftige stof • gevaarlijker dan soft drugs, maakt mensen minder geremd • gist+suikerwater, paar dagen laten staan op 37 graden • gevaarlijk als mensen geen actieve vorm van ALDH bezitten, dan worden ze vergiftigd door de stof ethanal, die dan niet afgebroken wordt
Berkeley (17-18e eeuw) -> materie bestaat niet, de wereld om ons heen is wat zij schijnt. Materie = massa die je kan aantonen en meten
Artikel 37 Ijzer zit in het hemoglobine in gebonden toestand, hemoglobine bevindt zich in de rode bloedcellen en zorgt voor transport van zuurstof door je bloed. Bloedarmoede = te weinig ijzer in je rode bloedlichaampjes -> staalpillen
Ijzerhoudende stoffen = appelstroop, sesamzaad, peterselie, zonnebloempitten
Vitamine C, verbetert ijzeropname
Ijzer = Fe, 4e meest voorkomende element op aarde, goedkoopste mtaal en grondstof van staal
Bereiding van ijzer uit ijzererts = Fe3O4(s)+4C(s)=3FE(s)+4CO(g) Artikel 39 Papyrus = voorloper van papier uit Egypte, papyrusmatten, niet zo fijn en minder sterk
Eerste gedrukte boekwerken verschenen in Korea, Japan en China. Rond 1450 pas in Europa, in Duitsland. 1926 -> van der Grinten ontdekt witdrukken ipv blauwdrukken. Océ-papiersoorten, krantenfoto’s en fotopapier. 65% van het in Nederland gebruikt papier gaat terug naar de papierfabriek. 100% is niet haalbaar, er is ook vers papier nodig. Tekenaars -> rotswanden – perkament(dierenhuid) – zijdepapier (uit China en Japan 17e eeuw) *In het Paleolithicum (oudste Stenen Tijdperk van vóór 5000 voor Christus) werden door de mannen en vrouwen met behulp van werktuigen, zoals houten en benen graafstokken, houwelen van hertshoorn en stenen vuistbijlen, allerlei materialen uit de aarde opgegraven. *In het Neolithicum (de late Steentijd, van 5000-3500 voor Christus) werden stenen houwelen en hamers gebruikt om kalksteen en turkoois te vinden. *In het Predynastische Tijdperk (3500-3000 voor Christus) gingen de mensen gangen graven om materialen te vinden en werd voor het eerst vuur gebruikt om het met koperen werktuigen te bewerken. *Metalen Tijdperk is vanaf circa 3500 voor Christus. *In de kopertijd (3000-2200 voor Christus) werden ovens gebouwd om uit koperertsen het metaal koper vrij te maken. *In de Bronstijd (2200-1200 voor Christus) werden brede mijngangen gemaakt die met hout werden betimmerd. *In de Vroege IJzertijd (1200-500 voor Christus) werkten mensen in enorme steengroeven en leerde men elkaar de kunst van het smeden van ijzer en het harden van het ijzer tot staal in het houtskoolvuur. *De Late IJzertijd (500-50 voor Christus) is een tijd waarin steeds meer ijzer voor van alles en nog wat werd gebruikt. *Hierna kwam het Romeinse keizerrijk (50 voor Christus-300 na Christus), een enorme wereldrijk, dat ten slotte door… metaalvergiftiging. Maar dan wel door het metaal lood. Artikel 41 In onze hersenen zit een smaakcentrum en op onze tong zitten smaakreceptoren (holletjes waarin een molecule van een zoete, zure, bittere of zoute stof precies past) De info loopt via de zenuwen naar het smaakcentrum. Er zijn maar 5 smaken die je toch kan waarnemen, de rest gebeurt dmv geuren.
Artikel 43 Mijnbouw en metallurie in de oudheid -> • paleolithicum (vóór 5000 voor C), stenen als sieraad, of werktuig • kopertijd (3000-2200 voor C), koper maken dmv ovens • vroege ijzertijd (1200-500 voor C), ijzersmeden • late ijzertijid (500-50 voor C), magneetsteen, gereedschap, serviesgoed, sieraden. Magnetisme -> magneetijzersteen, gevonden in de stad magnesia, element magnesium(niks te maken met magnetisme), Magnetische noordpool en zuidpool, deze veranderen langzaam van plaats. Het aardmagnetische veld is samengesteld uit -> • de vloeibare buitenkant van de kern van de aarde (ongeveer 90% van het aardmagnetische veld) • magnetisch gesteente in de aardkorst • elektrische stromen in de aardkorst • effecten van oceaanstromingen
Sommige bacteriën bewegen zich mbv magnetische zintuigen. Artikel 44 De natuur is de uitvinder van glas -> rotsen smelten door bliksem, meteorieten slaan in en glasachtige stoffen worden gevormd. Obsidiaan -> natuurlijk glas, werd in de steentijd al gebruikt, door de jaren heen ging men het glas verwerken, kralen – gekleurd glas – blauw glas (egypte) – 1e 2e eeuw voor C, glasblazen en spanningvrij maken van glas. De islam heeft -> de uitvindingen en wetenschap van de oudheid bewaard, gekopieerd en verspreid. Gewerkt als verbindingsschakel tussen oost en west. Arabische geleerden maakten glas met Borax ipv met soda of potas, afkomstig uit China. Hans Lippershey -> uitvinden van de telescoop 1608
Galilei -> verbeterde de telescoop, sterrenkijker
Artikel 45. In de oudheid probeerde men de seizoenen te voorspellen aan de hand van de sterren. Zo is te zien aan de bepaling van pasen (de eerste zondag na volle maan na het begin van de lente.) Pas in de 15e eeuw kwam men erachter hoe de cycls van de aarde in elkaar zat. Ook Maand en Maandag wijzen op het gebruik van de maan in de oudheid. De maankalenders waren helaas niet goed. De maanden verlopen niet prcies mwt de omloop van de maan. In Egypte keek men vroeger naar de ster Sotis (Sirius) als deze 's ochtends boven de horizon kwam ging de Nijl overstromen en werd de grond vruchtbaar. Om de pozitie van een ster te bepalen maak je gebruik van twee vaste punten. Het Azimuth is de hoek die de ster maakt met het noorden en kan worden gemeten met een kompas. Het andere punt is de hoogte, de hoek tussen de horizon en de ster. De oude sterrenobservatoria bestaan uit stenen die op een groot veld staan. Er werden instrumenten gemaakt die de positie van een ster bepaalden. Artikel 46. De zon is voor ons het belangrijkste hemellichaam. Artikel 47 Kennis over sterrenbeelden gaat achteruit -> lichtvervuiling (te veel verlichting) De sterrenbeelden die wij kennen hebben namen gekregen uit de Griekse mythologie. Orion -> 1 van de weinige sterrenbeelden die lijken, herder of jager. Eerste geschrift over sterrenbeelden -> 1700 voor C, kleitablet uit Mesopotamië Eudoxos -> eerste Griek die sterrenbeelden beschrijft 400 voor C. Astronoom -> Grieks voor “hij die de sterren benoemt” Hipparchus -> eerste die op systematische wijze sterren catalogiseert en onderzoekt, meer dan 1000 sterren. Hij bedacht het magnitudesysteem, dat gebruiken we nog steeds. Sterren met magnitude 6 zijn precies honderd keer zwakker dan sterren met magnitude 1. Ptolemaeus -> Egyptenaar die het werk van hipparchus heeft overgenomen en verbetert. Al-Battani -> Arabier die rond 900 in zijn “boek der vaste sterren” het werk van prolemaeus behandelt. De eerste Europese steratlassen 15e eeuw. Tijd van de ontdekkingsreizen -> leidde tot nieuwe sterrenbeelden. Lacaille voegt in 1754 14 nieuwe constellaties toe, bv de klok, het kompas, allen namen van wetenschappelijke instrumenten. 1928 de grenzen van de 88 officiële sterrenbeelden worden vastgesteld, elke ster behoort nu tot een sterrenbeeld. Artikel 48 Hemelkoepel = hemelgewelf

Zenit = hetgeen recht boven je hoofd zit als je naar de hemelkoepel kijkt, Poolster (=polaris)-> staat in het noorden, maakt deel uit van de kleine beer, staat in het verlengde van de aardas dus positie verandert niet. Melkweg -> de witte band die over de hemel loopt
Ecliptica -> de lijn waarlangs planeten, zon en maan bewegen
Verandering van de hemel wordt veroorzaakt door het draaien van de aarde, 24 uur een heel rondje, per uur een draaihoek van 15 graden. Circumpolaire sterren -> sterren van wie de gehele cirkel boven de horizon ligt. (tegenovergestelde = niet-circumpolair) Hemelbol -> ziet de hele hemel om zich heen, het principe is uitgevonden rond 1500, op schepen waren er hemelglobes, hiermee kon mits juist gedraaid op elk moment de hemelkoepel worden weergegeven. De positie van een ster is aan te geven met twee hoeken -> de azimut = de kompasrichting (noord = 0 graden, oost = 90 graden, zuid = 180 graden, west = 270 graden) en de hoogte, hiermee wordt de hoek bedoeld tussen de ster en de horizon. Astrolabium -> oudste meetinstrument om de hoogte te meten. Artikel 49 Megalieten -> stenen die enkele duizenden jaren geleden zijn neergezet in Bretagne (Frankrijk) in de nieuwe steentijd (neolithicum). Ook in Engeland, allemaal oriëntatie op het noordoosten, hoe-> , nog geen magnetisch kompas, gekeken naar bewegingen aan de hemel, zon en maan. Stonehenge -> 1 van de meest imposante megalithische monumenten, zijn symmetrie-as legt de zomerzonne-wende vast, als mensen deel gaan uitmaken van groepen, ontstaat de behoefte aan gemeenschappelijke uitgangspunten, bindende elementen. Middenin de steencirkel staat een reusachtige kompasroos. Stonehenge voorzag aan de behoefte aan een officiële kalender., wanneer moet er worden gezaaid, de wisseling van de seizoenen konden gevolgd worden, regelmaat van de natuur. De zon komt niet altijd in het oosten op, naarmate de herfst nadert vindt de opkomst van de zon minder noordelijk plaats, tot 21 december, winterzonnewende, de boog die de zon nu beschrijft is veel kleiner. Kalenders zijn de neerslag van periodieke verschijnselen van de natuur(dag en nacht, seizoenen en vorm en positie van de maan) Maankalenders -> oudste, niet zo goed, afwisseling van de seizoenen loopt niet gelijk. Egyptenaren hadden een kalender die was gebaseerd op de nijlstand, zij ontdekten sirius, de schemeropkomst van deze ster, de helderste van de hemel, werd gekozen als begin van het Egyptische jaar, zonnekalender, 12 maanden van 30 dagen en begin van het jaar 5 dagen buiten de maanden. De herkomst van onze kalender ligt in het nabije oosten. De Juliaanse kalender -> zonnekalender, om de 4 jaar een schrikkeljaar, iets te veel, de seizoenen verschoven, nieuwe correctie -> schrikkeljaren worden weggelaten bij de eeuwwisseling met uitzondering van jaartallen die deelvaar zijn door 400. Artikel 50 In een warme omgeving reageert het lichaam door arbeid te ontmoedigen. In warme omgevingen dient de siësta om de activiteit in de heetste uren van de dag te beperken. Waarom is het zoveel warmer in het zuiden-> We kijken naar de richting van de zonnestralen, hoe verticaler de stralen, hoe warmer. De verbreidingssnelheid van epidemieën in de tropen is veel groter, bij de bof is de factor 8, bij malaria 90. Bilharzia en slaapziekte worden overgebracht door parasieten. Malaria wordt overgebracht door een mug. David Landes -> Arm en rijk, klimatologische oorzaken voor ontwikkelingslanden, wij kennen winters, de winter is een stille dood voor insecten en parasieten. Wij danken de winter aan de scheve stand van de aardas, veroorzaakt door een botsing met een ander hemellichaam. Erathostenes -> bracht als een van de eersten temperatuurverschillen op aarde in kaart, 275 voor C, berekende omtrek van de aarde, maakte wereldomsspanende landkaarten, dit werk werd afgemaakt door hipparchus en ptolemaeus (vader van moderne geografie) Artikel 51 De oudste volken gebruikten bewegingen van de maan om tijd te bepalen, zij telden volle manen. De oudste klokken werden gevonden in oude Egypte, de gnomon, maakt gebruik van de schaduw, de lengte en de richting van de schaduw verandert, hieruit is de zonnewijzer voortgekomen, de voorloper van het uurwerk, voor de donkere uren was er de waterklok. In de 14e eeuw worden de eerste mechanische klokken gemaakt, in de 2e helft was de gemiddelde afwijking nog maar 15 minuten per dag, werd teruggebracht naar een tiental seconden door Galilei. Huygens maakte de eerste slingerklok. Klokken zijn een combinatie van een periodiek verschijnsel en een registratiemechanisme. Het A Priori -> Immanuel Kant, geloofde dat de tijdlijn een natuurverschijnsel is, de lijn is er voorafgaand aan de ervaringen. Een biologische klok moet voldoen aan -> • er moet sprake zijn van een regelmatige stabiele oscillator • het brein moet beschikken over een teller die trillingen bijhoudt
Het verstrijken van tijd wordt pas merkbaar als er veranderingen plaatsvinden, tijd heeft richting, tijd zoals wij die kennen kan niet worden teruggedraaid, wat deeltjes zijn voor temperatuur zijn gebeurtenissen voor tijd. Ruimte en tijd zijn geen abstracte begrippen die apart van elkaar kunnen bestaan, maar 2 verschijningsvormen van ruimtetijd (Einstein). Alain Guth -> oerknal, ruimtetijd werd geboren. Plancktijd -> snelheid van het licht

Energie heeft een korrelstructuur, ruimtetijd ook-> Artikel 52 Een maansverduistering wordt veroorzaakt doordat de maan in de schaduw schuift die veroorzaakt wordt door de aarde. Galilei -> bestudeerde met een telescoop de maan, het oppervlak is niet glas, de bergen zijn minstens vier mijl hoog, niet te vergelijken met de bergen op aarde, later werden zeeën ontdekt. Riccioli -> 17e eeuw, namen net zoals op aarde voor bergketens, en namen van beroemde astronomen voor krater. De zwaartekracht van newton maakte duidelijk dat de maan geen atmosfeer kon vasthouden, kraters op de maan zijn ontstaan door inslagen van meteorieten. Juli 1969 -> Neil Armstrong op de maan, de maan is verantwoordelijk voor eb en vloed. Aan de zijde van de aardie die het dichtst bij de maan is wordt het hardste getrokken -> getijdekrachten -> ovale vorm, het water hoopt zich op. Door het permanente energieverlies zullen we de maan uiteindelijk kwijtraken. Artikel 53 Over de aarde is een coördinatennet uitgelegd dat bestaat uit meridianen (lengtegraden) en breedteparallellen. Meridianen zijn grote cirkels die over beide polen lopen, breedteparallellen zijn cikels die evenwijdig lopen aan de equator (ontwikkeld door erastothenes en ptolemaeus). Een zeevaarder kan door het meten van de hoogte van de poolster zijn breedtepositie bepalen. De hoogte van de poolster is even groot als de breedtegraad. Hoogtemeters -> • kwadrant, 13e eeuw • astrolabium, zee-astrolabium was minder zijwindgevoelig en ging minder slingeren • kruisstaf jacobsstad • rugstaf (verbeterde kruisstaf), daviskwadrant • octant, John Hadley 18e eeuw, 2 spiegels, de ene is half doorlatend, een lichtstraal afkomstig van de zon gaat via de grote spiegel naar de kimspiegel en vandaar naar het oog, het oog ziet tegelijkertijd de kim door de kijken, de alidade moet nu zo worden ingesteld dat voor het oog de zon en de kim samenvallen, op de wijzerplaat kan dan de hoogte worden afgelezen. • Sextant, tot voor kort werd het gebruikt, tegenwoordig kan men via satellieten zijn positie bepalen. Artikel 54 De lengtepositie is moeilijker te bepalen omdat de meridiaan langzaam ronddraait. Hemelklok -> een gelijktijdig zichtbaar voorspelbaar hemelverschijnsel wordt gebruikt om de tijd op een andere plek op aarde te bepalen, bijv zonsverduistering. Mechanische klok -> een klok meenemen die de tijd van de thuishaven aangeeft, en zorgen dat deze goed blijft lopen, de eerste zeeklok werd in 1736 door John Harrison gemaakt (de H1 – H4). Sir Nevil Maskelyne, de nulmerediaan in Greenwich. Artikel 55: Astrologie. Voorspelling… - De astrologie gaat er van uit dat de grote lijnen in iemands leven bepaald worden door
de toestand van de kosmos bij de geboorte. - Astrologie was vroeger het huwelijk tussen wetenschap en godsdienst maar
tegenwoordig staat het niet meer hoog aangeschreven in de wetenschap. Achtergronden van astrologie. - Astrologie is ontstaan in Mesopotamië. - Om astrologie te laten ontstaan was een spijkerschrift nodig en de elite. - Het is gebaseerd op wat aan de hemel te zien is. - Pas van rond de 5de eeuw tekens van de dierenriem. - Ecliptica is de baan van de zon langs de hemel. - Als er een baby geboren wordt terwijl de zon in het teken van de steenbok stond dan
was deze persoon een steenbok. - De sterrenbeelden langs de ecliptica vormen samen de dierenriem: zodiak. Ontmythologisering: einde van de astrologie. - Naarmate de astrologen meer kennis verzamelden over de beweging van de

hemellichamen droegen ze meer bij aan de val van de astrologie. - De aardas maakt een tolbeweging met een periode van 26000 jaar. Astrologie is dood. - De natuurwetenschappers hebben aangetoond dat de sterren te ver weg staan om
invloed te hebben op het karakter, of op de loop van aardse gebeurtenissen. - De invloed van de planeten is berekenbaar en verwaarloosbaar. - Over de invloed van je omgeving in je eerste levens jaren is nog weinig bekend. - Wetenschappelijk gezien bestaat astrologie niet meer. Artikel: 56 Alles is water volgens Thales van Milete circa 600 voor Chr. Hiermee bedoelt hij dat aarde een platte schijf is dat in een enorme oceaan drijft. de vroegere filosofen zochten naar de oorzaak (oerzaak) van al het zijnde. Anaxagoras (500 – 428v Chr.) werd in Turkije geboren en ging op jonge leeftijd naar Athene en gaf daar als een van de eerste filosofen les, Socrates was een van zijn leerlingen. Anaxagoras ging ook van een platte aarde uit maar had toch enkele ideeen waar de rest nog niet aan toe was zoals; - de maan krijgt haar licht van de zon - zonsverduistering ontstaat als de maan voor de zon schuift
hier is Athene nog niet rijp voor en wordt verbannen. Pythagoras en zijn volgelingen gingen van een bolvormige wereld uit. Niet op grond van waarnemingen maar omdat ze bolvormig als volmaakt zagen. Aristoteles noemde als eerste 2 argumenten voor de bolvorm namelijk - zeelieden zijn vertrouwd met het feit dat schepen onder de horizon verdwijnen - bij een lange zeereis de sterrenhemel verandert. Bovendien wisten de Grieken dat een maanverduistering veroorzaakt werd door de schaduw van de aarde. Als de aarde een platte schijf was, zou de schaduw van de aarde meestal ovaal van vorm moeten zijn. Zij veronderstelden het bestaan van de hemelse sferen. In een daarvan bewoog de aarde, een ander was voor de maan. Er waren inmiddels toen 5 planeten bekend samen met de zon, aarde en zijn maan waren het er 9, maar omdat het getal 10 volmaakt was zou er nog een planeet zijn namelijk de tegen-aarde maar dit kunnen we nooit zien omdat deze precies aan de andere kant van de zon gelijkmatig beweegt. Van grote invloed waren de opvattingen van de Atheense wijsgeleerden Plato en Aristoteles(4e eeuw v Chr.) de natuurfilosofie zou 2 duizend jaar het denken beïnvloeden. Een beroemde vergelijking van Plato is waarin een groep mensen een grot bewoont. De 2 filosofen verschilden enorm van mening als het ging om zintuiglijke waarnemingen. Plato vond zintuiglijke waarnemingen bedrieglijk. Hier was zijn leerling het niet mee eens want hij vond dat men tot de waarheid kan komen door zintuiglijke waarneming. Volgens Aristoteles is de kosmos gekenmerkt door een tweedeling. Door de lichte en de zware elementen. Aarde en water zijn de zware elementen en licht en vuur de zware. Dit gedachte hield de mensen voor 2 duizend jaar in de ban tot einde van de 15e eeuw dit geocentrische mensbeeld (oudheid) en de heliocentrische mensbeeld(wereldbeeld van de renaissance). Artikel 57 Dankzij de Arabieren zijn belangrijke werken uit de antieke oudheid van de ondergang gered. In de 13e eeuw werd het voornaamste natuurwetenschappelijke werk van Aristoteles vertaald, werd verboden door de kerk. In de 14e en 15e eeuw was het gezag van Aristoteles groot aan universiteiten, de grondkenmerken van zijn model -> • de aarde staat stil en de hemelsferen bewegen eromheen • de hemel is onvergankelijk, onveranderlijk en ontoegankelijk voor aardse wezens of voorwerpen • de enige mogelijke beweging aan de hemel is de eenparige cirkelbeweging
Het model van ptolemaeus was superieur -> het kon zonsverduisteringen, sterbedekkingen enz. Voorspellen. Een Poolse kanunnik, copernicus, schreef de revolutiononibus orbium coeletium (over de omwentelingen van de hemellichamen), de zon en de planeten draaien niet om de aarde, maar de aarden en de andere planeten draaien om de zon -> revolutie -> heliocentrisch wereldbeeld. Artikel 59 De samenwerking tussen theorie en praktijk is kenmerkend geworden voor de moderne wetenschap. Empirisch onderzoek -> Brahe herbergde een groot aantal waarnemers, zij legden de positie van vele hemellichamen vast, hij vroeg Johannes Kepler op basis van zijn waarnemingen een astronomische tabel van de hemel te ontwerpen, hij gooide het oude platonische ideal van de planetaire cirkelbeweging overboord. Kepler was een mysticus, in 1597 schreef hij “mysterium cosmographicum, naar aanleiding van zijn wiskundige vaardigheden benaderde Tycho brahe hem. De 3 wetten van Kepler -> • planeten bewegen in een ellips om de zon, de zon staat in een van de beide brandpunten • in gelijke tijden doorloopt de planeet gelijke oppervlakten (planeet gaat sneller als hij dichter bij de zon is) • de omlooptijd van een planeet neemt toe naarmate zijn afstand tot de zon groter is. De omlooptijd neemt sterker toe dan de afstand. Ook kometen beschrijven een ellips om de zon, alleen is de ellips veel platter, kometen zijn vuile ijsbollen, de staart van een komeet is van de zon afgekeerd. De eerste die vermoedde dat kometen aan de hemel terugkeren was halley 17e eeuw. De wetten van Kepler gelden voor alle satellieten die om een zwaar hemellichaam draaien. De geostationaire baan -> baan waarin veel satellieten circuleren. Artikel 62 William en Caroline Herschel -> het bepalen van de afstand van de sterren, 2 sterren, de dichtsbijzijnde ster beweegt ten opzichte van de ver verwijderde ster, parallex

Bessel -> duitser die als eerste erin slaagt door parallexmetingen de afstand tot een ster te bepalen
In de 19e eeuw toename kennis over sterren door • telescopen, • fotografie, waarnemingstijd neemt af • systematisering en catalogisering • 1914, Russel en Hertzprung maken een diagram waarin de absolute helderheid van sterren is uitgezet tegen de temperatuur van het zichtbare oppervlak van de ster. Dubbelsterren = sterren die gevangen zijn in elkaars gravitatieveld, ze draaien om elkaar heen
Witte dwerg = sirius B, (sirius = dubbelster, sirius a en b), hemellichaam waarvan de veldsterkte aan het oppervlak miljoenen keren groter is dan aan het aardoppervlak. Door de zwaartekracht trekt de materie in een ster samen en op een gegeven moment beginnen de atomen te bezwijken, de elektronen zorgen voor tegendruk, de ster ploft niet in elkaar. Witte dwergen zijn kleiner naar mate ze meer massa hebben. De zon en andere sterren betrekken hun energie van de fusie van lichte atoomkernen zoals waterstof en helium. De levensloop van een ster hangt af van zijn massa. Zwart gat = een lichaam met een straal kleiner dan 2 km, licht kan niet ontsnappen aan de kracht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.