Godsdienst hoofdstuk 2 Wegen naar verlossing

• 1975: Suriname werd onafhankelijk, er kwamen veel hindoes naar ons land.
• In Nederland wonen ruim 100.000 hindoes, in den haag is een Hindoestanen basisschool en een tempel.
• Symbool: voorwerp of afbeelding, dat op zijn eigen manier een boodschap uitdraagt.
• Het hindoeïsme heeft veel rituele verplichtingen, het wordt ook weleens de ‘doe-godsdienst genoemd’.
• De meeste godsdienstige rituele kunnen we in 3en verdelen: rituelen van het dagelijks leven
• rituelen van het jaarcyclus
• rituelen van de levenscyclus

Rituelen van het dagelijks leven:

• Hindoes beginnen en eindigen hun dag met gebeden.
• Puja: In de ochtend zitten de hindoes op hun bed te bidden, hierna wordt een dagelijks bad genomen (reiniging), dan worden goden vereerd (schilderijen aan de muur of beelden worden gewassen). De hele familie doet mee, er wordt wierook en lichtjes gebrand bij debeelden.
• Hindoes hebben niet een wekelijkse heilige dag waarop zij naar de tempel gaan, de meesten bezoeken de tempel op religieuze feestdagen, er wordt respect verwacht, ze moeten hun schoenen uitdoen en de vrouwen moeten een hoofddoek dragen. Bij de ingang staan vaak stalletjes waar bloemen, wierook en gekleurd poeder te koop is, die als offergaven aan de priesters kunnen worden gegeven,de priester neemt ze om voor de godenbeelden te leggen, daarbij worden heilige teksten gelezen en gebeden uitgesproken.
• Regelmatig dalen goden om het welzijn van demensen te bekommeren, ze en de demonen en kwadegeesten tevreden houden ( ze willen het evenwicht in de kosmos handhaven). Men brengt dagelijks offers, in een tempel of thuis op het woonerf, langs wegen, bij bruggen etc.

Rituelen van de jaarcyclus: de twee belangrijkste hindoeïstische feesten zijn het holifeest en het divalifeest.

• Holifeest: Het populairste feest in maart, ze vieren de komst van het nieuwe jaar. Er worden allerlei oude spullen bij elkaar gebracht in op de brandstapel gegooid (holi). Het kwade wordt verbrand (meer ruimte voor het goede) en de lente wordt begroet. De mensen die dag bidden, zingen en wensen elkaar het goede in hetnieuwe jaar. Ze gooien ook vaak een hand vol rijst in de brandende holika (afstand doen van slechte daden en gedachten). De volgende dag komt iedereen weer bij elkaar, er wordt eerst gebeden en dan krijgt iedereen wat as op hun hoofd, dit symboliseert voor: jij mens stelt niet zoveel voor , want bij de dood verga je weer tot stof. Dus leef met elkaar als beste vrienden en vergeef elkaars fouten. Daarna bestrooid met elkaar met gekleurd poeder.
• Divalifeest (lichtfeest): dit is het feest van het lciht die de duisternis verjaagd. Dit feest duurt 5 dagen, het wordt in november gevierd. Et begint bij het aansteken van lampjes door de moeder, op de derde dag herdenken de hindoes de terugkeer van koning Rama na zijn overwinning op de demonenkoningRavana. Ook bidt men op deze dag tot godin Laksjmi, de vrouw van Visjnoe, die zorgt voor welvaart en geluk. Iedereen maakt zijn huis goed schoon en men gelooft dan dat zij er een jaar zal wonen. In de periode mag er ook geen vlees gegeten worden of alcohol worden gedronken.

Rituelen van het levenscyclus:

• Er zijn belangrijke rituelen bij verschillende levensfasen zoals: de geboorte, het huwelijk en het levenseinde.
• geboorte: Wanneer een vrouw zwanger is, gaat ze naar de priester die met behulp van rituelen tot goden zal bidden voor een goede zwangerschap. Wanneer het kind geboren is, geeft de vader een druppel honing en roomboter, hij maakt ook een Ohm teken met een stokje op de tong van de baby. 10 Dagen na de geboorte vind de naamgeving plaats, de naam wordt bepaald na de raadpleging van een horoscoop die door de priester is opgemaakt. De laatste ceremonie rond de geboorte is het knippen van het eerste haar, dit wordt door een familielid verwerkt in meeldeeg en in het water in een rivier geworpen.
• huwelijk: De meeste ouder in het hindoeïsme bepalen met wie zijn kind gaattrouwen. Aan de familie van de bruidegom wordt een bruidsschat betaald, als de bruid zussen heeft kost dit veel geld, de meesten willen ook dochters. In het huwelijk ritueel wordt er 7 keer rond het offervuur gelopen, de bruid en bruidegom zijn hierbij verbonden met een koort. In het vuur wordt rijst gepoft als offer aan de goden, er worden ook graankorrels ingegooid, die symboliseren vruchtbaarheid en zorgen voor afweer van ongeluk.
• levenseinde: Als er iemand stervende is, worden er magische spreuken opgezegd door familieleden en er wordt rijst geofferd om de geesten van het dodenrijk gunstig te stemmen. De doden worden meestal gecremeerd, de oudste zoon steekt de brandstapel aan, het lichaam wordt op het heilige vuur vernietigd. De ziel ontsnapt en maakt een nieuw bestaan. De as wordt in stromend water gegooid. Alleen jonge kinderen of oude mannen die ene heilig leven hebben geleefd worden begraven.
• Heilige plaatsen in India zijnsteden zoals: Benares, Allahabad en ajodhja. Ook rivieren zijn heilig zoals de Ganges en de Godavari. De Himalaya is heel heilig, dit is de woonplaats van shiva. Veel hindoes maken minstens eenmaal in hun leven een pelgrimstocht naar deze heilige plaatsen.
• Sadhoes: Mannen die niets bezitten en leven van wat mensen hen geven, ze worden vaak als een soort heiligen gezien, zij hebben afstand gedaan van het aardse om zich te richten op het eeuwige.
• Je wordt geboren als Sadhoe, het leven van een sadhoe bestaat uit 4 fasen:

1. Initiatieritueel: hierbij ontvangt hij het heilige koort die hij levenslang omhoudt, staat voor tweede geboorte. Daarna volgt hij de opleiding als hindoeleraar. Hierna keert hij naar huis om weer naar school te gaan, een beroep te leren en voor zn gezin te zorgen.
2. Het huwelijk en stichten van een gezin, wanneer zijn zoon oud genoeg is om zijn gezin te stichten, trekt de oude sadhoe zich terug uit zijn werk om zich geheel te wijden aan godsdienst en meditatie.
3. Onthechting van alle aardse goederen, meestal verlaat een sadhoe zijn huis, familie en vrienden, wanneer hij grootvader is, maakt hij zich echt los.
4. Hij leeft als een asceet, hij trekt naar pelgrimsplaatsen en hij wordt als een heilige vereerd. 

• 1958, de Engelsen hadden de macht over India, de Ariërs namen het over, deze overgang duurde een jarenlange strijd, machtige mensen waren Gandhi en Nehru en moslimleider Jinnah. In 1964 zou India worden opgedeeld in India en Pakistan, bij deze volksverhuizing vielen veel doden.
• In 1947 was India een onafhankelijke staat geworden (kort na WO2)
• In India bestaan nog steeds politieke brandhaarden, in deelstaat Kasjmir, en in deelstaat Punjab, heir geloven ze in een samensmelting van het hindoeïsme en islam.
• Het kastenstelsel is in 1950 officieel afgeschaft maar, het heeft nog steeds invloed, vooral op het platte land en bij armere mensen.
• Ghandi leefde van 1869 tot 1948, hij werd mahatma genoemd (grote ziel). Hij zette zich in voor de gelijkheid van de mensen.  Hij beschouwde de onaanraakbare niet als paria’s maar als harijans, god zijn kinderen.
• Hij was stegen geweld, hij gebruikte het begrip ahisma, (geen levende wezens dood maken).