§1: energie en klimaatverandering
Bronnen
Energie wordt uit verschillende energiebronnen gehaald. In Nederland is er veel aardgas. Aardgas is een fossiele brandstof (fossiele energiebron). Ook aardolie en steenkool zijn fossiele brandstoffen in Nederland. Een klein deel van de Nederlandse energie komt uit duurzame energiebronnen, dat zijn energiebronnen die nooit opraken. Je kunt het steeds opnieuw gebruiken. Denk maar aan wind.
Motor van de welvaart
Fossiele brandstoffen zijn belangrijk in het leven. Steenkool en aardgas worden gebruikt om energie op te wekken. Zonder fossiele brandstoffen was het hoge ontwikkelingspeil van Nederland en veel andere landen niet mogelijk geweest.
Klimaatverandering
Nadelen van fossiele brandstoffen zijn:
Dat er extra koolzuurgas (co2) in de lucht terechtkomt. Daardoor wordt er meer warmte van de zon op aarde vastgehouden. Dat is het versterkt broeikaseffect, als het warmer wordt, veranderen klimaten langzaam. Dat is klimaatverandering.
Als de temperatuur stijgt warmt het zeewater op. Dat zet uit komt omhoog en neemt meer ruimte in beslag. Dan stijgt de zeespiegel. De zeespiegelstijging neemt nog meer toe doordat het landijs en de gletsjers smelten.
Woordjes
Fossiele brandstof: brandstof in de in vele jaren gevormd is uit planten-en/of dierenresten (aardgas, aardolie en steenkool). Heet ook fossiele energiebron.
Duurzame energiebron: energie bron die niet vervuilt en nooit opraakt. (wind, zon, water en aardwarmte)
Ontwikkelingspeil: het niveau van de rijkdom of de armoede in een land.
Koolzuurgas: broeikasgas dat bijdraagt aan het versterkte broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect: opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen door mensen.
Klimaatverandering: verandering van het klimaat, waarbij de temperatuur stijgt en het weer extremer wordt.
Zeespiegel: de gemiddelde hoogte van het zeewater.
Zeespiegelstijging: de stijging van de zeespiegel.
Landijs: laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden