Later, langer, minder: Chinese regering 1970; bevolkingsgroei afremmen. Mensen moeten op latere leeftijd trouwen, langere tijd tussen 2 kinderen plannen, en minder kinderen krijgen.
Éénkindpolitiek: het plan werkte niet dus ze voerden in dat men nog maar 1 kind per gezin mocht krijgen.
Geboortebeperking: truc om de groei van de bevolking te stoppen
Multinationals: bedrijven met vestigingen over de hele wereld. Hebben zich ook in China gevestigd, toen de grenzen open gingen. (aantrekkelijk door lage lonen)
BNP China: €5000, welvaart is gestegen
Verontreiniging China: milieu wordt gebruikt als afvalbak met teveel schadelijke stoffen.
• Economische groei door snelle industrialisatie, steenkool als energiebron. Grootste steenkoolreserves in China, 1.3 miljard ton/jaar verbrand. 2020 iverdubbeld. Komt veel CO2 en SO2 vrij:luchtverontreiniging. Stijging longkanker, ademhalingsziekten.
• Rivieren vervuild door industrie en mijnen, Noord-China afhankelijk van irrigatiewater, uit die rivieren. 1 op 7 mensen veilig drinkwater!
• 70% vd Chinezen kunnen niet over steenkool beschikken; gebrek aan infrastructuur. Ze hebben wel brandstof nodig, bomen kappen waardoor het bestaan van bos wordt bedreigt: uitputting.
• Door de ontbossing stijgt overstromingen in het zuiden.
• Aantasting: landschappen worden ingrijpend veranderd door opening van nieuwe mijnen, ten koste van landbouwgronden. Veel bos wordt ook aangetast door zure regen van SO2 deeltjes.
De wereld is 1 groot ecosysteem: verband tussen a-biotische (water, gebergte, bodems) en biotische elementen (flora&fauna, mensen). De zon is de drijvende kracht. Ecosysteem blijft in evenwicht door uitwisseling van materialen, dat zie je in kringlopen. Verandering in de ene, heeft gevolgen voor de ander.
Menselijke ingrepen in het milieu:
Vroeger op kleine schaal: verbouwen van gewassen/ winnen grondstoffen. Nu: invloed op kringlopen veel groter. Menselijke ingrepen: biosfeer, dunne laagje van de aardbol waar het leven zich afspeelt. Bestaat uit: hydrosfeer (water), lithosfeer (aardkorst) en atmosfeer (beschermlaagje). Het gevaar: onherstelbare schade!
§ 18; verwoestijning in Mali
Droogtes in de Sahel:
Semi-aride: halfdroog
Ligt ten zuiden van de Sahara, noorden woestijn, zuiden savanne. Neerslag: tussen juni sept. 100-400mm/jaar. Vanaf 1960 getroffen door droogtes en hongersnoden. Reden is niet duidelijk, sommigen: terugkerend verschijnsel / klimaatveranderingen mondiale schaal.
Mali; droogteperioden, veesterfte, mislukte oogsten, hongersnood. 1974 100.000 mensen dood, miljoenen stuks vee.
Draagkracht van de natuur:
Het verloren evenwicht:
Aanpassen natuur steeds moeilijker; bevolking groeit met 0.3%/jaar, door betere medische voorzieningen. Meer behoefte aan voedsel en dan neemt de druk toe.
• meer vee nodig, grazen alles kaal! Overbeweiding; nomaden overstappen op akkerbouw! Verlies van vee tijdens langdurige droogtes.
• Er komen telkens meer boeren, moeten telkens meer monden voeren. De braakliggende grond ligt korter braak, uitputting! Sommigen nemen marginale gronden in gebruik, die zijn nauwelijks geschikt. Als er regen valt, gaat het wel goed, maar anders droogt het uit: bodemerosie. Veel gezinnen; brandhout van bomen, ontbossing vergroot bodemerosie.
• Akkerbouwopbrengsten verhogen; irrigatie. Droge gebieden last van verzilting .. dat betekent dat het water te snel verdampt en er alleen zout achter blijft.
Mondiale verwoestijning:
Verwoestijning: verarming van vruchtbare bodems in gebieden met een droog klimaat. Niet alleen uitbreiding woestijnen maar ook door: overbeweiding, ontbossing, overbenutting bodem, slechte irrigatiemethoden. De bodem is dan onvruchtbaar en dan is er hongersnood enzo. 1/3 aardoppervlak is in gevaar; Australie is al de bossen kwijt en heeft grote droogteproblemen. Mexico, India, China hebben ook een probleem met droogte.
Oplossingen:
• betere veerassen, vaccinaties. Zo kun je opbrengsten vlees, melk, wol laten toenemen zonder kudde uitbreiding. Afspraken maken over beweiding van gebieden.
• Betere landbouwmethoden; uitputting verminderen. Gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen, betere soorten zaaigoed. Verzilting voorkomen door druppelirrigatie (precies genoeg op je landje).
• Mensen moeten andere brandstoffen zoeken, de bomen laten herstellen.
§ 19; Brazilië, uitputting oerwoud
De groene hel als oplossing:
Kenmerk Brazilie: tegenstelling arm/rijk, ongelijke bevolkingsspreiding (rijk zuidoosten, straatarm noordwesten).
1960: regering plan: regenwouden openleggen. Armoede bestrijden, betere spreiding van bevolking. Amazonegebied is rijk aan ertsen, mineralen, hout, maar mensen wilden daar niet wonen; warm, vochtig, ongezond.
Kleinschalige en grootschalige exploitatie:
Brazilia: regering bouwde nieuwe hoofdstad; meer centraal + 2 wegen dwars door oerwoud heen. Daarlangs wees regering stukjes grond aan om te ontginnen. Gezinnen uit zuidoosten gingen daar wonen, nog steeds. Regering wou ook grote investeerders naar Amazonegebied lokken, door allemaal praatjes (geen belasting, renteloze leningen). Vleesbaronnen kwamen ranches stichten, bossen kappen; weilanden..hele regenwoud pleite. Multinationals: suikerbiet-, bananen plantages. Commerciele houtkapbedrijven. Bos kappen; mijnbouw en industrie, niet alleen ertsen ontginnen maar smelterijen gebruiken houtskool.
50-70% alle soorten bomen: centraal-Afrika, Zuidoost-Azie, is nog 80miljoen km² over. Tropisch regenwoud: meest ingewikkeld ecosysteem (evenwicht plant/dier) jaren 70: wouden gekapt op grote schaal; 1 hectare/sec. Per jaar wordt er 31miljoen hec gekapt; zo groot als Polen! Doorgaan met ontbossing: over 40 jaar niks meer over.
Gevolgen van ontbossing:
- oorspronkelijke vegetatie verdwijnt door kappen, oorspronkelijke begroeiing keert niet terug, alleen gras.
- Bestrijdingsmiddelen veroorzaken schade, samen met houtkap: gevolgen voor biodiversiteit: de verscheidenheid aan levensvormen. Door vernietigen ecosystemen: minder soorten planten over die bron zijn van voedsel, gebruiksartikelen en medicijnen.
- Vegetatie weg; water vrij spel. Neerslag wordt niet meer geremd door bomen: bossen houden bodem niet meer vast. Bovenste vruchtbare laagje spoelt weg: bodemerosie.
- Minder bossen: minder CO2 opgenomen dus minder O2 teruggegeven. Bij platbranden komt veel CO2 vrij, dat extra verzamelt onder de dampkring; versterkt broeikaseffect.
Kappen met kappen?
FSC: forest stewardship council. 1993; keurmerk voor hardhout. Men kijkt of de biodiversiteit niet in gevaar komt, geen soorten uitsterven, goed hout in de toekomst.
REACTIES
1 seconde geleden
I.
I.
Bedankt :D
12 jaar geleden
Antwoorden