Klimaatvraagstukken

Paleoklimatologie: inzicht krijgen in de vroegere klimaten op aarde en de mechanismen die veranderingen hebben veroorzaakt.

Proxy-indicatoren: zeggen indirect iets over het klimaat in het verleden.

1. Isotopen: atomen met dezelfde chemische eigenschappen, maar met verschillende atoomgewichten.

99,8%=O16. O18 is zwaarder.

Mogelijk om tot 740000 jaar terug het klimaat te bepalen.

Veel O18àwarmere periode

Veel O16à koudere periodeàverdampt sneller

1. 14C methode

halfwaardetijd=5736 jaaràna 60000 jaar is alle C14 verdwenen

1. geomorfologieà beschrijving en verklaring van de vormen in het landschap.
2. Palynologieà tellen van pollen van diverse vegetatiesoortenàveranderingen in vegetatie vaststellen, dus in het klimaat.
3. Dendrochronologieàkijken naar de jaarringen van bomenà tot 11000 jaar terug.

Precambrium:(5mld-600mln jaar geleden)

-minimale temperatuur 0 graden

-maximale temperatuur 80 graden

-oudste ijstijd 2,7 mld jaar geleden

Perm:(299-251 jaar geleden)

-continenten samengeklonterd in het oercontinent Pangea

-bijna geen nieuwe oceanische korst aangemaaktàlage zeespiegelstand

-flora en fauna kregen zo meer beschikking over voedingsstoffen

-afkoelingàijskappen groeidenàzeespiegel daalde

De broeikasaarde:(145,5-65,5 mln jaar geleden)

-Krijt warmste periode ooit

-Pangea drijft uit elkaar

-zeespiegel stijgt

-versterkt broeikaseffect

-gematigd tot subtropisch klimaat op de aarde

-actualiteitsprincipeàverleden is de sleutel tot het heden

onderzoek Italieàiridium gevondenà aanwijzing meteorietinslagà krater gevonden in Yucatan in Mexico.

Kwartiar:(2,5mln-heden)

-glacialen en interglacialen

Randvoorwaarden voor ijstijd=conditionele factoren

-ligging en verschuiving van plaattektoniek

-grote temperatuurschommelingen tijdens het Pleistoceen

Milankovitch:

-onderzoek gedaan naar de wisseling van de intensiteit van de zonnestraling op een plaats op aarde.

3 cycli verantwoordelijk voor de klimatologische variaties:

• Excentriciteità ellipvormige baan van de aarde om de zon wisselt met een periode van 100000 tot 400000 jaar.
• Scheeftstellingàhoek van de aardas ten opzichte van de baan van de aarde om de zon. Als de aarde rechtop zou staan= geen seizoenen.
• Precessieàschommeling van de aardasà zomer en winter staan op een ander punt van de baan van de aarde om de zon te bereiken.

Positieve en negatieve terugkoppelingen:

Klimaat wordt ook bepaald door:

-winden

-neerslag

-verdamping

-zeestromen

H2

Mondiale klimaatsverandering:

-temperatuurstijging

-afname van ijsbedekking

-zeespiegelstijging

-toename van extremen in het weer

IPPCàIntergovernmental Panel on Climate Change

=samenwerkingsverband van honderden deskundigen uit vele landen die hun kennis hebben gebundeld om klimaatverandering in kaart te brengen.

Vooral gekeken naar:

• Waterbalans
• Ecosystemen
• Kwetsbaarheid van kustgebieden
• Landbouw en visserij
• Industrie
• Gezondheid.

Kyoto protocool

Klimaatprobleem is lastig probleem voor de Nederlandse overheid:

• Gevolgen van dit mondiale probleem zijn op alle schaalniveaus terug te vinden
• Er is overleg en samenwerking tussen landen nodig om tot effectief beleid te komen
• De gevolgen zullen pas in de toekomst het duidelijkst voelbaar worden
• Er zijn verschillende visies op de oorzaken en gevolgen van het klimaatprobleem
• De belangen van groepen consumenten en producenten lopen regionaal sterk uiteen

Biogeografische zonesà bijvoorbeeld de Atlantische zone, Alpiene zone en Middellands zeegebied.

Landbouw onbruikbaar door verdrinking, verzilting of verdroging.

Forecastingàformuleren van een toekomstverwachting

Backcastingà kijjken naar het verleden, hoe de verandering tot stand is gekomnen

Opwarming klimaat verklaringen:

• Vulkanisme

-externe variabelenàonregelmatig voorkomende effecten die het klimaatsysteem van buitenaf beinvloeden

• Zeestromen

-interne variabelenà effecten die het klimaatsysteem van binnenuit beinvloeden

• Zonneactiviteit

Proces wordt versterktàpositieve terugkoppeling

Proces wordt gecompenseerdànegatieve terugkoppeling

Brongerichte maatregelenàstructurele maatregelen die de oorzaak van het probleem aanpakt en dus streven naar een verbetering van het milieu op de lange termijn.

Symptoombestrijdingàeffecten worden bestreden en niet de oorzaken=kortetermijnoplossing.

Handel in emissierechtenàbedrijven die een te hoge uitstoot(emissie) hebben kunnen de totale uitstoot verminderen door het bijkopen van meer ‘uitstootrecht’ bij bedrijven die binnen de toegestane norm blijven.

Baat bij emissiehandel:

-energiebedrijven en grote industriele complexen

transportbesparingàefficienter transport zonder nadelige gevolgen voor de economie.

• Afstanden tussen leveranciers en afnemers te beperken
• Vermindering van volume en gewicht
• Optimaler gebruik maken van retourstromen: beter gebruik maken van lege laadruimten

Duurzame energieà energiebronnen die door de natuur zelf in relatief korte tijd continu opnieuw aangemaakt kunnen worden.

• Zon
• Aardwarmte
• Windenergie
• Bio-energie

Kyoto protocol

• Ondertekend door de EU-15(lidstaten die voor 1 mei 2004 lid waren)
• Verschillen tussen landen qua doelstellingen
• Tolheffingàrekeningrijden met als doel de mobiliteit in bepaalde steden of gebieden af te remmen

Nederlands beleid:

• Duurzaam energiegebruikàwindenergie, zonneenergie
• Afremmen van mobiliteitàautogebruik verminderen