§1.1 Manieren om klimaten uit het verleden te reconstrueren.
Paleoklimatologie: Wetenschap die de vroegere klimaten op aarde onderzoekt en de dingen die de veranderingen hebben veroorzaakt.
Veel methoden om klimaten uit het verleden te reconstrueren maakt gebruik van Proxy-indicatoren; factoren die indirect iets over het klimaat in het verleden zeggen.
Manieren om klimaten uit het verre verleden te reconstrueren:
- Boringen in oceaanbodems. Door te kijken naar isotopen (atomen met dezelfde chemische eigenschappen, maar met verschillende atoomgewichten) kunnen de afwisseling van warme en koude perioden worden vastgesteld.
- De 14c-methode. Deze methode is gebaseerd op het gegeven dat het gehalte aan de radioactieve koolstofisotoop, 14c, ongeveer gelijk is in de lucht, maar door radioactief verval afneemt in dood materiaal. De halveringstijd van 14c is is 5736 jaar. Na zoveel jaar is de hoeveelheid 14c dus gehalveerd. Na ongeveer 60.000 jaar is dus alle 14c verdwenen. Door naar het 14c gehalte te kijken in materialen en te vergelijken met een ijkschaal berekend men de ouderdom.
- Geomorfologie: Wetenschap die zich toelegt op de beschrijving en verklaring van de vormen in het landschap, zoals rivierdalen, berghellingen en kusten. Ook geomorfologie heeft dingen ontdekt over vroegere klimaten. Een voorbeeld is de aanwezigheid van stuwwallen, zwerfstenen en keileem in Nederland. Deze tonen niet alleen aan dat NL ooit bedekt was met ijs, maar ook op welke manier.
- Aanwijzingen door oude bodems te onderzoeken. De samenstelling van de bodem wordt mede bepaald door de atmosferische omstandigheden.
Hoe dichter je bij de huidige tijd komt, hoe nauwkeuriger de onderzoeken zijn. Twee van de meest gebruikte technieken om het klimaat in het Holoceen te bepalen zijn de pollenanalyse (palynologie) en het onderzoeken van jaarringen van bomen (dendrochronologie).
-Palynologie: Door het tellen van de pollen van diverse vegetaties kun je veranderingen in de vegetatie vaststellen en dus veranderingen van het klimaat.
-Dendrochronologie: De dikte van de jaarringen geeft aanwijzingen over de klimatologische omstandigheden waaronder de bomen zijn gegroeid. Met name veranderingen in neerslaghoeveelheden spelen een belangrijke rol.
- Historische bronnen. Hoe ouder de bron, hoe minder betrouwbaar.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden