Hoofdstuk 7

Beoordeling 4.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vmbo/havo | 1133 woorden
  • 14 december 2009
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 4.2
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
7.1

• De beroepsbevolking is het werkende en werkzoekende deel van de bevolking.

- De beroepsbevolking kun je verdelen in:

- Primaire sector: verzamelen van grondstoffen. Je haalt grondstoffen uit de naruur. Bijvoorbeeld landbouw,visserij en mijnbouw
- Secondaire sector: het verwerken van grondstoffen door bouwnijverheid en industrie bijvoorbeeld timmerman, houthakker.
- Tertiaire sector of dienstensector: alle productie buiten industrie, landbouw en mijnbouw, zoals handel, vervoer, onderwijs.

• De landbouw kun je verdelen in vier groepen


1. Akkerbouw
2. Veeteelt
3. Tuinbouw
4. Bosbouw

• Schaalvergroting: een proces van vergroting van productie en afzet. Dat leiden tot lagere kosten en hogere opbrengst

- Schaalvergroting in de landbouw is mogelijk door:

- Bedrijfsvergroting: meer grond of meer dieren per bedrijf
- Mechanisatie: vervangen van menselijke of dierlijks arbeidskrachten door machines
- Specialisatie: zich toeleggen op een bepaald product of dienst
- Intensivering: verhoging van de opbrengst per hectare of per dier

• Bio-industrie : landbouwbedrijven waar grote aantallen dieren in stallen gehouden worden.

7.2

• Drainage: het wateroverschot afvoeren met een buizensysteem onder de grond

• Irrigatie en beregening: het land kunstmatig bevloien

• Bemaling: water wegpompen uit land onder zeeniveau


• Bemesting: de vruchtbaarheid van de grond verbeteren

• Ploegen: de gronddeeltjes loswerken

• Teelt in kassen: temperatuur en vochtigheid regelen

• Terrassering van steile hellingen in bergachtige gebieden. Door deze maatregelen veranderd het landschap.

• Het landschap verandert nog meer door:

- Ruilverkaveling: herverdeling van grondbezit waarbij een boer groter stukken grond (kavels) krijgt
- Landinrichting: landschapsontwikkeling in een landelijk gebied waarbij naast de landbouw ook de natuur en recreatie een plaats krijgen.

• Schaalvergroting heeft nadelen:

- Overproductie: zoveel produceren dat het aanbod groter is dan de vraag. De prijzen dalen
- Overbemesting: meer mest op het land brengen dat voor de groei van gewassen nodig is
- Verdroging: door het gebruik van beregeningsinstallaties wordt veel water verbruikt en daalt de grondwaterstand

7.3

• De landbouw is afhankelijk van 2 factoren:
1. Natuurlijke factoren: het klimaat, de vruchtbaarheid van de grond en het reliëf
2. Menselijke factoren: de kennis van de boer, zijn technische mogelijkheden en de afstand tot de afzetmarkt.


• Je kunt de landbouw grofweg op drie schaalniveaus bekijken:
1. Mondiaal: dus voor de hele wereld
2. Continentaal: dus per werelddeel
3. Nationaal: dus per land

- Mondiaal is een driedeling mogelijk

- Extensieve landbouw: waarbij weinig arbeid en kapitaal worden gebruikt per hectare of per dier. Vind je vooral in minder ontwikkelde deel van de wereld

- Intensieve landbouw: waarbij veel arbeid en/of kapitaal worden ingezet per hectare of per dier. Vind je vooral in goede ontwikkelde deel van de wereld

• In Europa is een driedeling mogelijk:

- Gebieden met weinig of geen landbouw. Het is er te koud (Noord-Europa) of te bergachtig (Alpen)
- Gebieden met akkerbouw en veeteelt. In dunbevolkte gebieden met minder goed natuurlijke factoren is de landbouw meer extensief, in dichter bevolkte gebieden meer intensief
- Gebieden met mediterrane landbouw, onder andere olijven, sinaasappels en duiven

7.4
- Productiefactoren: middelen waarmee geproduceerd wordt: natuur, arbeid en kapitaalgoederen

- de productiefactor natuur levert:

• de bouwgrond
• de energie, die nodig is om machines te lat draaien of voor verwarming
• de grondstoffen die bewerkt moet worden: grondstoffen zijn stoffen waarvan een bedrijf een eindproduct of een halffabrikaat maakt

- eindproduct : is een product dat geschikt voor de klant
- halffabrikaat : wordt door een ander bedrijf verder verwerkt

- stuwende bedrijf: bedrijf dat belangrijk is voor de werkgelegenheid en de welvaar in een gebied

- verzorgende bedrijf: bedrijf dat zijn producten vooral afzet in de eigen regio

7.5
- Vestigingsplaatsvoordelen of lacatievoordelen
• De aanwezigheid van grondstoffen of energie bronnen
• De aanwezigheid van arbeidskrachten, de arbeidsmarkt
• De aanwezigheid van klanten, de afzetmarkt
• Een gunstige verkeersligging
• De aanwezigheid van ander bedrijven

- Een bedrijf kiest vaak voor een goede verkeersliging: een haven, een verkeersader of knooppunt van wegen en spoorwegen
- grote steden zijn aantrekkelijk al vestigingsplaats
• een grote en goed arbeidsmarkt

• een grote afzetmark. Er wonen veel mensen dus er zijn veel klanten
• een goed verkeersnet
• de aanwezigheid van ander bedrijven ( toeleveringsbedrijven en dienstenverlenende bedrijven )

- pullfactoren of aantrekkingsfactoren zijn kenmerken van een gebied waardoor mensen en/of bedrijven worden aangetrokken

- pushfactoren of afstotingsfactoren zijn kenmerken van een gebied waardoor mensen en/of bedrijven worden afgestoten als die te groot worden, zoek je een betere plek

- sterk verstedelijkte gebied kennen een opeenhoping of agglomeratie van mensen en bedrijven.

- Agglomeratievoordelen: De aanwezigheid van veel mensen en bedrijven in een gebied geeft nogal wat voordelen

- Global shift: verschuiving van economische zwaartepunten en activiteiten over de wereld

7.6

• Tertiairisering: vergroting van het aandeel van de dienstensector in de totale werkgelegenheid van een gebied.

• Of een dienstverlenend bedrijf zich ergens vestig hangt af van:
- Draagvlak: dit is het aantal mogelijke klant voor een product of dienst in een bedrijf.
- Drempelwaarde: dat is het minimum aantal klanten dat nodig is om een voorziening of bedrijf in stand te houden
- Reikwijdte: dit is de maximale afstand die mensen willen afleggen om van een bepaalde dienst gebruik te maken deze afstand is afhankelijk van de, de moeite en de kosten die iemand moet maken.

- Door elektronische snelweg veranderen de begrippen reikwijdte en draagvlak snel voor informatie overdracht is de reikwijdte wereldwijd.

• Dorpen en steden hebben verzorgend functie voor de bevolking van het omringende gebied. Dit gebeid wordt verzorginggebied genoemd.
- Het aantal inwoners en de bereikbaarheid van een plaats en de welvaart van de inwoners spelen een belangrijke rol

• Nederland kun je verdelen in primaire, secundaire en tertiaire verzorgingsgebieden.

• En zijn verschillende diensten
- Commerciële diensten: diensten die winst willen maken zoals banken,horecabedrijven en winkels
- Maatschappelijke diensten: diensten die geen winst hoeven te maken, zoals instellingen van de overheid, het onderwijs en medische voorzieningen

7.7

• Op lokaal niveau vond je de kantoren en winkels van oudsher het stadscentrum. Door de hoge grondprijzen, de moeilijke bereikbaarheid en de parkeerproblemen veranderde dat. Veel diensten zijn vanuit het stadscentrum naar buiten verplaats.
• Op nationaal niveau zie je een opeenhoping van diensten en bedrijven in Noord en Zuid Holland en utrecht de zeehaven, Schiphol en de grote steden trekken diensten aan . door gebrek aan ruimte moeilijke bereikbaarheid reedt uitschuiving op naar de provincies Noord-Brabant en Gelderland

• Nederland is een echt distributieland. Het stansport levert veel geld en werk op. Het succes van Nederland heeft onder ander te maken met:

- De ligging: de verbinding met het achterland, het beid dat voor de invoer en de uitvoer afhankelijk is van een bepaalde (lucht)haven, is uitsteken
- Het hoge opleidingsniveau
- Het hoge peil van de automatisering en de logistiek
- Logistiek: zorgt voor een efficiënte goederenstroom, van productie tot aan consument

• Distributiecentrum: centrum van waaruit goederen worden verspreid over een groot gebeid
• Mainport: centrale toegangspoort tot een gebied zoals een grote zeehaven of luchthaven.
- Zoals Rotterdams havengebied en Schiphol Mainport

• Uitschuiving of uitwaaiering van activiteiten beperk zicht niet tot lokaal, regionaal of nationaal niveau. Steeds meer bedrijven en instellingen opereren grensoverschrijdend. Er is sprake van internationalisering. Bij internationalisering op wereldschaal spreek je van globalisering of mondialisering








REACTIES

O.

O.

super goed & bedankt echt tof !
x

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.