Aardrijkskunde samenvatting hoofdstuk 6
§2 Internationale contacten.
• Nederland heeft steeds meer met de wereld te maken, er is een enorme uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie: dat is de globalisering.
• Daarin zijn bedrijven een belangrijk deel van. Ze zijn voortdurend op zoek naar plekken waar ze zo goedkoop mogelijk hun producten kunnen laten maken. Veel spullen die je in Nederland koopt, komen uit het buitenland. Dat komt doordat het in het buitenland goedkoper is, want daar hebben de mensen minder rechten.
Als een producten een land binnenkomen heet dat: Als producten het land uitgaan heet dat:
Import Export
Invoer Uitvoer • De Europese Unie is een organisatie van 28 Europese landen die met elkaar samenwerken. Wat ze vooral willen is vrede en welvaart.
• Dit hebben de EU-leden allemaal afgesproken:
1. Dat er in de EU een vrij verkeer van goederen, mensen en geld is.
2. Dat er overal in de EU dezelfde wetten en regels gelden.
• Door het vrije verkeer en door het maken van dezelfde wetten en regels ontstaat er meer eenheid. De ontwikkeling naar meer eenheid in de Europese Unie noem je Europese integratie.
• 18 landen van de Europese Unie hebben een gezamenlijke munt: de euro. Zij vormen samen de eurozone. Dat is handig want dat kun je goed prijzen vergelijken en je hoeft geen geld te wisselen als je naar een land in de eurozone gaat.
• In de industrie scoort Nederland goed met hightechproducten. Dat zijn producten die met toepassing van hoogstaande technische kennis worden gemaakt. Kennis is de grondstof.
Primaire sector Secundaire sector Tertiaire sector/ Dienstsector
Grondstoffen uit de natuur halen. Grondstoffen verwerken tot een ander product. Bedrijven die handelen.
Landbouw, visserij. Industrie. Financiële diensten. • §3 Mainport Schiphol.
• Schiphol is een knooppunt in de uitwisseling van mensen en goederen tussen Europa en de rest van de wereld. Zo’n knooppunt noem je een mainport.
• Schiphol is verbonden met tientallen andere Europese vliegvelden. Elke dag vliegen er mensen naar Schiphol waar ze overstappen op een vlucht naar een ander werelddeel. Dit is het systeem van hubs and spokes.
• Naast passagiers worden er ook veel goederen vervoerd via Schiphol. Dit zijn de kenmerken van luchtvracht:
1. Het zijn spullen die snel bederven zoals frambozen.
2. Het zijn spullen die maar kort gebruikt worden: de laatste mode.
3. Het zijn spoedleveringen: dringende medicijnen.
4. Het zijn dure dingen: sieraden. • §4 De haven van Rotterdam.
• De totale aan en afvoer van goederen heet de goederenoverslag. Die goederen kun je in 2 soorten verdelen: massagoederen en stukgoederen.
Massagoederen Stukgoederen
Bijvoorbeeld olie of kolen. Meestal verpakt in containers, bijvoorbeeld container vol broeken. • De haven van Rotterdam is ook een mainport. In de haven worden goederen uit de hele wereld over Europa verspreid, maar er worden ook goederen verzameld uit heel Europa om ze naar mainports in andere werelddelen te vervoeren.
• De meeste goederen die aan komen worden direct doorgevoerd. Dit noem je ook wel een transitohaven of een distributiehaven.
• Het gebied waarop een haven is gericht voor de aan en afvoer van goederen heet het achterland.
• Kijk voor de begrippen in je boek op bladzijde 100
• Kijk ook nog even naar de plaatjes in je werkboek
• Kijk in je basisboek bij:
- B176
- B181
- B188
- B209
- B214
- B219
- B7
- B209
- B218
- B219
§2 Internationale contacten.
• Nederland heeft steeds meer met de wereld te maken, er is een enorme uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie: dat is de globalisering.
• Daarin zijn bedrijven een belangrijk deel van. Ze zijn voortdurend op zoek naar plekken waar ze zo goedkoop mogelijk hun producten kunnen laten maken. Veel spullen die je in Nederland koopt, komen uit het buitenland. Dat komt doordat het in het buitenland goedkoper is, want daar hebben de mensen minder rechten.
Als een producten een land binnenkomen heet dat: Als producten het land uitgaan heet dat:
Invoer Uitvoer • De Europese Unie is een organisatie van 28 Europese landen die met elkaar samenwerken. Wat ze vooral willen is vrede en welvaart.
• Dit hebben de EU-leden allemaal afgesproken:
1. Dat er in de EU een vrij verkeer van goederen, mensen en geld is.
2. Dat er overal in de EU dezelfde wetten en regels gelden.
• Door het vrije verkeer en door het maken van dezelfde wetten en regels ontstaat er meer eenheid. De ontwikkeling naar meer eenheid in de Europese Unie noem je Europese integratie.
• 18 landen van de Europese Unie hebben een gezamenlijke munt: de euro. Zij vormen samen de eurozone. Dat is handig want dat kun je goed prijzen vergelijken en je hoeft geen geld te wisselen als je naar een land in de eurozone gaat.
• In de industrie scoort Nederland goed met hightechproducten. Dat zijn producten die met toepassing van hoogstaande technische kennis worden gemaakt. Kennis is de grondstof.
Primaire sector Secundaire sector Tertiaire sector/ Dienstsector
Grondstoffen uit de natuur halen. Grondstoffen verwerken tot een ander product. Bedrijven die handelen.
Landbouw, visserij. Industrie. Financiële diensten. • §3 Mainport Schiphol.
• Schiphol is een knooppunt in de uitwisseling van mensen en goederen tussen Europa en de rest van de wereld. Zo’n knooppunt noem je een mainport.
• Naast passagiers worden er ook veel goederen vervoerd via Schiphol. Dit zijn de kenmerken van luchtvracht:
1. Het zijn spullen die snel bederven zoals frambozen.
2. Het zijn spullen die maar kort gebruikt worden: de laatste mode.
3. Het zijn spoedleveringen: dringende medicijnen.
4. Het zijn dure dingen: sieraden. • §4 De haven van Rotterdam.
• De totale aan en afvoer van goederen heet de goederenoverslag. Die goederen kun je in 2 soorten verdelen: massagoederen en stukgoederen.
Massagoederen Stukgoederen
Bijvoorbeeld olie of kolen. Meestal verpakt in containers, bijvoorbeeld container vol broeken. • De haven van Rotterdam is ook een mainport. In de haven worden goederen uit de hele wereld over Europa verspreid, maar er worden ook goederen verzameld uit heel Europa om ze naar mainports in andere werelddelen te vervoeren.
• De meeste goederen die aan komen worden direct doorgevoerd. Dit noem je ook wel een transitohaven of een distributiehaven.
• Het gebied waarop een haven is gericht voor de aan en afvoer van goederen heet het achterland.
• Kijk ook nog even naar de plaatjes in je werkboek
• Kijk in je basisboek bij:
- B176
- B181
- B188
- B209
- B214
- B219
- B7
- B209
- B218
- B219
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
echt heel slecht maar omdat je ook Esmee heet krijg ja van mij een 3.4 en dat is nog best goed van jou. Probeer het meer op een verhaal te later lijken.. Goed gedaan hoor maar niet perfect....
6 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Stom nu heb ik een 5
5 jaar geleden
Antwoorden