Samenvatting ak h5 + BB nr’s
§17 + bb nr’s
De Bijlmermeer: de Bijlmermeer is een wijk met veel allochtonen. De wijk werd in de loop der jaren een wijk vol met problemen:
- veel inwoners waren arm
- veel inwoners hadden geen werk
- er woonden veel verslaafden
- er was veel misdaad
Door deze problemen werd de Bijlmermeer een achterstandswijk.
De nieuwe Bijlmermeer: om leefbaarheid te verbeteren wordt de Bijlmermeer helemaal opnieuw ingericht.
Het Grotestedenbeleid => de verbetering van de leefbaarheid in achterstandswijken door sloop en nieuwbouw en door sociale en economische verbeteringen. Met het Grotestedenbeleid wordt geprobeerd de verschillen tussen woonwijken in een stad te verminderen. Als het niet werkt, wordt de kloof tussen arme/rijke mensen, autochtonen/allochtonen veel groter. Er ontstaan ‘witte’en ‘zwarte’wijken.
Basisboeknummers: B148, B150, B151
B148 Stadsvernieuwing:
De verbetering van verouderde, goedkopere huurwoningen heet sociale stadsvernieuwing. Het kent twee vormen:
1) Sloop en nieuwbouw: er gaat een woonwijk tegen de vlakte. Op die vrijgekomen ruimte worden nieuwe woningen geplaatst. Dat gebeurt alleen als de gebouwen er erg slecht aan toe zijn.
2) Renovatie: het opknappen van huizen. Een speciale vorm van renovatie is restauratieà het herstel van oude, waardevolle bouwwerken, zoals woonhuizen en pakhuizen.
B150 Herinrichting en re-urbanisatie:
Stadsvernieuwing: oude woonwijken maken plaats voor nieuwbouw. In de 19e eeuw ontstonden industrie- en haventerreinen. De ligging bleek niet ideaal en de bedrijven werden helemaal ingebouwd door woonwijken en dus moeilijk bereikbaar. Ze verhuisde naar de rand van de stad na 1960. Als na jaren van bevolkingsafname het aantal inwoners in de stad weer stijgt à re-urbanisatie.
B151 Segregatie en integratie
Segregatie: scheiding tussen groepen mensen. Dat zie je op twee manieren:
- ruimtelijke segregatie: groepen mensen hebben elk hun eigen woongebied
- maatschappelijke segregatie: als groepen mensen gescheiden leven van elkaar en weinig of geen contact met elkaar hebben.
Integratie: samengaan, het tegenovergestelde van segregatie. Dat betekent niet dat allochtonen hun eigen cultuur opgeven. Wel moeten ze rekening houden met wetten en regels in het land waar ze wonen.
§18 + bb nr’s
Tot 1965 groeide de bevolking van steden in Nederland. Die groei staat ook wel bekend als verstedelijking of urbanisatie. Daarna nam het af. Veel dorpen kregen er een woonwijkje bij. Het platteland dreigde te verstenen. De overheid besloot dat sommige dorpen geen nieuwe woningen meer mochten bouwen, omdat het anders zou verstenen.
Basisboeknummers: B145, B146, B149, B157, B158
B145 Suburbanisatie:
de verstedelijking van het platteland rond een grote stad. Die grote stad heet ook wel de centrale stad. Om de centrale stad liggen kleine plaatsen. Ze zijn zelf ook steden gewordenàvoorsteden.( Eng. = suburbs).
Heel vaak zijn ze vast gegroeid aan de centrale stad. Er is agglomeratie ontstaan. Suburbanisatie heeft twee oorzaken:
1) Migratie: bewoners van de centrale stad verhuizen naar kleinere plaatsen omdat daar grotere en betere huizen zijn. Ze zoek en wel een plaats in de buurt,want ze blijven werken in de centrale stad.
2) Natuurlijke bevolkingsgroei: meestal zijn het jonge gezinnen die naar de voorsteden trekken. In de voorsteden zijn de geboortecijfers meestal hoog. De natuurlijke bevolkingsgroei is daardoor groot.
B146 Demografische gevolgen van suburbanisatie
Suburbanisatie heeft twee grote gevolgen voor de centrale steden:
- Het inwoner aantal nam af
- De samenstelling van de bevolking is veranderd. Waar de vertrekkers woonden, zijn nieuwe bewoners voor een deel gaan wonen.
Vertrekkers zijn vaak gezinnen met jonge kinderen. De ouders hebben meestal goedbetaalde banen. Anders hadden ze niet genoeg of geen geld voor een beter huis in de voorstad.
Blijvers zijn vaak de ouderen. Ze hebben niet zoveel geld meer om te vertrekken. Veel jongeren zijn alleenstaand. Studenten vormen daarvan een groot deel. Dat is geen rijke groep.
Nieuwkomers zijn meestal allochtonen. Deze groep heeft gemiddeld een laag inkomen.
B149 Woningnood
Woningnood - als de vraag naar woonruimte groter is dan het aanbod. Woningnood heeft een aantal oorzaken:
- In de binnensteden zijn veel woningen afgebroken en in plaats daarvan kwamen vooral kantoren en winkels. Ook wel genoemd :Cityvorming: in de oude binnenstad maken woningen plaats voor winkels en kantoren.
- Tegenwoordig wonen er veel minder mensen in een huis. De afname van het aantal mensen per woning heet gezinsverdunning.
- Er staan ook veel minder huizen in een wijk dan vroeger. Bij stadsvernieuwing stellen ze kleine huizen samen in een huis. Er komen ook minder woningen omdat nieuwe huizen ruimer worden opgezet met meer groen ertussenà woonverdunning.
B157 Groeikernen
Groeikernenà plaatsen waar je wel mag suburbaniseren. Die groeikernen die zijn aangewezen zijn uitgegroeid tot grote steden. Bv: rond R’dam zijn dat Spijkernissen, Hellevoetsluis. Bij Den-Haag: Zoetermeer.
B158 De compacte stad
Compacte stad: het ruimtelijk beleid om meer te bouwen in de steden en dichter tegen de steden aan.
§17 + bb nr’s
De Bijlmermeer: de Bijlmermeer is een wijk met veel allochtonen. De wijk werd in de loop der jaren een wijk vol met problemen:
- veel inwoners waren arm
- veel inwoners hadden geen werk
- er woonden veel verslaafden
- er was veel misdaad
Door deze problemen werd de Bijlmermeer een achterstandswijk.
De nieuwe Bijlmermeer: om leefbaarheid te verbeteren wordt de Bijlmermeer helemaal opnieuw ingericht.
Het Grotestedenbeleid => de verbetering van de leefbaarheid in achterstandswijken door sloop en nieuwbouw en door sociale en economische verbeteringen. Met het Grotestedenbeleid wordt geprobeerd de verschillen tussen woonwijken in een stad te verminderen. Als het niet werkt, wordt de kloof tussen arme/rijke mensen, autochtonen/allochtonen veel groter. Er ontstaan ‘witte’en ‘zwarte’wijken.
B148 Stadsvernieuwing:
De verbetering van verouderde, goedkopere huurwoningen heet sociale stadsvernieuwing. Het kent twee vormen:
1) Sloop en nieuwbouw: er gaat een woonwijk tegen de vlakte. Op die vrijgekomen ruimte worden nieuwe woningen geplaatst. Dat gebeurt alleen als de gebouwen er erg slecht aan toe zijn.
2) Renovatie: het opknappen van huizen. Een speciale vorm van renovatie is restauratieà het herstel van oude, waardevolle bouwwerken, zoals woonhuizen en pakhuizen.
B150 Herinrichting en re-urbanisatie:
Stadsvernieuwing: oude woonwijken maken plaats voor nieuwbouw. In de 19e eeuw ontstonden industrie- en haventerreinen. De ligging bleek niet ideaal en de bedrijven werden helemaal ingebouwd door woonwijken en dus moeilijk bereikbaar. Ze verhuisde naar de rand van de stad na 1960. Als na jaren van bevolkingsafname het aantal inwoners in de stad weer stijgt à re-urbanisatie.
B151 Segregatie en integratie
Segregatie: scheiding tussen groepen mensen. Dat zie je op twee manieren:
- ruimtelijke segregatie: groepen mensen hebben elk hun eigen woongebied
- maatschappelijke segregatie: als groepen mensen gescheiden leven van elkaar en weinig of geen contact met elkaar hebben.
Integratie: samengaan, het tegenovergestelde van segregatie. Dat betekent niet dat allochtonen hun eigen cultuur opgeven. Wel moeten ze rekening houden met wetten en regels in het land waar ze wonen.
§18 + bb nr’s
Tot 1965 groeide de bevolking van steden in Nederland. Die groei staat ook wel bekend als verstedelijking of urbanisatie. Daarna nam het af. Veel dorpen kregen er een woonwijkje bij. Het platteland dreigde te verstenen. De overheid besloot dat sommige dorpen geen nieuwe woningen meer mochten bouwen, omdat het anders zou verstenen.
B145 Suburbanisatie:
de verstedelijking van het platteland rond een grote stad. Die grote stad heet ook wel de centrale stad. Om de centrale stad liggen kleine plaatsen. Ze zijn zelf ook steden gewordenàvoorsteden.( Eng. = suburbs).
Heel vaak zijn ze vast gegroeid aan de centrale stad. Er is agglomeratie ontstaan. Suburbanisatie heeft twee oorzaken:
1) Migratie: bewoners van de centrale stad verhuizen naar kleinere plaatsen omdat daar grotere en betere huizen zijn. Ze zoek en wel een plaats in de buurt,want ze blijven werken in de centrale stad.
2) Natuurlijke bevolkingsgroei: meestal zijn het jonge gezinnen die naar de voorsteden trekken. In de voorsteden zijn de geboortecijfers meestal hoog. De natuurlijke bevolkingsgroei is daardoor groot.
B146 Demografische gevolgen van suburbanisatie
Suburbanisatie heeft twee grote gevolgen voor de centrale steden:
- Het inwoner aantal nam af
- De samenstelling van de bevolking is veranderd. Waar de vertrekkers woonden, zijn nieuwe bewoners voor een deel gaan wonen.
Vertrekkers zijn vaak gezinnen met jonge kinderen. De ouders hebben meestal goedbetaalde banen. Anders hadden ze niet genoeg of geen geld voor een beter huis in de voorstad.
Blijvers zijn vaak de ouderen. Ze hebben niet zoveel geld meer om te vertrekken. Veel jongeren zijn alleenstaand. Studenten vormen daarvan een groot deel. Dat is geen rijke groep.
Nieuwkomers zijn meestal allochtonen. Deze groep heeft gemiddeld een laag inkomen.
B149 Woningnood
Woningnood - als de vraag naar woonruimte groter is dan het aanbod. Woningnood heeft een aantal oorzaken:
- In de binnensteden zijn veel woningen afgebroken en in plaats daarvan kwamen vooral kantoren en winkels. Ook wel genoemd :Cityvorming: in de oude binnenstad maken woningen plaats voor winkels en kantoren.
- Tegenwoordig wonen er veel minder mensen in een huis. De afname van het aantal mensen per woning heet gezinsverdunning.
- Er staan ook veel minder huizen in een wijk dan vroeger. Bij stadsvernieuwing stellen ze kleine huizen samen in een huis. Er komen ook minder woningen omdat nieuwe huizen ruimer worden opgezet met meer groen ertussenà woonverdunning.
B157 Groeikernen
Groeikernenà plaatsen waar je wel mag suburbaniseren. Die groeikernen die zijn aangewezen zijn uitgegroeid tot grote steden. Bv: rond R’dam zijn dat Spijkernissen, Hellevoetsluis. Bij Den-Haag: Zoetermeer.
B158 De compacte stad
Compacte stad: het ruimtelijk beleid om meer te bouwen in de steden en dichter tegen de steden aan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
I.
I.
echt supersupersuper bedankt ! ik was mijnboeken vergeten en nu heb ik het weer !
HARTSTIKKE BEDANKT !!
x.
12 jaar geleden
Antwoorden