Hoofdstuk 4.2, 4.3 + 4.5

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 355 woorden
  • 27 juni 2016
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting paragraaf 2

Stroomstelsel:  geheel van de hoofdstroom en zijtakken dit bestaat uit 3 delen de bovenloop, de middenloop en de benedenloop.

Bovenloop: hoog in de bergen, hier ontspringt de rivier en stroomt die snel

Middenloop: loopt door dal, middelste deel

Benedenloop: dicht bij monding waar rivier door riviervlakte stroomt.

Verval: hoogteverschil tussen 2 plaatsen aan de rivier

Verhang: hoogteverschil per kilometer

Meanderen: kronkelen rivier, bij lage stroomsnelheid meer meanderen, dus weinig verhang.

Stroomgebied: verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag via zijrivieren uiteindelijk in hoofdrivier stroomt

Waterscheiding: grens tussen stroomgebieden, meestal verhogingen in het landschap

Vertragingstijd: tijd die water van regenbui nodig heeft om in de rivier te komen, hangt af van onderliggende gesteente, bodem en vegetatie.

Regiem: waterafvoer gedurende een jaar, aan een herkomst water kun je zien wat voor rivier het is

  • Gletsjerrivier: smeltwater uit bergen uit vooral het voorjaar
  • Regenrivier: regenwater, met hoge afvoer in natte maanden
  • Gemengde rivier: van beide wat, meest regelmatige regiem, voorbeeld rijn

Debiet: totale hoeveelheid water die rivier afvoert in een jaar

Piekafvoer: waterpeil stijgt sterk

Gevolgen van broeikaseffect:

  • 1 graad tempstijging is soms wel 1 tot 3 procent meer neerslag, dus hoger debiet
  • Meer extreme weersituaties bijvoorbeeld onregelmatiger neerslagregiem
  • Stijging zeespiegel à water rivier wordt verder land in geduwd à hogere waterstanden

Samenvatting paragraaf 3

Stroomrug: rivierbedding + oeverwallen

Oeverwal: zijde rivierbedding (?)

Boederijen of dorpen werden op zelfgemaakte verhogingen gebouwd, de woerden of terpen.

Bepaalde ingrepen:

  • Kribben aangelegd om rivier in stroomrug te houden en bevaarbaarheid te verbeteren.
  • In uiterwaard gebouwd dus ophogen zomerdijk nodig
  • Door ophogen dijken wordt sediment alleen maar afgezet nog in uiterwaarden en rivierbedding zelf plaats, zo hoogt rivier zichzelf op en moeten de dijken weer omhoog
  • Rivieren gekanaliseerd, stuwen met sluizen aangelegd zodat rivier bevaarbaar blijft
  • Bochten afsneden, dus snellere stroom
  • Door verstedelijking, die de neerslag in het riool naar rivier laten stromen > vertragingstijd korter > veel water te verwerken soms

Paragraaf 5

Maatregelen in het verleden:

  • Dijkverzwaringen > verhogen of verbreden dijk
  • Noodoverloopgebieden > mocht hier overstromen
  • Extra rivierloop gegraven
  • Stuwen aangelegd

Maatregelen tot 2015

Project ruimte voor de rivier

  • Verlagen uiterwaarden
  • Aanleg nevengeul
  • Verwijderen obstakels
  • Uiterwaardverbreding
  • Bergingsgebieden aanleggen
  • Vermindering zijdelingse toestroom
  • Kribverlaging
  • Zomerbedverdieping
  • Dijkverhoging
  • Ontpoldering

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.