Hoofdstuk 3.1 t/m 3.3

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 2157 woorden
  • 8 april 2014
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

3.1 – India, land van de moesson

Reliëf

  • India ligt op het driehoekige schiereiland Zuid-Afrika.
    • Dat is een groot natuurgebied met natuurlijke grenzen.
    • = een grens gemaakt door een rivier of een gebergte.
    • Aan de noordkant, gebergtemuur Himalaya. Zuidkant, Indische Oceaan.
  • Het is zo duidelijk een apart deel van Azië, het is een subcontinent.
  • Als je kijkt naar het reliëf is India te verdelen in 3 gebieden.
    • Langs de noordgrens, de Himalaya.
      • Met de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest (8848 meter).
      • Himalaya is het dak van de wereld.
      • Het is altijd ijzig koud en er ligt altijd sneeuw op de bergen.
    • Grenzend aan dit gebied ligt een laagvlakte
      • 2 grote rivieren die in de Himalaya ontspringen: de Indus en de Gagnes.
      • Het is dichtbevolkt en een goed akkerland
        • Door het slib dat rivieren achterlaten na een overstroming.
      • Ook de smalle kustvlaktes langs de oost- en westkust zijn dichtbevolkt.
    • Het midden bestaat uit een hoogvlakte: het Hoogland van Dekan.
      • Het heeft een landschap tussen 400-800 meter.
      • De hoogvlakte wordt aan de westkust begrensd door de West-Ghats.
      • Die heeft als hoogste punt 1600 meter.

Moessonregens

  • Het zuidelijke deel van India ligt in de tropen.
    • Het is het hele jaar door warm, in de winters overdacht rond de 200C
    • Alleen ’s nachts is het dan rond de 50C.
  • Er zijn belangrijke verschillen in de seizoenen in India.
    • Er is een droge en een natte tijd.
    • Dit heeft te maken met de halfjaarlijks wisselende wind, de moesson.
  • De regentijd valt in de zomer (juni, juli en augustus).
    • Overdag is het dan warm, rond de 400C.
    • Door de hitte gaat de lucht stijgen, het tekort wordt aangevuld door zeelucht.
    • De vochtige, tropische zeewind vanaf de Indische Oceaan heet zuidwestmoesson.
      • Vooral aan de westkust en in de Himalaya valt dan veel neerslag.
      • Hier botst een aanlandige wind tegen de bergen, waardoor het regent.
  • In de winter is het precies andersom.
    • Er waait dan een noordoostenwind vanaf het Azië naar zee.
      • De aflandige wind is dan droog.
    • Normaal komen moessonregens begin juni. Maar hier is het onbetrouwbaar.
      • Soms regent het veel en soms helemaal niet.
      • Dit is een ramp voor de boeren.
    • In het zuidoosten begint de regentijd het vroegst.
    • In het noordwesten duurt de regentijd het kortst en valt er het minste regen. 
    • Ook in de regenschaduw gebieden valt weinig neerslag, bijvoorbeeld op het Hoogland en van Dekan en in de Tharwoestijn.
    • Regenschaduw = ligging achter gebergte met weinig neerslag.

Wateroverlast

  • De Indiërs zijn altijd blij met de eerste zomerse stortbuien.
    • Door de kurkdroge periode hebben ze hier naartoe geleefd.
    • Maar dat verandert, vooral in het noorden valt veel neerslag (11.400 mm p.j.)
      • Dat is dus meer dan 11 meter neerslag per jaar!
    • Als er teveel regen is, komt er een overstroming.
    • Vooral in het deltagebied van Bangladesh.
    • Elk jaar zijn er grote overstromingen in het stroomgebied van de Gagnes.

 

B43 – De wet van Buijs Ballot

  • Hoge druk wil zeggen dat het pakket lucht van de dampkring in elkaar is geperst en relatief zwaar op de aarde drukt.
    • Er is dus een teveel aan lucht.
  • Lage druk wil zeggen dat er een tekort is aan lucht.
    • Lucht stroomt van een gebied met teveel (hogedrukgebied of maximum) nar een tekort (lagedrukgebied of minimum).
    • Vanuit een hogedrukgebied stroomt de lucht naar het lagedrukgebied.
  • De wet van de Nederlander Buijs Ballot, de 1e directeur van KNMI gaat over de richting van de luchtstroom.
  • De wind waait altijd van maximum naar minimum.
  • Door de draaiing van de aarde krijgt de wint op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.
    • Dit is het corioliseffect. Dit geldt als je met je rug naar de wind staat.

 

B44

  • De evenaar is het tropisch minimum
  • De Noordpool & Zuidpool zijn polair minimum
  • Op 300 ligt het subtropisch maximum
  • Op 60o ligt het suppolair minimum
  • Er zijn drie systemen. Passaat, westenwind en poolwind.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

B47

  • In juli ligt het minimum boven de evenaar. In januari onder de evenaar.
  • In juli waait er een zuidoostpassaat
    • Zo gauw de passaat de evenaar passeert verandert de windrichting.
    • Door afwijking komt op het noordelijk halfrond een zuidwesterlijke wind
  • In januari precies andersom, een noordoostpassaat
    • Het wordt noordwestelijke wind (afwijking naar links)

Topo

 

II          Gangesvlakte                           V          Tharwoestijn

            IV         Hoogland van Dekan                I           Himalaya

            VII        West-Ghats                              VI         Aravalligebergte

            III          Indusvlakte                              VIII       Oost-Ghats

 

A India              D Bhutan

            B Pakistan        E Bangladesh

            C Nepal                        F Sri Lanka

            1 Delhi             7 Bangalore

            2 New Deli        8 Karachi

            3 Mumbai         9 Lahore

            4 Kolkata          10 Islamabad

            5 Hyderabad     11 Dhaka

            6 Chennai         12 Colombo

            a = Indische Oceaan

            b = Golf  van Bengalen

            c = Arabische zee

            d = Indus

                                                                                                    e = Gagnes

                                                                                                    f = Brahmaputra

3.2 – India, land vol verschillen

Cultureel mozaïek

  • De Indiër bestaat niet, er zijn teveel culturele verschillen binnen India.
  • Je kunt India vergelijken met een werelddeel als Europa, verschillende culturen.
  • Zuid-Azië is een groot subcontinent.
    • Er liggen toch maar 6 staten. Die staatkundige eenheid is van de Britten.
    • Engeland had een kolonie, die bracht katoen, jute en thee.
    • Bij de onafhankelijkheid kreeg India een indeling in deelstaten.
  • Van de honderden talen in India zijn er 21 officieel erkend.
    • Het belangrijkste: Hindi. (2/3 van de bevolking spreekt dat als moedertaal)
  • Er zijn veel meer cultuurverschillen binnen India.
    • 80% van de bevolking is hindoeïstisch.
    • Maar heeft ook de grootste moslimbevolking, 160 miljoen mensen.
      • Ook zijn er christenen, boeddhisten, sikhs en aanhangers van jaïnisme.
  • Die groepen moeten een manier vinden met elkaar te leven, want dat gaat niet makkelijk.
    • Iedere cultuur heeft zijn eigen gebruiken, gewoontes en rituelen.

Complexe sociale structuur

  • Naast conflicten tussen taal en religie zijn er ook enorme klassenverschillen.
  • In de complexe Indiase samenleving is een sociale ongelijkheid gewoon.
    • Dit is het kastenstelsel.
      • Vanaf je  geboorte hoor je bij een bepaalde groep (een kaste).
      • Je moet trouwen met iemand uit dezelfde kaste.
      • En je zit vast aan de leefregels van deze kaste.
    • Je ziet vier hoofdgroepen.
      • De hoogste kaste heeft de beste status. Priesters en geleerden.
      • Deze kasten zijn verdeeld in subkasten. (de jati)
      • Helemaal onderaan staan de ‘onaanraakbare’, de Dalits.
  • De Dalits wonen in aparte wijken, en doen het vuile werk als straten wegen enz.
    • Als bediende hebben ze een eigen bordje en bestek
    • Er wonen in India ongeveer 185 miljoen kastelozen, Dalits.
  • De Indiërs zijn gewend aan de regels van hun kasten die ze moeten volgen.
    • Als ze niet luisteren naar iemand  van een hogere kasten, krijgen ze problemen
      • Ze denken dat ze in het volgende leven terugkomen in een lagere kaste.
      • Dit is het hindoeïsme.
  • Officieel is het kastenstelsel afgeschaft, maar toch voelt het daar niet zo.
    • De Dalits krijgen zelfs voorrang, toelating bij studies of overheidsbanen.
    • Dit doet de regering om achterstand te verminderen.

B195

  • Er zijn twee soorten koloniën
    • Exploitatiekoloniën
      • Hier worden de koloniën gebruikt om er zelf voordeel van te hebben.
    • Vestigingskoloniën        
      • Hier worden de koloniën gebruikt om te wonen & werken.

B204

  • De manier waarop een staart wordt bestuurd noem je het politiek systeem
  • In een centraal geregeerde staat gelden overal dezelfde regels. Een voorbeeld is Frankrijk, er wordt bestuurd vanuit één plaats, Parijs.

B205

  • Een voorbeeld van een politiek systeem is een bondstaat.
    • Sommige staten zijn ontstaan doordat een aantal staten zich heeft verenigd.
    • Zo’n vereniging van staten/landen noem je een bondstaat.

3.3 – Booming India

Globalisering in India

  • India is een arm land, dat kun je zien.
    • Er zijn verschillende kenmerken van ontwikkeling.
    • Toch lijken China en India wel op elkaar. Met een gigantische bevolking bijv.
    • In beide landen groeit de economie snel.
    • Ze horen bij de opkomende landen.
  • Net als in China liggen de lonen laag in India. Het is een lagelonenland.
  • Voor een bedrijf in de VS of in Europa is dit aantrekkelijk. Ze doen daar aan productie en diensten uitbesteden. Dit uitbesteden noem je outsourcing.
  • India is vooral in trek bij de IT-sector.
    • Dat zijn bedrijven die werken in informatie- en communicatietechnologie.
    • Ze ontwikkelen en beheren netwerken, databanken en websites.
    • De IT in India is booming met een jaarlijkse groei van 25-30%.

Hard werken en discipline

  • Er zijn verschillende redenen waarom India in trek is bij de IT-bedrijven.
    • Veel opgeleiden spreken vloeiend Engels naast hun moedertaal.
      • Dat heeft te maken met de koloniale geschiedenis.
      • Ze communiceren dus makkelijk, dat is heel anders dan in China.
    • Indiase IT’ers zijn niet alleen goedkoop, maar doen hun werk ook goed.
      • Ze werken hard en nauwkeurig aan de opdrachten.
    • Tientallen jaren waren India en China een gesloten economie met zelfvoorziening.
      • Na 1990 is dit pas veranderd naar een vrijemarkteconomie.
      • China werd hierdoor ‘fabriek van de wereld’ genoemd.
      • India werd hierdoor ‘kantoor van de wereld’ genoemd.
    • Toch wil India zich niet alleen specialiseren op de dienstensector.
      • Er zijn sinds 2005 SEZ’s (speciale economische zones)
      • Hier krijgen bedrijven vrijheid en (bijna) geen belasting.
      • Deze zones zijn een groot succes, ook in China.
      • India wil dat succes kopiëren en zoveel mogelijk buitenlands investeringen aantrekken. Die zorgen voor arbeidsplaatsen.

Hard werken en discipline

  • Er zijn verschillende redenen waarom India in trek is bij de IT-bedrijven.
    • Veel opgeleiden spreken vloeiend Engels naast hun moedertaal.
      • Dat heeft te maken met de koloniale geschiedenis.
      • Ze communiceren dus makkelijk, dat is heel anders dan in China.
    • Indiase IT’ers zijn niet alleen goedkoop, maar doen hun werk ook goed.
      • Ze werken hard en nauwkeurig aan de opdrachten.
    • Tientallen jaren waren India en China een gesloten economie met zelfvoorziening.
      • Na 1990 is dit pas veranderd naar een vrijemarkteconomie.
      • China werd hierdoor ‘fabriek van de wereld’ genoemd.
      • India werd hierdoor ‘kantoor van de wereld’ genoemd.
    • Toch wil India zich niet alleen specialiseren op de dienstensector.
      • Er zijn sinds 2005 SEZ’s (speciale economische zones)
      • Hier krijgen bedrijven vrijheid en (bijna) geen belasting.
      • Deze zones zijn een groot succes, ook in China.
      • India wil dat succes kopiëren en zoveel mogelijk buitenlands investeringen aantrekken. Die zorgen voor arbeidsplaatsen.

B190

  • Globalisering: internationale uitwisseling van geld, goederen en informatie.
    • Andere woorden hiervoor zijn internationalisering en mondialisering.

B191

  • Multinationale onderneming: bedrijven met vestigingen in verschillende landen.
  • Multinationals: andere benaming voor 

REACTIES

F.

F.

In de eerste zin staat: India ligt op het driehoekige schiereiland Zuid-Afrika. Dit moet natuurlijk Zuid-Azië zijn...

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.