Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 3: Steden, paragrafen 1.1 t/m 2.4 + begrippen

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1570 woorden
  • 22 juni 2009
  • 309 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
309 keer beoordeeld

2.1
Een stad heeft 4 kenmerken: een bepaalde omvang, een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met de omgeving, de bevolking die bijna allemaal in de secundaire en tertiaire sector werken en de stad moet een groot aantal functies voor het gebied om de stad hebben.
Je hebt verschillende soorten steden: hoofdsteden, megasteden en wereldsteden. Een megastad is wanneer er meer dan 8 miljoen mensen wonen, een stad is een wereldstad als er en veel inwoners wonen en de stad een belangrijk centrum in de economie, cultuur en politiek van de wereld is en tot slot de hoofdsteden: de belangrijkste steden in een land. In ontwikkelde landen liggen er meestal meerdere steden in één land, ook zijn de steden met elkaar verbonden op veel verschillende manieren: een stedelijk netwerk. In veel ontwikkelingslanden ligt er vaak maar 1 mega stad: dit heet een primate city. Er zijn 2 redenen waarom steden op bepaalde plaatsen liggen: kenmerken van de plaats zelf: dit noem je de site. Steden liggen vaak in een vlak gebied bij een rivier of zee. Een andere reden is de ligging ten opzichten van andere plaatsen: de situation. Met de globalisering is het als stad erg belangrijk dat je goed te bereiken bent.
Een koloniale dubbelstad is een stad die altijd in een ontwikkelingsland ligt. In zo’n stad heb je delen waar je kronkelige straatjes hebt en in het andere deel van de stad heb je rechte brede wegen, deze zijn gemaakt door de Europeanen in de tijd dat de ontwikkelingslanden nog kolonies waren. De ontwikkelingslanden waren toen een soort ‘doorgeefluik’ van de kolonie naar het westerse moederland.


2.2
Urbanisatiegraad= percentage van bevolking dat in steden woont.
In centrumlanden: veel mensen wonen in de stad, maar het percentage neemt niet toe. Mensen in zo’n stad trekken vaak voor bijv. rust naar het omringende platten land (=suburbanisatie)
In ontwikkelingslanden: veel mensen trekken vanaf het platten land naar de stad (naar de primate city [paragraaf 2.1]) omdat daar de beste voorzieningen en het meeste werk is. De primate city zuigt het hele land leeg-> leven op het platteland is slecht-> iedereen trekt naar de stad( vooral jonge mensen, die stichten daar dan een gezin -> de urbanisatie graad neemt nog verder toe.)
Suburbs= Voorsteden. (hier wonen mensen met hoog inkomen)[meer naar het centrum toe -> oudere woonwijken -> wonen mensen met lager inkomen(in steden zijn dit probleemwijken(vaak met allochtone)
CBD(central business district)= centrum van de stad waar allemaal kantoren zijn gevestigd, de grond is hier duur dus worden er hoge gebouwen gebouwd(die vooral bedrijven goed kunnen betalen)
Ruimtelijke geleding= de opbouw van een stad in wijken. Amerikaanse en westerse steden lijken op elkaar (lijkt op een dambord) in europese steden is vaak een historisch centrum (denk aan A.dam, de straten lijken op een spinnenweb, geen CBD mogelijk)
Kom je in een grote stad in een arm land: geen structuur, wel ontdek je dat:
o De stad 1 of meer zakencentra heeft.
o Een zone met overwegend industrie
o Woonwijken van de rijken
In zo’n stad wonen meestal heel veel mensen, maar ruim de helft woont in een krot (een krotten wijk ligt vaak op een plek waar de rijken niet willen wonen-> te gevaarlijk, stank,of het ligt te ver van het centrum. Weer nieuwe arme mensen vestigen zich in die wijken waardoor ze nog verder verdichten(=woondichtheid neemt toe of er wonen meer mensen in 1 huis)
In oudere en nieuwere krotten wijken zie je ook verschil, dat komt omdat mensen in een nieuwe krottenwijk eerst zeker willen weten of ze er mogen blijven wonen, dan pas gaan ze hun huis verstevigen.


2.3 de ontwikkeling van steden in Europa
vanaf de elfde eeuw begonnen Europese steden te groeien. Parijs was toen de grootste stad met zo’n 275.000 inwoners. Toen waren plaatsen waar handelscontact mogelijk was goede locaties voor steden. Al in 1350 lag er in Europa een handelsnetwerk, op kruisingen van handelswegen of aan het eind of beginpunt ontstonden steden. De steden ontstonden ook op plaatsen waar het veilig was. Veel middeleeuwse steden lagen op de hogere oever van een rivier. De rivier bood handelsmogelijk heden en zorgde er voor dat indringers buiten bleven. Het hart van een middeleeuwse stad was het marktplein, hier werd gehandeld, er werd recht gesproken en nog veel meer. De ruimte binnen de stadsmuren was klein, er was geen hoogbouw want dat mocht niet, dus stonden de huizen dicht op elkaar. Dit is tegenwoordig natuurlijk niet meer handig en worden vaak de stadsmuren gesloopt en de grachten dicht gegooid om zo meer ruimte te creëren en rondwegen aan te leggen. Ook moest er ruimte komen voor stationen en spoorwegen. Die werden meestal net buiten het historisch centrum gebouwd, dit is ook in Amsterdam het geval. Vroeger was het dus erg belangrijk dat een stad een goede handelsverbinding had en veilig lag. Later werd het belangrijker of een stad een regeringscentrum werd. Dit lukte goed bij: Londen, Madrid, Wenen, Parijs en Berlijn, de koningen en keizers wilde hun rijken laten zijn door uitbouw van de stad. Brede boulevards, grote pleinen enzovoort. De grootste verandering in het stedelijke patroon trad op in de 19e eeuw: de industrialisatie. Er ontstonden nieuwe steden op plaatsen waar veel grondstoffen te vinden waren. Zo is bijvoorbeeld ook het Duitse Ruhrgebied ontstaan. Deze steden herken je aan de chaotische indeling. Rond de fabrieken en mijnschatten ontstonden arbeidswijken. Later werd het belangrijk voor een stad of de grondstoffen ook makkelijk aangevoerd konden worden. havens en knooppunten van spoorlijnen waar erg belangrijk voor de industrie.

2.4
In sommige megasteden, groeit de bevolking heel snel. Kijk maar naar Lima (= de hoofdstad van Peru) elke week krijgt deze stad er 1000 migranten bij! Maar het bestuur kan niet voor zoveel mensen zorgen voor woningen, onderwijs, zorg en een baan!

Als je als migrant in zo’n land komt moet je kiezen; of zelf een huis bouwen of bij een familie intrekken. Joaquim was zo’n migrant, hij koos voor zelf een huis bouwen. Hiervoor ging hij bouwmaterialen zoeken; plastic, hout en karton. Vlak bij de vuilnisbelt aan de rand van de stad bouwde hij een grotje, voor hem en zijn 2 kinderen. Het bestuur dreigde 2 jaar geleden om hun illegale wijk plat te “bulldozeren”. Maar toen kwam het gelukkige nieuws dat hun ijk bleef. Nu gingen veel mensen hun huisje opknappen. Hier steunde een NL hulporganisatie bij (ze legden riolering, elektriciteit en waterleidingen aan). Zo werd het een volkbuurtje. Nu proberen ze hun huisje te verkopen en willen gaan wonen in een flatje in een nieuwbouwstad.
De meeste plattelanders hebben geen opleiding, hierdoor is het nog moeilijker om een baan te vinden. Zelden vinden zij werk in de formele sector. De meeste proberen werk te vinden in de informele sector. Dit is een scharreleconomie. Het wordt ook wel ‘de smeerolie van de stedelijke economie genoemd’. Ze halen bijvoorbeeld vuil op. Ongeveer 60% van de stadsbewoners in ontwikkelingslanden verdiend met zo iets de kost. Het hele gezin werkt mee. Joaquim vertrekt als ’s morgens vroeg naar de vuilnisbelt, daar doorzoekt hij het vuil op nog wat bruikbaars. Zij vrouw verkoopt zelfgemaakte hapjes in de stad. Zij heeft nu een eigen plekje om dat te verkopen. De twee dochters verkopen zakjes gekoeld water bij het busstation. En het broertje Francisco werkt als parkeerwachter.

Het is meestal ook heel gevaarlijk in zo’n arm land. De lucht is zwaar vervuilt, door fabrieken. Overal ligt zwerfvuil. De rioleringen lopen vol met gevaarlijke stoffen uit allerlei bedrijfjes, olie en verf. Voor mensen die stroomafwaarts wonen is dit helemaal gevaarlijk, want die drinken dit vervuilde water op en wassen zich ermee! In arme landen staat hun economische groei voor op, en daarna pas het milieu. Er kunnen wel regels gemaakt worden voor het milieu, maar bedrijven houden zich daar toch niet aan en het wordt niet gecontroleerd.
1,2 miljard mensen drinken verontreinigd drinkwater. Dit wordt ook een steeds groter probleem door de snelle bevolkingsgroei en de sterke bevuiling. Jaarlijks sterven ruim 5 miljoen mensen aan cholera en dysenterie. De slachtoffers wonen vaak in ontwikkelingslanden en dan zeker meestal in de steden. De prijs van schoon drinkwater stijgt heel snel. De armste mensen zijn het slachtoffer van deze ontwikkeling!

BEGRIPPEN!
• Megastad= stad met meer dan 8 miljoen inwoners.

• Wereldstad= grote stad die voor een deel van de wereld belangrijk is op het gebied van economie, politiek en cultuur.
• Stedelijk netwerk= een groep van steden in een land die onderling op een tal van terreinen verbonden zijn.
• Primate city= een stad die, gelet op aantal inwoners en functies, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad in het land.
• Site= kenmerken van de ligging van een plaats zelf.
• Situation= kenmerken van een plaats die samenhangen met haar ligging ten opzichte van andere plaatsen of gebieden.
• Koloniale dubbelstad= een stad die bestaat uit een westers en een niet westers stadsdeel.
• Urbanisatie= proces waarbij mensen van het platteland naar de stad trekken.
• Urbanisatiegraad= percentage van bevolking dat in steden woont.
• Suburbanisatie= proces waarbij veel mensen en bedrijven vanuit een stad naar het omringende platteland trekken.
• Suburbs= (Amerikaanse) voorsteden.
• Central Business District (CBD)= centrum van een stad waar allerlei kantoren zijn gevestigd.
• Ruimtelijke geleding= de opbouw van een stad in wijken
• Verdichten= toename van de woondichtheid per hectare door toename van woningdichtheid of stijging van aantal bewoners per huis.
• De formele sector= het officiële deel van de economie(banken, overheid, enz.)

• De informele sector= het niet-officiele deel van de economie(straathandel, enz.)

REACTIES

S.

S.

echt kei veel bedankt
ben mijn boek vergeten en morgen pw

X

14 jaar geleden

D.

D.

super, ik ben echt heel slecht in samenvattingen maken, en kijk daarom altijd hier op.

13 jaar geleden

B.

B.

suus ik ben je dankbaar!

13 jaar geleden

(.

(.

Ik vind het heel raar, er staat telkens 2. nogwat, het is toch h4? :$
en ik heb 2.3 en 2.4 niet in me boek staan, maar dat kan ook zijn omdat ik geen vwo ben. :)
xxx. (L)

13 jaar geleden

F.

F.

Dit is idd een goede samenvatting. Misschien had je er nog wat over de krottenwijken erin zetten maar misschien hebben wij dat alleen

12 jaar geleden

K.

K.

Echt heel goed!
Heel erg bedankt suus!

12 jaar geleden

J.

J.

goede samenvatting :)

12 jaar geleden

I.

I.

Jaa geweldige samenvatting. Heel handig.
Wel een foutje: het is platteland, niet platten land .

12 jaar geleden

E.

E.

Wat maakt dat nou weer uit. Tis toch een goede samenvatting

9 jaar geleden

H.

H.

Waarom trekken arme mensen naar de stad??

9 jaar geleden

N.

N.



Hoe zijn westerse en niet-westerse steden opgebouwd?

8 jaar geleden

A.

A.

mensen gaan in de stad wonen om werk te zoeken, om dichtbij voorzieningen te wonen (winkels, bioscoop, ziekenhuizen enz.), om dichtbij recreatie mogelijkheden te wonen (bijvoorbeeld: speeltuinen), er zijn in de stad veel verschillende mensen en in de stad blijf je een beetje anoniem, want als je op het platteland woont ken je de meeste mensen die daar ook wonen, maar in een stad zijn er zoveel mensen dat niet iedereen elkaar kent.

7 jaar geleden

P.

P.

het is toch megastad= stad met meer dan 10 miljoen ipv 8 miljoen inwoners?

9 jaar geleden

A.

A.

Megastad= inderdaad stad met meer dan 10 miljoen inwoners

7 jaar geleden

C.

C.

Heeyyyy thanks voor dit! much love <3

8 jaar geleden

B.

B.

goede samenvatting thanku <3

6 jaar geleden

H.

H.

dit vind ik ook een goede cite voor begrippen en ik leer hier echt alles goed.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.