3.1a Wat zijn milieuproblemen?
Milieu = omgeving waarin wij leven
Milieu
Levende onderdelen niet-levende onderdelen
mensen bodem
dieren water
planten lucht
Mensen veranderen het milieu - schade
Voorbeelden
1. Mensen bouwen een woonwijk.
Gevolg: er is niet genoeg ruimte voor planten en dieren
2.Mensen kappen bossen op hellingen.
Gevolg: overstroming bodemerosie
3.Fabrieken blazen met hun schoorstenen vieze stoffen de lucht in
Gevolg: mensen / planten / dieren kunnen ziek worden
Milieuproblemen = problemen die ontstaan doordat we onze leefomgeving schade toebrengen
Milieuproblemen ontstaan altijd door mensen.
Een natuurramp, zoals een aardbeving, is geen milieuprobleem.
Mensen zijn het er lang niet altijd mee eens of iets een milieuprobleem is.
3.1b Welke milieuproblemen zijn er?
Vervuiling: mensen brengen een stof in het milieu die daar, op die plaats en in die hoeveelheid niet thuishoort.
Uitputting: mensen halen een stof weg uit het milieu zonder dat het milieu dat voldoende kan herstellen.
Aantasting: mensen veranderen het landschap, waardoor sommige planten en dieren er niet meer kunnen leven.
Voorbeelden
Vervuiling: bodemvervuiling, luchtvervuiling en watervervuiling
Uitputting: Overbevissing, ontbossing
Aantasting: Ontbossing, bos wegbranden voor landbouwgrond en (een) snelweg(en) aanleggen
Iedereen heeft met milieuproblemen te maken.
Sommige milieuproblemen blijven in een klein gebied. Andere komen voor in grote gebieden, zoals een werelddeel.
Wereldwijd milieuprobleem = een milieuprobleem met wereldwijde gevolgen.
Voorbeelden:
Het versterkte broeikaseffect en de verdunning van de ozonlaag
3.2a Welke gevolgen heeft ontbossing?
Ontbossing = Mensen halen meer bos weg dan ze nieuw aanplanten of dan er opnieuw aangroeit.
Ontbossing in tropische regenwouden kan ernstige gevolgen hebben voor het milieu.
Planten en dieren verdwijnen;
Als bossen verdwijnen, kunnen planten en dieren die in het bos leven verdwijnen of zelfs uitsterven.
Kale en onvruchtbare grond blijft over;
Bomen houden met hun wortels de bodem vast. Bladeren die van de bomen vallen, brengen voedingsstoffen in de bodem. Door het verdwijnen van de bomen komen er geen nieuwe voedingsstoffen. Ook wordt de bodem niet meer vastgehouden en veel grond spoelt of waait weg. Wat overblijft is een kale en onvruchtbare ondergrond.
Overstromingen ontstaan;
Bossen en de bodem waar ze op groeien, werken als een spons. Ze houden regen een tijdje vast en laten het langzaam wegstromen naar een rivier. Door het verdwijnen van de bomen en de bodem spoelt de regen in één keer weg. Rivieren moeten dan veel meer water afvoeren dan normaal. Daardoor kunnen flinke overstromingen ontstaan.
Het klimaat verandert;
Door het verdwijnen van bomen is er minder verdamping en valt er dus minder regen. Ook kunnen felle zonnestralen de onbeschermde bodem uitdrogen.
3.2b Waardoor ontstaat ontbossing?
Oorzaken van ontbossing kunnen zijn: bevolkingsgroei, armoede en uitvoer van producten naar rijke landen.
Bevolkingsgroei: In veel landen met tropisch regenwoud groeit de bevolking erg snel. Er is steeds meer ruimte nodig voor woningen en landbouwgrond. Daarvoor wordt veel bos gekapt of plat gebrand.
Armoede: Veel mensen zijn zo arm dat ze hout als enige brandstof hebben. Vooral om te koken. Ook hebben veel mensen geen opleiding gehad. Ze weten niet wat ze doen moeten om de problemen op te lossen. Rijke landen kunnen helpen door de armen mensen te helpen met geld en opleidingen.
Uitvoer van producten naar rijke landen: Veel bos maakt plaats voor grote veeteeltbedrijven. Die verkopen rundvlees aan rijke landen. Ook verdwijnt bos voor het bouwen van sojabonen, cacao, koffie, thee en palmolie. Bossen moeten ook plaats maken voor het winnen van delfstoffen zoals ijzererts. Er wordt veel hout gekapt om uit te voeren. Van het tropisch hardhout worden bijvoorbeeld kozijnen, deuren of tuinmeubelen gemaakt. Voor al deze activiteiten zijn wegen nodig of stuwdammen voor elektriciteit. Ook daarvoor verdwijnt bos. Tropisch hardhout is verbouwd op milieuvriendelijke houtbedrijven. Daar worden weer nieuwe bomen geplant nadat er is gekapt. Dit hout wordt milieuvriendelijk hout genoemd.
Milieu = omgeving waarin wij leven
Milieu
Levende onderdelen niet-levende onderdelen
mensen bodem
dieren water
planten lucht
Mensen veranderen het milieu - schade
Voorbeelden
Gevolg: er is niet genoeg ruimte voor planten en dieren
2.Mensen kappen bossen op hellingen.
Gevolg: overstroming bodemerosie
3.Fabrieken blazen met hun schoorstenen vieze stoffen de lucht in
Gevolg: mensen / planten / dieren kunnen ziek worden
Milieuproblemen = problemen die ontstaan doordat we onze leefomgeving schade toebrengen
Milieuproblemen ontstaan altijd door mensen.
Een natuurramp, zoals een aardbeving, is geen milieuprobleem.
Mensen zijn het er lang niet altijd mee eens of iets een milieuprobleem is.
3.1b Welke milieuproblemen zijn er?
Vervuiling: mensen brengen een stof in het milieu die daar, op die plaats en in die hoeveelheid niet thuishoort.
Uitputting: mensen halen een stof weg uit het milieu zonder dat het milieu dat voldoende kan herstellen.
Aantasting: mensen veranderen het landschap, waardoor sommige planten en dieren er niet meer kunnen leven.
Vervuiling: bodemvervuiling, luchtvervuiling en watervervuiling
Uitputting: Overbevissing, ontbossing
Aantasting: Ontbossing, bos wegbranden voor landbouwgrond en (een) snelweg(en) aanleggen
Iedereen heeft met milieuproblemen te maken.
Sommige milieuproblemen blijven in een klein gebied. Andere komen voor in grote gebieden, zoals een werelddeel.
Wereldwijd milieuprobleem = een milieuprobleem met wereldwijde gevolgen.
Voorbeelden:
Het versterkte broeikaseffect en de verdunning van de ozonlaag
3.2a Welke gevolgen heeft ontbossing?
Ontbossing = Mensen halen meer bos weg dan ze nieuw aanplanten of dan er opnieuw aangroeit.
Ontbossing in tropische regenwouden kan ernstige gevolgen hebben voor het milieu.
Planten en dieren verdwijnen;
Als bossen verdwijnen, kunnen planten en dieren die in het bos leven verdwijnen of zelfs uitsterven.
Kale en onvruchtbare grond blijft over;
Overstromingen ontstaan;
Bossen en de bodem waar ze op groeien, werken als een spons. Ze houden regen een tijdje vast en laten het langzaam wegstromen naar een rivier. Door het verdwijnen van de bomen en de bodem spoelt de regen in één keer weg. Rivieren moeten dan veel meer water afvoeren dan normaal. Daardoor kunnen flinke overstromingen ontstaan.
Het klimaat verandert;
Door het verdwijnen van bomen is er minder verdamping en valt er dus minder regen. Ook kunnen felle zonnestralen de onbeschermde bodem uitdrogen.
3.2b Waardoor ontstaat ontbossing?
Oorzaken van ontbossing kunnen zijn: bevolkingsgroei, armoede en uitvoer van producten naar rijke landen.
Bevolkingsgroei: In veel landen met tropisch regenwoud groeit de bevolking erg snel. Er is steeds meer ruimte nodig voor woningen en landbouwgrond. Daarvoor wordt veel bos gekapt of plat gebrand.
Armoede: Veel mensen zijn zo arm dat ze hout als enige brandstof hebben. Vooral om te koken. Ook hebben veel mensen geen opleiding gehad. Ze weten niet wat ze doen moeten om de problemen op te lossen. Rijke landen kunnen helpen door de armen mensen te helpen met geld en opleidingen.
Uitvoer van producten naar rijke landen: Veel bos maakt plaats voor grote veeteeltbedrijven. Die verkopen rundvlees aan rijke landen. Ook verdwijnt bos voor het bouwen van sojabonen, cacao, koffie, thee en palmolie. Bossen moeten ook plaats maken voor het winnen van delfstoffen zoals ijzererts. Er wordt veel hout gekapt om uit te voeren. Van het tropisch hardhout worden bijvoorbeeld kozijnen, deuren of tuinmeubelen gemaakt. Voor al deze activiteiten zijn wegen nodig of stuwdammen voor elektriciteit. Ook daarvoor verdwijnt bos. Tropisch hardhout is verbouwd op milieuvriendelijke houtbedrijven. Daar worden weer nieuwe bomen geplant nadat er is gekapt. Dit hout wordt milieuvriendelijk hout genoemd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden