Hoofdstuk 2: Rivierbeleid in Nederland

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 652 woorden
  • 11 februari 2014
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
22 keer beoordeeld

De hoofdvraag van dit hoofdstuk is: wat zijn de kenmerken en gevolgen van het rivierbeleid om overstromingen in Nederland tegen te gaan?

§ 2.1 Overstromingen tegengaan

Waaruit bestaat het Nederlandse rivierbeleid, wat is (het doel van) de watertoets en op welke manieren kan in het stroomgebied de waterafvoer beheerst worden?

Nationaal beleid

► In 2003 is in het Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) vastgelegd hoe de rivier meer ruimte moet krijgen. Het beleid gaat zowel om de grote rivieren als om de waterhuishouding in ruime zin. Daaronder vallen de scheiding tussen regen- en rioolwater in stedelijke gebieden, de inrichting van waterbergingsgebieden op het platteland of herinrichting van bekengebieden waardoor ze hun oorspronkelijke loop weer krijgen.

► Er is een drietrapsstrategie gekozen om problemen met te veel water te voorkomen: eerst proberen water vast te houden (retentie), dan water bergen en dan pas afvoeren.                                                                                                                                                                                                                 ● Elke rivier heeft zijn eigen karakteristieken. Dat maakt het vinden van de beste oplossing voor hoogwaterrisico’s moeilijk.

● Er wordt zoveel mogelijk geprobeerd het waterbeheer te combineren met andere functies, zoals met aanleg van natuur of recreatiegebied.

 

■ Beslissingen over maatregelen worden pas genomen nadat met modellen de effecten van die maatregelen in het rivierengebied berekend zijn.

 

► Om te zorgen dat water goed wordt meegenomen in ruimtelijke plannen is de watertoets ingesteld. Bij nieuwe besluiten over de ruimte moet beschreven worden hoe rekening gehouden wordt met (de gevolgen van de plannen voor) de waterhuishouding . Het gaat om veiligheid, wateroverlast, de gevolgen voor de waterkwaliteit en verdroging

● Bij de watertoets van een ruimtelijk plan wordt gelet op twee criteria:

1. Er mag geen belemmering zijn voor retentie, bergen en afvoeren van water in dat gebied.

2 .Er mag geen afwenteling van waterproblemen plaatsvinden.

 

Maatregelen

► Welke maatregelen zijn mogelijk om wateroverlast tegen te gaan?

Het hoofddoel van het beleid is sinds 2005 om het water meer ruimte te geven. Dit beleid heet: Ruimte voor de Rivier. Dit kan op verschillende manieren:

● Het maken van een retentiebekken: binnendijks gebied waar (tijdelijk) gecontroleerd water in kan stromen bij hoog water.

● Het instellen van een noodoverloopgebied: gebied voor tijdelijke opvang van hoogwater. Dit gebeurt alleen in gevallen van nood: bij een hele hoge waterstand (meer dan 16.000 m3 per seconde).

■ De noodoverloopgebieden die half vorige eeuw gebruikt werden, verdwenen om plaats te maken voor bebouwing en infrastructuur.

● Het rivierbed kan verruimt worden (rivierbedverruiming) op verschillende manieren:

-  door verdieping. Dit kan door de uiterwaarden te vergraven of door het zomerbed te verdiepen.

  • door verbreding: verbreden van het bed door de dijk te verleggen.
  • door obstakelverwijdering: verwijderen van obstakels in het winterbed (begroeiing, bebouwing, bruggen).
  • door het graven of uitdiepen van nevengeulen of de aanleg van een hoogwatergeul. door het verlagen van kribben.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.