Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo | 423 woorden
  • 30 januari 2016
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

SAMENVATTING AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 2

PARAGRAAF 2

Er zijn 4 soorten verwering:

  • In stenen zitten scheuren en spleten, daar komt regen in. ’s Nachts bevriest het, dat zet dan een beetje uit. Zo word de steen steeds een beetje uit elkaar geduwd en als dat vaker gebeurt breekt het.
  • Als steen heel warm word en weer afkoelt tot onder het vriespunt dan zet het uit en krimpt het. Dan breekt de steen uiteindelijk in stukken.
  • Plantenwortels groeien in stenen en de wortels worden steeds groter, dan kan ze steen breken.
  • Sommige stenen lossen op in water, bijvoorbeeld kalksteen.

Verwering: het verbrokkelen van gesteente.

Grind ontstaat door stenen die langs elkaar schuren. Het grind schuurt weer over de bodem van de rivier, zo word het steeds dieper.

Erosie: het uitschuren van gesteente doordat water en stenen erlangs bewegen.

Een rivierdal > V-dal

Gletsjerdal > U-dal

PARAGRAAF 3

De Po en al zijn rivieren beginnen in de Alpen. Daar ontstaan allemaal zand grind en klei. Dat nemen de rivieren mee en dat word het dumpt in de benedenloop. Het neerleggen van materiaal heet sedimentatie.

Delta: sedimentatie in de zee, als dat vaker gebeurt ontstaat er een nieuw stuk land.

Op plaatsen waar een rivier word afgeremd vallen zandkorrels naar beneden, die vormen zandbanken.

Duinen ontstaan doordat er een voorwerp op het zand ligt, er komt dan wind en er word zand tegen het voorwerp aangeblazen, dit gebeurt vaker en dan vormt het een grote bult.

Zandsteen: sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand.

Schalie: sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst klei.

Kalksteen: sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperste schelpen.

PARAGRAAF 4

Bergtoppen brokkelen af door verwering en erosie.

Een jong gebergte heeft veel reliëf en hoge toppen, een oud gebergte heeft weinig reliëf en lage toppen.

De alpen zijn ontstaan doordat Italië naar Europa toe bewoog.

Graniet: Stollingsgesteente (gestolde magma) dat gekenmerkt wordt door vlekjes.

PARAGRAAF 7

Veel rivieren stromen via Nederland naar de zee, het putje van Nederland word dan gevuld met lagen sediment. De oude lagen sediment zijn weggezakt en bedekt met jongere lagen. Op het oppervlakte van Nederland liggen zand, grind, zwerfstenen, zeeklei, rivierklei en veen.

Stuwwallen: Heuvel die door de werking van gletsjers zijn ontstaan.

Zwerfstenen: grote en zware rotsblokken die met het ijs meegekomen zijn.

PARAGRAAF 8

Verkaveling: de verdeling van de grond in aparte akkers en weilanden.

Terpen: door de mens opgeworpen heuvels ter bescherming tegen overstromingen.

Buitendijkse kant: gebied buiten de dijk dat niet beschermt word tegen water.

Polders: bedijkte gebieden waarbinnen de waterstand geregeld word.

Gemaal: worden polders mee droog gepompt

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.