Hoofdstuk 2

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vmbo/havo | 1892 woorden
  • 13 januari 2016
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

§2.1

Klimaten A Waardoor is het bij de evenaar warm?

In bron 3 zie je dat de zonnestralen in de buurt van de evenaar de aarde verwarmen. Maar dezelfde hoeveelheid zonnestralen moet in de buurt van de Noordpool een veel groter gebied verwarmen. Bij de evenaar kan het dus warmer word dan bij de Noordpool. Belangrijk is ook de afstand die het zonlicht door de dampkring aflegt. Hoe langer de afstand is, hoe zwakker het afstand wordt. Zoals je in bron 3 kan zien, is die afstand in de buurt van de Noordpool erg lang. Veel langer dan bij de evenaar. Daardoor heeft het zonlicht bij de Polen minder kracht dan in de buurt van de evenaar. Gebieden rond de evenaar zijn dus erg warm. Dicht bij de Noordpool is het erg koud.

Klimaten B hoe ontstaat regen?

Warme lucht die omhooggaat, koelt af. Hoe hoger de lucht komt, hoe kouder het word. Op een paar kilometer hoogte kan het wel 40 graden vriezen. In de lucht die naar boven gaat, zit soms veel vocht. Door de afkoeling kan de lucht dit vocht niet meer zo goed vasthouden. Dat zie je ook als warme lucht in de winter tegen een koud raam komt. Daar ontstaan dan kleine druppeltjes en soms kleine stroompjes water. In de natuur gebeurt dat ook. Op grote hoogte ontstaan kleine druppeltjes.

Wij zien die druppeltjes in de vorm van wolken. Als de afkoeling doorgaat, komen er steeds meer druppeltjes en worden ze steeds groter. Tenslotte vallen ze omlaag en regent het. Regen die ontstaat door warm lucht noemen we stijgingsregen.

Klimaten C Wat is een tropisch klimaat?

Rond de evenaar is het erg warm. Deze warmen gebieden noemen we tropische gebieden of tropen. Als de lucht zich afkoelt, dan ontstaan er wolken. Warme gebieden waar het hele jaar veel regen valt, hebben een tropische regenklimaat. Voor plantengroei zijn de warmte en de neerslag heel goed. Nergens in de wereld groeien zoveel planten als in de tropen. En nergens worden de planten zo groot als daar. Er zijn ook tropische gebieden waar het een paar maanden per jaar weinig regent. In andere maanden regent het wel veel. Deze gebieden hebben een savanneklimaat. Het landschap van een savanne heeft veel bomen, maar ook open

Klimaten D hoe maak je een klimaat grafiek?

Op veel plaatsen houden mensen bij hoe hoog de temperatuur is en hoeveel regen er valt. Ook bewolking en windkracht worden nauwkeurig gemeten. Van al ie gegevens worden gemiddelden uitgerekend. Dat gemiddelde noemen we een klimaat. De gemiddelde hoeveelheid neerslag per maand en de gemiddelde temperatuur per maand kun je in een grafiek tekenen Dit is een klimaatgrafiek zoals je in bron 5 kunt zien. De hoogste temperatuur komt voor in de zomer.

Stijgingsregen – regen die ontstaat als warme lucht stijgt.

Tropen – gebieden rond de evenaar.

Tropische regenklimaat – warm en vochtig klimaat in de buurt van de evenaar.

Savanneklimaat – warm gebied in de tropen met enkele maanden waarin weinig regen valt.

Savanne – tropisch gebied met bos en open plekken.

Klimaat – het gemiddelde van het weer

§2.2

Droge Klimaten A Hoe droog zijn woestijnen?

Er zijn in de wereld gebieden die zo droog zijn dat er geen planten groeien. Een voorbeeld is de Sahara. Gebieden die zo droog zijn, hebben een woestijnenklimaat. Woestijnen waar nooit een druppel regen valt, bestaan niet. Een groot deel van het water zakt snel weg in de bodem. Of het verdampt. Voor mensen, dieren en mensen blijft dus weinig water over. Soms valt er jarenlang geen druppel regen. Maar dan ineens komt een regenbui. In een uur tijd kan dan zoveel water vallen dat er rivieren ontstaan. Die rivieren zijn maar tijdelijk. Als het water weer verdampt is of in de grond is weggezakt, staan de rivieren weer droog. Jarenlang! Zo’n rivierbedding die meestal droog staat, maar af en toe water heeft, heet een wadi.

Droge Klimaten B Hoe komen mensen in droge gebieden aan water?

Het is heel goed mogelijk om in droge gebieden te leven. Dat zie je in de Verenigde Staten. Maar dan moeten de mensen wel water hebben. Er zijn een paar manieren om aan water te komen.

  • Het water kan met buizen uit vochtige gebieden naar de woestijn gebracht worden. Dat gebeurd er in de verenigde staten.
  • Door een woestijn kan een rivier stromen die uit een vochtig gebied komt. Een voorbeeld daarvan is de Nijl. Die begint in de tropen, maar in Egypte stroomt deze rivier door de woestijn.
  • Soms zit er wat in de grond. Dat water kan via de ondergrond uit  andere gebieden komen. Zo’n vochtige plaats in een plaats in een woestijn in een oase.
  • Steeds meer landen maken drinkwater van zeewater. Het zoute zeewater wordt gekookt. Er ontstaat dan waterdamp. Dat zie je ook als je thuis water verdampt. Als het afgekoeld, word het weer water. Dit water is zoet water. Het is een goede manier om zoet water te maken, maar wel duur.

Droge Klimaten C Hoe zien de steppen eruit?

Niet alle droge gebieden zijn kurkdroog. Aan de rand van woestijnen valt iets meer neerslag. Dat is net genoeg voor sommige soorten planten. Deze halfdroge gebieden noemen we steppen, maar overal in de wereld hebben ze verschillende namen. In steppegebieden groeit vooral gras. Dat is niet het groene, sappige gras van onze weilanden. Het is vooral har en droog gras. Het groeit in pollen bij elkaar, met daartussen kale, onbegroeide plekken. In sommige gebieden is dit harde gras voedsel voor schapen en geiten.

Droge Klimaten D Waardoor ontstaat droogte?

Als het lucht gaat dalen, komen de wolken in warmere luchtlagen. De druppeltjes verdwijnen en er valt dan geen regen. Droogte kan dus ontstaan door dalende lucht. Maar wanneer daalt de lucht?

  • Lucht die over de bergen komt, zal aan de achterzijde van de bergen dalen.
  • De lucht die bij de evenaar omhoog gaat en die daar voor regen zorgt, komt op zo’n 1500 kilometer van de evenaar vandaan naar benden. Daar is het droog. En daar liggen veel woestijnen.
  • Sommige gebieden liggen ver van zee. In de buurt van de zee is de lucht vaak vochtig. Maar als je verder van de zee komt, word de lucht steeds droger. Na elke regenbui zit er minder vocht in de lucht. Heel ver van de zee is het daarom erg droog.
  • Er zijn gebieden waar de wind altijd naar de zee altijd van het land naar de zee waait. De vochtige lucht die boven zee hangt, kan niet naar het land toekomen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Als het lucht gaat dalen, komen de wolken in warmere luchtlagen. De druppeltjes verdwijnen en er valt dan geen regen. Droogte kan dus ontstaan door dalende lucht. Maar wanneer daalt de lucht?

  • Lucht die over de bergen komt, zal aan de achterzijde van de bergen dalen.
  • De lucht die bij de evenaar omhoog gaat en die daar voor regen zorgt, komt op zo’n 1500 kilometer van de evenaar vandaan naar benden. Daar is het droog. En daar liggen veel woestijnen.
  • Sommige gebieden liggen ver van zee. In de buurt van de zee is de lucht vaak vochtig. Maar als je verder van de zee komt, word de lucht steeds droger. Na elke regenbui zit er minder vocht in de lucht. Heel ver van de zee is het daarom erg droog.
  • Er zijn gebieden waar de wind altijd naar de zee altijd van het land naar de zee waait. De vochtige lucht die boven zee hangt, kan niet naar het land toekomen.

 

Woestijn klimaat – droog klimaat

Woestijn – droog gebied met bijna geen plantengroei.

Wadi – laag gebied in een droog klimaat, waar soms een rivier stroomt.

Oase – vochtig gebied in de woestijn.

Steppe – droog gebied met een beetje plantengroei.

 §2.3

Gematigde Breedte A Wat is een zee klimaat?

Grote delen van de wereld liggen op gematigde breedte. Gematigde breedte wil zeggen dat die gebieden tussen de tropen en polen liggen. Op gematigde breedte is het niet zo warm als in de tropen en niet zo koud als in de poolgebieden. Heel duidelijk zie je dat in Nederland. De westen wind die vaak naar Nederland waait, komt van zee. Daardoor valt in de Nerdeland veel regen. Een zachte winter ,een koele zomer en veel regen horen bij een zeeklimaat.

Gematigde Breedte B wat is een landklimaat?

De wind die van de Noordzee naar Nederland waait, gaat verder naar het oosten. Daarbij word de afstand tot de zee steeds groter. Onderweg word deze wind in de zomer steeds warmer. Er is geen zeewater dat voor afkoeling zorgt. De wind die van de Noordzee naar Nederland waait, gaat verder naar het oosten. Daarbij word de afstand tot de zee steeds groter. Onderweg word deze wind in de zomer steeds warmer. Er is geen zeewater dat voor afkoeling zorgt.  In de winter zie je het omgekeerde. In de zee is de wind in Nederland niet zo koud. Gemiddeld is de temperatuur enkele graden boven nul. Maar als deze wind naar het oosten waait, word het steeds kouder. Er is geen zee die voor warmte zorgt. De tempratuur kan verder naar het oosten zakken tot 40 graden onder nul of meer. Gebieden met warme zomers en hele koude winters hebben een landklimaat. Voorbeelden hiervan vind je in delen van Siberië en in Canada.

Gematigde Breedte C Welk klimaat vind je rond de Middellandse Zee?

In de tropen is het erg warm, deze gebieden liggen dicht bij de evenaar, dus op lage breedte. In de poolgebieden is het meestal erg koud, deze liggen ver van de evenaar, dus op hoge breedte. Daartussen liggen gebieden op gematigde breedte. Het is er niet heel warm, maar ook niet heel koud. Wel valt er voldoende neerslag voor plantengroei.

Gematigde breedte - Gebieden tussen de tropen en de poolgebieden.

Gematigd maritiem klimaat - Klimaat met koele zomers en zachte winters en veel neerslag.

Zeeklimaat - Zie gematigd maritiem klimaat.

Middellands zeeklimaat - Warm klimaat met een droge zomer.

Landklimaat - Klimaat met warme zomers en strenge winters.

Continentaal klimaat - Zie Landklimaat.

Subtropische plant - Plant uit het middellandse zee gebied.

Homogeen bos - Bos dat bestaat uit allemaal dezelfde soorten planten.

Taiga - Koud gebied met naaldbossen.

 

 §2.4

4 Poolgebieden A,B,C en D

In poolgebieden is het koud, hier zijn verschillende verklaringen voor.

1.Door de hoge breedte valt het zonlicht schuin in, de warmte moet dan over een groot gebied verdeeld worden.

2.Het zonlicht dat de poolgebieden heeft bereikt, heeft een lange weg afgelegd door de dampkring, daardoor is het zwakker geworden.

3.Sneeuw kaatst zonlicht terug. Vooral verse, witte sneeuw.

Door de schuine stand van de aardas, zijn in de poolgebieden de dagen in de winter kort, maar in de zomer heel lang licht. Op het Noordelijk & Zuidelijk halfrond is het een half jaar donker, de zon komt dan een half jaar niet op, dit noemen we de Poolnacht. In de poolgebieden vriest het streng, in de zomer ontdooit alleen de bovenlaag. Daaronder blijft de grond bevroren, we spreken dan van Permafrost. Als de bovenlaag van de grond ontdooit, ontstaan er moerassen, drassige gebieden waar het smelt & regen water niet in de bodem kan wegzakken. Bomen groeien hier niet, daar is de zomer te kort voor,  bovendien vinden de wortels geen steun in de bevroren bodem of ze rotten weg in de moerassige ondergrond. Wel vind je er kleine planten, die een paar maanden leven. Gebieden waar dit voorkomt , noem je toendra's. Koude klimaten kom je ook tegen in de bergen. Hoe hoger je komt hoe kouder het word, als je 1000 meter omhoog gaat, word het 6 graden kouder. Als je een berg beklimt kom je altijd dezelfde volgorde tegen ; Loofbos > Naaldbos > Boomgroei met alpenweiden > Rots landschap > Sneeuwgrens

Midzomerzon - Dicht bij de pool gaat de zon soms niet onder.

Poolnacht - Dicht bij de pool komt de zon soms niet op.

Permafrost - Altijd bevroren bodem.

Toendra - Koud gebied, waar in de zomer de bovengrond ontdooit.

Toendraklimaat - Klimaat met strenge winters en koude zomers.

Sneeuwklimaat - Klimaat waarbij de temperatuur het hele jaar onder 0 ligt.

Boomgrens - Grens waarboven geen bomen meer kunnen groeien.

Sneeuwgrens - Grens waarboven ook in de zomer sneeuw ligt.

Landijs - Een dik pak ijs op een vaste ondergrond.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.