Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk 2
buiteNLand Tweede Fase 2e editie
Paragraaf 2
De Middelandse zee heeft twee uitmondingen; een gaat er naar de oceaan en een naar de zwarte zee. Zonder deze binnenlandse zee zouden de landen die om deze zee liggen een woestijnachtiggebied zijn. Het klimaat is zo bijzonder dat het een eigen naam heeft gekregen : Het Middellandse Zeeklimaat. De zomers van dit klimaat zijn warm en droog en de winters zijn mild en vochtig. De hoge drukgebieden schuiven in de zomer vanuit Noord-Afrika op naar het noorden à steppeklimaat. In de winter schuiven ze weer naar het zuiden à instabiele weersomstandigheden die wij in Nederland kennen.
De tekorten aan water kan je doormiddel van een waterbalans berekenen, het verschil tussen neerslag en verdamping. Bij het Middelandszeegebied is dat in de zomer altijd negatief. De intensiteit van de neerslag is hoog maar er is ook veel variabiliteit in neerslag.
Het klimaat heeft een grote invloed op het landschap. Zo zie ja dat in het noorden van de middelandse zee is veel groener en ontvangt veel meer regen dan het zuidelijke deel. Het middelandsezeegebied is onderdeel van een subtropische landschapzone, de plantensoorten/vegatatie is er op aan gepast à mediteraane vegatatie. Toch is extra water altijd welkom in de zomer, dit doen ze door irrigatie landbouw.
Paragraaf 3
Rond de Middelandsezee liggen veel gebergtes, bijv. Het atlasgebergte, de pyreneeen en de kustgebergtes van Turkije en Libanon. Dat ontstaat doordat de Eurziatische plaat tegen de Afrikaanse plaat aanbotst. Spanje en Portugal vormen samen de Iberische plaat en Griekenland en Turkije hebben ieder een aparte plaat. Je hebt ook nog de Apulische plaat waar het oostelijk deel van Italië ligt. In het oosten vind je de Arabische plaat.
Platen die op elkaar botsen noemen we een alpien plooiingsgebied à hierdoor ontstaan gebergtes. Er is sprake van een aarbeving als de aardkorst sneller verschuift dan normaal. De grens tussen twee platen die op elkaar botsen noem je een convergente plaatgrens.
In het Middelandse Zeegebied vind je ook veel vulkanen, een daarvan is de Etna. De Etna heeft vaak rustige uitbarstingen maar soms kan er een explosieve eruptie ontstaan. De kraterpijp is verstopt en het magma heeft zich opgehoopt en dan ontploft de vulkaan. Als de magma naar buitenkomt noemen we het lava. Bij een uitbarsting komt er ook vaak as mee. De lava en het as hopen zich op en vormen dan een kegelvormige vulkaan à stratovulkaan. Er ontstaat tuf als er heel veel lagen op elkaar liggen, een licht gesteente met vol met gaten. De Etna is een bijzondere vulkaan omdat het vulkanisch basalt uitspuwt met andere gesteente, water en gassen. Want een basaltische vulkaan vormt meestal geen stratovulkaan.
Paragraaf 4
- Verwering is het geleidelijk uiteenvallen van gesteente onder invloed van externe factoren, uitzetten en krimpen, plantenwortels, gravende dieren en allerlei chemische processen.
- Erosie is de opname van los materiaal door water ijs of wind. Dit kan worden veroorzaakt door zwaartekracht. Er kunnen hele stukken land naar beneden schuiven à aardvershuiving.
- Sedimentatie is het neerleggen van materiaal
Door al deze processen ontstaan er landvormen, de wetenschap die ze bestudeert heet geomorfologie.
Erosie wordt beperkt door plantengroei, maar de vegatatie in de zomer rond het middelandse zeegebied is nogal kwetsbaar. Als je teveel dieren laat grazen blijft er weinig vegatatie over om de bodem te beschermen. Je spreekt van versnelde bodem erosie als de erosie heel snel gaat. Vooral door water kan dit veroorzaakt worden. Als water de top van een berg meeneemt noem je dat afspoeling, wanneer het water in geulen gaat zitten noem je dit geulerosie.
Doordat een gebied geerodeerd is kan het zich moeilijk herstellen en kan er moeilijker weer vegatatie ontstaan waardoor er nog meer kans is op erosie. Op den duur kan er verwoesting onstaan. Bodems kunnen ook minder bruikbaar worden door verzilting, dit betekent dat er door irrigratie zout achterblijft op het landschap. Geleidelijke beschadegingen aan de bodem noemen we landdegradatie. Om landdegradatie tegen te gaan wordt er gebruik gemaakt van duurzaam landgebruik.
Verzilting kan worden tegengeggaan door meer water te gebruiken, hierbij spoel je het zout als ware weg. Je moet dan wel opletten op dat het laatste water niet verdampt en er alsnog verzilting ontstaat. Een duurdere vorm van irrigratie is druppelirrigratie, hierbij wordt de minimale hoeveelheid water voor een plant gebruikt waardoor er nauwelijks verzilting ontstaat. Dit zie je nu over het hele Middelandse Zeegebied.
Paragraaf 5
Lezen, te moeilijk voor een samenvatting.
Paragraaf 6
Zeestromen ontstaan door de wind, ze hebben hetzelfde patroon als de luchtstromen à oceanische circulatie. Een zeestroom noemen we warm als die uit een warme gebied komt en we noemen een zeestroom koud als die uit een koud gebied komt. In de subtropen vind je aan kustlijnen met koude zeestromen veel woestijnen. Dat komt doordat het koude zeewater de lucht afkoelt boven de zee waardoor deze weinig vocht kan vasthouden. Als de koude lucht naar het land stroomt vind er opwarming plaats. Maar de wind kan geen vocht meer opnemen omdat er land is, daarom voelt de wind droog en warm aan.
Zonder lucht en zeestromen zou het nog warmer zijn bij de tropen en nog kouder bij hogere breedten. We leven nu in een periode tussen twee ijstijden: een interglaciaal.
De atmosferische circulatie bepaalt voor een groot deel het klimaat op aarde, een groot gebied met hetzelfde klimaat noemen we een klimaatgebied.
- Rond de evenaar tropische klimaten
- Rond 30 graden N.B en Z.B droge klimaten
- Rond 60 graden N.B en Z.B vind je gematigde klimaten aan zee en landklimaten landinwaarts
- Rond de polen vind je polaire klimaten
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden