Hoofdstuk 1, Territoriale conflicten

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1337 woorden
  • 10 februari 2005
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
31 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Hoofdstuk 1 Territoriale conflicten. Paragraaf 1 1.1
Men gebruikt voor het trekken van grenzen: - natuurlijke- (rivieren, bergketens) - kunstmatige grenzen
Dit is dan door een volk zelf afgebakend stuk grondgebied = een territorium. Mensen binnen zo’n territorium voelen zich vaak onderling met elkaar verbonden door bijv. zelfde cultuur en geschiedenis. Dit is een etnische groep of ook wel volk. Een staat is een politiekruimtelijke organisatievorm waarbij een gezaghebbend orgaan besluiten kan nemen en regels en wetten kan maken, die gelden voor het grondgebied van de staat. Er is dan sprake van een soevereine macht of zelfbestuur. Het gaat om de samenhang van Groep, Gebied en Gezag. Een staat en zijn soevereine macht kunnen alleen bestaan met de steun van ambtenaren, politie en leger en er is erkenning van andere staten en internationale organisaties nodig. Een natie is een volk dat soevereine macht heeft over zijn territorium of daarnaar streeft. IJsland is bijvoorbeeld een territorium, een staat, ze hebben er een duidelijk volk en je kunt er spreken van een IJslandse natie. Wanneer staat en natie (= volk) grotendeels samenvallen spreek je van een natiestaat (95% vd bevolking hoort bij het volk met de soevereine macht). Vaak leven binnen een staat nog andere volken en zijn meestal kleiner en hebben een andere afkomst: -> etnische minderheden en/ of een andere cultuur -> culturele minderheden (friesland). In een multinationale staat bestaan de inwoners uit verschillende volken, waarbij geen enkele groep een aandeel heeft van meer dan 60% -> zorgt vaak voor conflicten (Joegoslavië). Ook wel eens een volk in verschillende staten (Duitsers in bijna alle Oost-Europese landen) 1.2
Gunnar Nielsen onderscheidt: 1. Staten met een bevolkingsgroep die ook in andere staten woont. 2. Staten met een bevolking die voor meer dan 95% bestaat uit één volk -> natiestaat

3. Staten met een duidelijke meerderheid (60-95%) van de bevolking die tot één volk behoort. 4. Staten met een volk dat een groot aandeel (40-60%) van de bevolking uitmaakt. 5. Staten met twee volken die samen meer dan 65% van de totale bevolking uitmaken. 6. Staten met een groot aantal verschillende etnische groepen. Nationalisten vinden dat elk volk/ natie zijn eigen territorium en eigen staat moet hebben. Daarin kun je een indeling maken in de volgende naties: 1. Een natie woont in één staat, soms met een of enkele kleine minderheidsgroepen. 2. Twee of meer naties wonen samen in één staat (Fransen en Engelsen in Canada) 3. Een natie is als minderheid verdeeld over verschillende staten (de Koerden) 4. Een natie heeft ook nog een territorium in een buurland (Baarle-Hertog). 5. Een natie heeft een meerderheid in verschillende staten. 6. Een natie die sterk verspreid is over verschillende staten, streeft naar hereniging in een eigen staat (Joden eigen staat -> Israël) Paragraaf 2 2.1
De emotionele band van mensen met het territorium waarin ze leven (op verschillende ruimtelijk schalen) noem je het regionaal bewustzijn. Het regionaal bewustzijn van een groep mensen wordt bepaald door de afgrensbaarheid van het gebied. De binding met zo’n gebied wordt versterkt door de exclusiviteit van het gebied. Regionaal bewustzijn wordt beïnvloedt door culturele, economische, en politieke factoren, die onderling sterk met elkaar samenhangen
Culturele factoren
Mensen willen graag bij elkaar horen om gevoel van veiligheid en zoeken vaak mensen op met dezelfde kenmerken (taal, religie, normen & waarden, geschiedenis). Je beseft tot welke cultuur je behoort wat je cultureel bewustzijn noemt. Door deze gemeenschappelijke kenmerken onderscheid een groep zich van de ander bevolkingsgroepen. Je hebt een eigen identiteit. Cultureel bewustzijn gaat vaak samen met regionaal bewustzijn. Economische factoren
Soms wordt regionaal bewustzijn versterkt door verschil in welvaart tussen volken. De kans op conflicten is erg groot als er minder natuurlijke hulpbronnen zijn of er een lagere welvaart is en gebieden waar etnische of cultureel minderheden wonen dan in het woongebied van de overheersende natie. Politieke factoren
Veel conflicten over grondgebied komen voor in gebieden waar korte tijd geleden economische of politieke veranderingen hebben plaatsgevonden. Regionaal bewustzijn wordt ook versterkt door politieke stabiliteit, dreiging van buitenaf door een gezamenlijke vijand en door de bestuursvorm en de staatsvorm in een gebied. De bestuursvorm is de manier waarop een gebied bestuurd wordt door een soevereine macht (democratie, éénpartijstelsel, dictatuur, monarchie). De staatsvorm geeft aan hoe de soevereine macht tussen het gehele land en de deelgebieden daarbinnen verdeeld is (eenheidsstaat, federale staat). In een eenheidsstaat neemt een centrale regering alle belangrijke beslissingen. Een federale staat is een land waarbij de samenstellende delen een zekere mate van zelfbestuur hebben. -> Bondsstaat. 2.2
Nation building is dat de overheid middelen gebruikt om de integratie tussen volk(en) en staat te bevorderen of in stand te houden. De regering gebruikte de invoering van de dienstplicht, landelijke belastingen en het onderwijs als middelen voor ‘nation building’. Dienstplicht

Bij het oproepen van nationalistische gevoelens maakt de overheid gebruik van iconografie. Dat zijn symbolen die de eenheid en identiteit van de natie benadrukken (vlag, volkslied, eigen helden). Een te sterk nationalistisch gevoel kan echter leiden tot discriminatie en haar voor andere volken. Onderwijs
Opkomst van regulier onderwijs. ABN -> dialecten en streektalen een tweederangs positie. Geschiedenis en Aardrijkskunde ging over eigen land. Er zijn nog andere manieren om integratie tussen staat en volk te bevorderen. - herinrichten van de bestuurlijke organisatie - bevorderen van de economische eenheid - Het koloniseren van perifere gebieden om er beter controle op uit te oefenen. - Gedwongen migratie van etnische minderheidsgroepen of onderdrukking van hun cultuur. Paragraaf 3 Oorzaken voor territoriale conflicten kun je onderverdelen in: - ruimtelijk kenmerken (verschil in absolute en relatieve ligging) - bevolkingskenmerken (als verschillende volken in een land, eigen identiteit willen) - gebiedskenmerken (verschil in ruimtelijke inrichting) - relationele kenmerken (relaties tussen regio’s of tussen andere landen) Paragraaf 4 Grote verschillen tussen kenmerken van gebieden en mensen kunnen tot territoriale conflicten leiden. In het streven naar zelfstandigheid door minderheidsgroepen kun je de volgende fasen onderscheiden: Erkenning van het recht op: - het handhaven van de eigen culturele identiteit - het gebruik van eigen grond, grondstoffen, water et cetera - om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen volk en territorium. - onafhankelijkheid en zelfbeschikking. Minderheden kunnen verschillende vormen van zelfbeschikking nastreven: - regionalisme
Hierbij krijgt een etnische minderheid binnen de bestaande staat een eigen regio met een aantal eigen bevoegdheden. Een verdergaande vorm is het streven naar een eigen deelstaat binnen een federale staat + politieke bevoegdheden. (canada) De groep moet wel groot genoeg zijn - Irredentisme
Hierbij streeft een etnische minderheid nar een aansluiting bij een buurland, dat bewoond wordt door een volk dat nauw verwant is aan het eigenvolk. De groep moet wel ruimtelijk geconcentreerd wonen in het gebied dat aan het land van aansluiting grenst. - Separatisme
De etnische minderheid streeft daarbij naar een zelfstandige staat die zich afscheidt van de bestaande staat. (Brits-Indie). Belangrijke randvoorwaarden hierbij zijn wel een grote interne verdeeldheid binnen een cultureel sterk gemengde staat, een territorium van het volk en een perifere ligging binnen de bestaande staat. Enclave is een deel van een grondgebied van een bestuurlijke eenheid dat geheel is omgeven door grondgebied van een andere bestuurlijke eenheid. Een speciale vorm van separatisme is diasporanationalisme. Hierbij streeft een volk, dat verspreid woont over verschillende los van elkaar liggende staten, naar een eigen staat. (het joodse volk-> Israël). Een andere vorm is pannationalisme. Etnische minderheden, die een sterke verwantschap met elkaar hebben en in verschillende aan elkaar grenzende landen wonen, streven gezamenlijk naar een eigen staat. (de koerden) Of een etnische minderheid erin slaagt om een mate van zelfbeschikking te krijgen, hangt af van : - De sterkte van de eigen identiteit - De politieke organisatie van de staat - Het economische belang van een grondgebied - De houding van de internationale gemeenschap - De omvang en spreiding van een minderheid - De omvang en vorm van een staat
Vijf typen staten - Compacte - Langwerpige - Met een uitsteeksel - Geperforeerde staten (omsluiten een andere staat) - Gefragmenteerde staten (Azerbeidzjan) Er zijn nog andere krachten die streven om de eenheid binnen een staat te behouden - Economische afhankelijkheid - De betekenis van een hoofdstad - Culturele verschillen verminderen - onderdrukt - gemarginaliseerd - basis voor vorming federale staat.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.