Ak samenvatting periode 1 hoofdstuk 1.
Paragraaf 2: Globalisering: one world?
Globalisering/ mondialisering:
→ het proces waarbij de verwendheid tussen gebieden en samenlevingen op aarde toeneemt.
Globalisering heeft invloed op de functies van gebieden.
→ → → → → → → →
Goed kennen!!
De motor achter de Globalisering is:
→ multinationale ondernemingen (MNO’S)
(ook bekend als multinationals)
↘ hun oomen een mondiaal netwerk. Hun hebben vestigingen
Over de hele wereld.
↙
Hierin worden ze gesteund door:
- Verbetering van de transport- en communicatie technologie.
- →vervoer: sneller& goedkoper geworden.
- Overheden hebben veel handels belemmeringen ‘’opgeruimd’’
MNO’S zoeken naar de beste locaties door 4 factoren:
1. Arbeidsmarkt: loon- en kennisniveau.
2. de ligging: toegankelijkheid van een gebied.
3. Opkomst van nieuwe (afzet) markten.
4. Politieke stabiliteit van een land.
Internationale bedrijven worden ook gelokt met zee gunstige vestigingsvoorwaarden in de zogenaamde ‘’Exportproductie zones’’ (EPZ’s).
Transitielanden: landen die omgevormd worden van planeconomie, tot markteconomie.
→ dit is een moeilijk proces waarbij veel landen eerst straat arm worden voordat ze de markteconomie bereiken.
Paragraaf 3: economische globalisering: productie.
Na het instorten van het communisme is het leidende economische systeem de vrijmarkteconomie geworden.
De wereldhandel groeit sneller dan de productie van goederen.
‘’think global and act local’’ → beslissingen worden op andere plekken genomen dan waar het bedrijf werkelijk is, dus een AH Groningen kan 100 mensen ontslagen worden door het hoofdkantoor in Amsterdam.
Globalisering heeft geleid tot een verandering van de internationale arbeidsverdeling.
→ verdeling van de economische taken in de wereld.
De verhouding tussen de gemiddelde prijzen van import- en exportartikelen van een land, verslechterde dus voor de grondstof producerende landen.
→ groeiende wereldbevolking → stijgende welvaart → vraag naar grondstoffen neemt toe.
↘ prijzen stijgen hierdoor.
Klassieke patroon is DEFINITIEF voorbij:
- Arme landen → vroeger: grondstoffen en goedkope arbeid leveren.
- Rijke landen → vroeger: hoogwaardige goederen en diensten leveren.
Nu is het zo dat sommige landen beide doen en/of helemaal geen meer.
Dit wordt ook wel De-industrialisatie genoemd wat betekend:
→ proces waarbij de industriële activiteiten in een gebied voor een belangrijk deel verdwijnen.
Paragraaf 4: Economische globalisering: Handel.
Strenge controles en invoerbeperkingen belemmeren de globalisering.
Daarom heeft de Wereldhandelsorganisatie (WTO) gezorgd dat vrije handel gestimuleerd werd.
→ Vrijhandel: handel waarbij zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen zoals invoerrechten bestaan.
Dit heeft gezorgd dat de bevorderingen kwamen in de wereldhandel. Vooral in de grote handelsblokken zoals NAFT (Canada, VS en Mexico).
Globalisering wordt mogelijk gemaakt door:
1.) Transporttechnologie:
→ technische voorzieningen die samenhangen met vervoer van goederen en mensen.
2.) Informatie- of communicatietechnologie:
→ alle techniek die het mogelijk maken informatie van het ene punt naar het andere punt te verspreiden.
Deze technieken hebben zich beiden enorm ontwikkeld.
Sinds 1980 zijn drie ontwikkelingen van belang:
1.) Reis- en vervoerstijden zijn spectaculair gedaald, alles verloopt sneller.
2.) Transport en communicatie zijn goedkoper geworden. (komt vooral door toenemende capaciteit van containers, schepen, vliegtuigen etc. )
3.) De infrastructuur rond transport en dataverkeer is enorm verbeterd.
(dataverkeer= wegen, havens, vliegvelden en telecommunicatie)
De vernieuwingen lijken elkaar steeds sneller op te volgen.
LET OP!! → deze ontwikkelingen gelden niet voor alle gebieden op aarde.
Als je de internationale goederen- en kapitaalstroom bekijkt, zie je dat deze vooral loopt tussen:
1.) Noord-Amerika
2.) EU
3.) Japan
Dit komt omdat hun op economisch gebied de kerngebieden zijn, dit zorgt ervoor dat hun de wereldeconomie beheren daarom worden ze ook de triade genoemd.
→ Triade (triadisch netwerk): het geheel van verbanden tussen de drie belangrijkste economische machtsblokken (vs., Japan, Eu)in de wereld.
Hun macht wordt alleen bedreigt door een paar semi-periferie landen, vooral landen in Azië. → Dit zorgt voor Global shift.
→Global shift: een (mogelijke) verschuiving van het economische en politieke zwaartepunt in de wereld.
Handel en uitwisselingen tussen 2 landen kunnen niet zomaar gedaan worden. Dit moet volgens een aantal basisvoorwaarden gaan. de Amerikaanse geograaf UILL-man noemt er in zijn interactietheorie 3:
1. Complementariteit: het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere gebied vraag naar is.
2. Transporteerbaarheid: de goederen moeten tegen een redelijke prijs en binnen een redelijke tijd van het ene gebied naar het andere vervoerd kunnen worden.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden