Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2610 woorden
  • 31 januari 2012
  • 52 keer beoordeeld
Cijfer 7
52 keer beoordeeld

Paragraaf 2
Globalisering/mondialisering: proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en samenleving op aarde toeneemt. Het proces heeft invloed op de inrichting en de functie van gebieden. Globalisering speelt op een aantal terreinen.

Ontwikkeling van globalisering sinds 1980:
Het is geen nieuw proces, het kwam al eerder voor tijdens de ontdekkingsreizen in 16e eeuw. Maar tegenwoordig loopt het zo snel door de opkomst van MNO’s (multinationale ondernemingen), het wegvallen van handelsbelemmeringen, en de snelle ontwikkeling van de transport- en informatietechnologie. Door fusies en overnames van MNO’s is een wereldwijd netwerk van ondernemingen opgebouwd.

Fast World <-> slow World

Lang niet de hele wereld doet mee met globalisering. In feite speelt de globalisering zich af tussen drie economische kerngebieden; Noord-Amerika, De EU, en Oost-Azië. De kerngebieden van die netwerk zijn de belangrijkste centra van de fast World: de inwoners van deze gebieden zijn door hun manier van; produceren, consumeren, vakantie vieren en informeren d.m.v. internet, sterk verboden met de moderne wereld. De slow World waar 80 % van de wereldbevolking woont, is deelname aan de wereldeconomie beperkt of afwezig. Landen in Afrika, centraal Azië en delen van Latijns Amerika hebben juist te lijden onder de concurrentie en handelsbarrières van de fast World. Hun traditionele economie heeft geen schijn van kans tegen over de internationale markt, binnen één land kan een Fast World en een slow World zitten.

Fragmentarische modernisering: wanneer sommige gebieden of sectoren van de economie modern westers zijn en de andere niet. Dit is typisch voor een land in ontwikkeling. Ontwikkeling gaat vaak schoksgewijs en in het ene gebied sneller dan de ander.


Paragraaf 3

Globalisering beïnvloed het leven van mensen omdat de wereld als het ware steeds kleiner word, daarom spreek je ook wel van een Global village. Dit komt doordat de relatieve afstand tussen gebieden afneemt als gevolg van daling van reis- en vervoerskosten. We spreken dan van tijdruimtecompressie. Dit speelt een belangrijke rol in het proces:
- Het wegvallen van handelsbelemmeringen
- de snelle ontwikkeling van de transport- en communicatietechnologie
- De internationalisering van de bedrijven

Onder invloed van de WTO(wereldhandelorganisatie) zijn er steeds minder importbeperkingen zoals tariefmuren en importquota. Goederen kunnen zonder extra betalen en ongeboden aan een bepaalde hoeveelheid worden geïmporteerd. De vrijhandel krijgt vrij baan. Deze openheid en toegenomen mobiliteit is niet voor alles gelijk. De rijke toerist en de hooggeschoolde Indiër is welkom in het land maar de ongeschoolde Afrikaanse migrant die europa in wil komen mag dat niet. De wereld is misschien wel een dorp geworden maar niet iedereen mag inwoner zijn.

Transporttechnologie: alle technologie die nodig is om het vervoer van grondstoffen, goederen en mensen mogelijk maakt.


Informatie/communicatietechnologie: technologie om uitwisseling van informatie mogelijk te maken.

Beide gevallen maken de globalisering mogelijk en zijn in de afgelopen 25 jaar in een stroomversnelling geraakt.

Sinds 1980 zijn drie ontwikkelingen van belang
- Reis en vervoerstijden zijn spectaculair gedaald
- Transport en communicatie zijn goedkoper geworden, vooral door de toenemende capaciteit van schepen en vliegtuigen en de komst van containers
- De infrastructuur rond transport en dataverkeer is enorm verbeterd

De vernieuwingen volgen elkaar steeds sneller op, maar de infrastructuur concentreert zich vooral op de best ontwikkelde regio’s. daardoor is het gevolg van tijd- ruimte compressie niet in elk gebied gelijk.

De markt economie is het leidende economische systeem. De wereldhandel en productie en uitwisseling van goederen en diensten rond de hele wereld is toegenomen, de moter hierachter zijn de MNO’s. Ze kiezen locaties om hun bedrijven neer te zetten waar ze het meest winst kunnen behalen. De productieketen wordt hierdoor verspreid over allerlei landen. Ze vragen zich ook vaak af of ze nog op de goede plek zitten, vaak is het antwoord nee en dat zorgt voor verhuizing van het bedrijf en verminderde banen in het gebied waar het bedrijf eerst stond.

Productieketen: de route die product aflegt van grondstof tot bij de consument


Paragraaf 4
Verbrokkeling: proces waarbij grote verschillen in welvaart en toegang tot moderne middelen tussen gebieden en mensen ontstaat. Dit ontstaat door globalisering.

De ruilvoet- de verhouding tussen de gemiddelde prijzen van import- en export artikelen van een land,

Verslechterd voor grondstofproducerende landen (vaak landen in periferie) omdat, de prijzen voor grondstoffen (uitgezonderd olie) minder snel stijgen dan de eindproducten. Door de grote vraag uit China, stijgen de grondstofprijzen weer, maar dat geld niet voor agrarische grondstoffen.

Triade- Noord-Amerika, Japan en de EU. Drie economische centra die de wereldeconomie beheersen. De internationale goederen- en kapitaal stroom verloopt vooral hier tussen. Maar hun bolwerk wordt bedreigt, want vooral landen in Azië ontwikkelen zich snel.

Global shift: het verschuiven van het economisch zwaarte punt in de wereld. Er zijn aanwijzingen dat het zwaartepunt langzaam van de Noord-Atlantische naar de pacifische zone verschuift.

Transitielanden: landen die een overgang maken van een geleide (communistische) economie naar een vrijemarkt (kapitalistische) economie. Dit is een moeilijk proces omdat de landen eerst sterk verarmen.

Alleen regio’s die voor internationale bedrijven interessant zijn doen mee aan de globalisering. MNO’s kiezen de beste locaties uit voor hun bedrijven, en laten zich leiden door loon- en kennis niveau, de ligging en toegankelijkheid, de opkomst van een nieuwe afzetmarkt en de politieke stabiliteit van dat land. Veel gebieden proberen bedrijven te lokken via export processing zones (EPZ). Hierdoor kunnen grote verschillen in ontwikkeling ontstaan in een land. De verouderde gebieden staan tegenover de moderne hightechtindustrie.

De- industrialisatie: proces waarbij de industriële activiteiten in een gebied voor een belangrijk deel verdwijnen.


Paragraaf 6
Diffusie: verspreiding van cultuurelementen en die word versneld door globalisering; toerisme, internationale handen, migratie en moderne communicatie middelen.

De verspreiding vindt plaats op drie schaalniveaus
- mondiaal- import muziek, soorten eten en vormen van ontspanning uit ontwikkelingslanden
- tussen landen- Frans eten of Marokkaanse woorden in de straattaal van Nederland
- binnen landen – invloed van vreemde cultuurelementen verloopt vaak van de grote steden naar het platteland.

Door de nieuwe media- tv en films is de westerse cultuur uitgedrongen tot de diepste uithoeken van de wereld. Amerikaanse films, series en boeken vind je bijna overal.

Lingua franca- het Engels is de voertaal van de globaliserende wereld, en steeds meer kleine talen verdwijnen

Regionale identiteit: eigen cultuur verliezen en de wereld verandert in één grote egale soep. De bijbehorende cultuur van een land zou dan langzaam verdwijnen.

Er zal om de volgende redenen niet snel een wereld cultuur ontstaan:
- De overname van westerse cultuurelementen beperkt zich vooral in materiële zaken. De waarden en normen worden minder snel overgenomen. Het opgeven van de eigen cultuur en opdringen van westerse waarden en normen roept soms ook weerstand op.

- Westerse cultuurelementen worden in de niet- westerse cultuur vaak alleen door de bovenlaag van de bevolking overgenomen, de massa hecht er minder waarde aan en kan het vaak ook niet betalen


- De westerse wereld staat ook onder invloed van de niet- westerse culturen, denk maar aan globalisering van de keuken van bijvoorbeeld de chinees.

- Lokalisering: de lokale en regionale culturen vullen de invloeden van buitenaf steeds weer op een andere manier in. Soms word daarbij de eigen cultuur als toeristisch uithangbord gebruikt, soms is deze mening zo sterk dat de cultuur onherkenbaar veranderd.

Het internationale toerisme, migratie en de snelle groei van informatietechnologie dragen allemaal bij aan de verdere mondialisering van culturen.

Tweederde van alle internationale informatie uitwisseling vindt plaats in het triadisch netwerk. Dit word mede mogelijk gemaakt door satellietverbindingen je kan overal en altijd op de hoogte blijven van wat er in de wereld gebeurt. Natuurlijk zijn dit ook de rijkste landen en beschikken zij over de beste informatietechnologie en infrastructuur. Maar in de armere landen is er per 500 inwoners misschien één telefoon aansluiting beschikbaar.

De grootste migratiestromen lopen van het arme naar het rijke. Bijna 200 miljoen mensen wonen niet in hun geboorteland en een groot deel hiervan is illegaal. Europa is de favoriet. Tegenwoordig zijn de grote verschillen in economische ontwikkeling een belangrijke reden voor migratie, zowel in een land als internationaal.

Pushfactoren- redenen om ergens te vertrekken (armoede, politiek)

Pullfactoren- redenen om ergens heen te gaan (werk, politiek)

Globalisering versterkt de migratie omdat mensen in Afrika via de televisie kunnen zien hoe goed wij het hebben. Ze hebben ook vaak veel contact met familie dat al geëmigreerd zijn. De migratiedruk uit arme landen is zo hoog dat westerse landen eisen stellen, alleen goed opgeleide, bruikbare arbeidskrachten worden in kleine hoeveelheden toegestaan. De illegale slecht geschoolden moet het stiekem doen. Maar beide dragen bij aan vermenging van culturen.

Paragraaf 8
Verandering van culturen is een zeer langdurig proces, mensen nemen wel uiterlijke kenmerken over (bouwstijlen, kleding, eten) maar passen deze altijd aan, aan hun eigen cultuur. Dit zorgt ervoor dat de cultuurkaart op korte termijn niet steeds hoeft worden bijgetekend. De vervaging van cultuurgrenzen is vooral groot in de overgangszone van twee cultuurgebieden. Hier ontstaan ook vaak de meeste conflicten.


Bij het verspreiden van cultuurelementen speelt het diffusieproces een grote rol. Dit word gestuurd door de grote steden. Deze wereldsteden vormen het hart van de fast World. Dit is een stad dat voor een deel van de wereld belangrijks is als economisch, politiek en cultureel centrum. Deze steden zijn samen op verschillende manieren verbonden als een soort cluster/netwerk. Vaak zijn deze banden sterker dan die met het eigen achterland. We spreken dan van een netwerksamenleving. Dit verschilt cultureel gezien ook van de slow World, het christendom zie je sterk terug in de fast World, terwijl de slow World erg gevormd word door de islamitische cultuur. Daarom zijn er ook vaak conflicten in de wereld tussen deze culturen. Op allerlei schaalniveaus neemt de tegenstelling toe. Het proces waarbij de tegenstelling tussen bevolkingsgroepen versterkt noemen we polarisatie. Dit word vaak bewust aangewakkerd door politieke leiders om meer steun in de groep te krijgen. Dit kan terrorisme oproepen.

De grootste oorzaak voor menging van culturen is toch wel de internationale migratie. In alle grote steden in de wereld komen grote groepen minderheden. Deze blijven vaak op allerlei manieren verbonden met het thuisland door maandelijks geld over te maken. Maar ook de sociaal culturele band is belangrijk veel migranten trouwen met iemand van herkomst, en alle kenmerken van hun cultuur word in het nieuwe land nog steeds behouden.

Paragraaf 10
In de 19e eeuw was groot Brittannië een economisch en op de zee een grootmacht. De grootste kolonie was brits- Indië. De relatie tussen het koloniale moederland en de kolonie vertoonde kenmerken van het centrum periferiemodel. De rol van brits-indië bestond vooral uit het leveren van grondstoffen en het afnemen van goedkope eindproducten.

Door de industrialisatie in groot Brittannië maakte het een snelle ontwikkeling door, het werd een belangrijk centra van ijzer, staal, scheeps, en textielindustrie. Na de 2e wereldoorlog verloor het zijn rol als wereldleider aan de VS, en n 1947 werd brits Indië onafhankelijk.

Maar nog steeds hebben ze economische en sociaal culturele relaties met elkaar. Net als andere westerse landen kan Groot-Brittannië met zijn hoge lonen de maakindustrie niet vasthouden. Daardoor sluiten veel fabrieken en vind er een forse uitschuiving van arbeidsintensieve bedrijven naar lagelonenlanden. Sommige oude industriesteden zijn er in geslaagd het verlies aan arbeidsplaatsen op te vangen door nieuwe activiteiten. Andere steden zijn met hulp van de overheid hier nog mee bezig. Het economisch zwaartepunt van het land trekt steeds meer naar het zuiden. De stad londen vormt een belangrijk knooppunt in de wereldeconomie. De zakelijke dienstverlening is in deze regio snel gegroeid, omdat het geografisch het meest gunstig ligt ten opzichte van het vaste land. Het land raakt steeds meer verweven met de EU.

India is nog steeds erg agrarisch. Maar de industrie- en dienstensector groeien snel. Na de onafhankelijkheid probeerde de overheid de industrie zelf op te starten d.m.v. van hoge tarieven voor import. Het gevolg hiervan was dat ze opgescheept zaten met dure binnenlandse producten. Onder druk van internationale organisaties kiest de overheid tegenwoordig voor een liberale koers, tariefmuren zijn verlaagd en veel staatsbedrijven zijn opgeheven. Sindsdien groeit het bnp en de verwevenheid met de rest van wereld snel. Maar de regionale ongelijkheid in India is groot, ook dit komt door de globalisering.

Paragraaf 11
De urbanisatiegraad in India is laag, maar het urbanisatie tempo is hoog. Een stad met meer dan tien miljoen inwoners noem je een megastad. Het gevolg van de snelle groei is dat veel steden in India overbevolkt zijn. Honderdduizenden mensen slapen op straat. Mumbai is het belangrijkste handelscentrum van India en wil in de toekomst de belangrijkste draaischijf worden tussen Europa, het Midden-Oosten en Azië.

In groot Brittannië is de urbanisatiegraag veel hoger, maar de steden groeien door suburbanisatie nauwelijks meer. London is geen wereldstad, het speelt een belangrijke rol in de wereld als financieel en cultureel centrum.


Eeuwenlang beheerst het kastenstelsel het leven van de hindoes. Het is een systeem van vier standen, waarin zaken als huwelijk en beroep zijn vastgelegd. Officieel is het allang afgeschaft maar het speelt nog steeds een grote rol vooral op het platteland. Nog niet zo lang is het mogelijk om op te klimmen naar een hogere kaste dan waarin je eigenlijk geboren bent. Nu zie je dat er los van de kaste een middenklasse ontstaat. Steeds meer Indiërs raken er van overtuigd dat een goede opleiding en hard werken leid naar een beter leven.

Groot Brittannië kent vooral klassenverschillen. Opvallend is dat de oude upper class langzaam word overvleugeld door de nieuwe rijken. Groot Brittannië is populair bij buitenlandse multimiljonairs. Terwijl 17% onder armoedegrens leeft.

Door de verplaatsing van veel bedrijven vanuit groot Brittannië groeit het aantal Britten in India sinds een aantal jaren weer. Ongeveer vijftien miljoen Indiërs verdienen hun kost in het buitenland, ook veel goed opgeleide Indiërs verlaten India, er is dus sprake van een braindrain. Op het moment wonen er twee miljoen Indiërs in Engeland.

Paragraaf 12
Je komt veel van India in Engeland tegen en andersom. Engels is de voertaal in India. Maar ook het onderwijssysteem, de wijze van besturen en veel gebouwen herinneren aan de koloniale periode. Vooral door migratie is India naar Groot Brittannië gekomen.

India heeft de grootste diversiteit van alle landen op de wereld, bij de onafhankelijkheid werd brits Indië opgedeeld in India en Pakistan. Hierdoor verhuisden veel Pakistaanse naar India terwijl miljoenen moslims naar Pakistan gingen. Toch zijn de moslims nog de grote meerderheid in India. Dit komt vaak tot botsingen, vooral in de noordelijke deelstaat Kashmir. Hier wonen moslims maar heeft het een hindoebestuur. Door polarisatie is een regionaal conflict uitgegroeid tot een internationale strijd. Pakistan bezit ook kernwapens wat alles nog bedreigender maar.

Maar er zijn ook dingen die India juist bij elkaar houden:
- Het hindoeïsme is de levenswijze die eerder gericht is op verzoening dan polarisatie

- India is een democratisch land met een gedecentraliseerd bestuur. De deelstaten hebben op tal van terreinen zeggenschap over hun eigen gebied. De neiging om je af te scheiden is dan minder groot.

- verbindingen en communicatie in India zijn goed ontwikkeld. Door de voortdurende migratie goederen en ideeën raken gebieden onderling verboden die op andere terreinen verschillen.

Groot britannië is op taal en geloof meer een eeneheid, toch zijn er grote verschillen in het cultuurgebied maar dit leid niet tot conflicten. In noord Ierland is 45% katholiek en 55% protestant en ze zijn al een hele tijd in een conflict gewikkeld. Het katholieke deel wil zich los maken van Groot Britannië in tegenstelling tot de protestanten die willen blijven vanwege de geloofsgenoten in Groot Britannië. In 2007 is er een vredesakkoord gesloten, waarin besloten is dat ze samen het land besturen.


Groot britannië telt natuurlijk veel minderheden door het koloniale verleden. Het proces van de globalisering zal de culturele diviersiteit van voor de grote steden vergroten. Maar de typische britse cultuur die je voor op het platteland ziet laat zich niet makkelijk wegjagen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.