H5 Mens en Mileu

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 713 woorden
  • 17 juni 2003
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
HST 5 Die dan leeft, die dan zorgt

§14 wij hebben voor u gereserveerd …

Milieuvoorraad: voorraad ruimte, grondstoffen en hulpbronnen op aarde waarover de wereldbevolking kan beschikken
Milieugebruiksruimte: ruimte binnen de grenzen die de natuur stelt, voor gebruik en beheer van milieu
• De mogelijkheden van ecosystemen van aanbieden natuurlijke hulpbronnen
• Vermogen dat de ecosystemen bezitten om belasting van natuurlijk milieu op te vangen.

Interne hulpbronnen: nat. hulpbronnen zijn in het land zelf aanwezig, zoniet dan extern

De wetenschap en technologie zijn in staat om de milieugebruiksruimte te beperken.
De zon zorgt voor continue toevoer van stromingsenergie, het houdt de biomassa in leven en de zonnecellen draaiende. De windenergie is een ook stromingsenergie, de wind ontstaat door geometrie (warme en koude golfstromen) dus ook door de zon.
De productie van duurzame energiebronnen kost momenteel te veel geld, waardoor de vraag laag is. Pas als de vraag hoog is, zullen de kosten dalen.
Bij aanleg van o.a. stuwdammen (hydro-energie) en biomassa, moeten we ons afvragen of er geen degradatie optreed (uitsterving van planten/dieren), anders heeft het niet veel zin om zulke bronnen te realiseren.

Uitputtende energiebronnen hebben verschillende klassen:
1. Bewezen reserves (> 80% kans op aanwezigheid)
2. Mogelijke reserves (> 50% kans op aanwezigheid)
3. Speculatieve reserves (< 50% kans op aanwezigheid)
De Limburgse mijnen werden in ’75 gesloten omdat duidelijk was dat Slochteren veel rendabeler was, 60 mrd m3 bewezen voorraad en 2500 m3 bewezen reserve.

Maatschappelijke vragen bij energieproblematiek:
• Hoe ontwikkelt de vraag naar delfstoffen, als grondstof voor alternatieve energiebronnen?
• Hoe is de toegankelijkheid van olie-win gebied? En wat zijn de pol.- en milieustabiliteit i.v.m. natuurrampen
• Welke richting en tempo zullen de techniek en prijsniveau zich ontwikkelen

De 20% welvarendste bevolkingsgroepen op aarde nemen 80% van de beschikbare hulpbronnen opzich.
Er zijn groeperingen die vinden dat alle landen zelf hun energie moeten kunnen maken om uitbuiting van het Westen te voorkomen.
Pas bij 8% economische groei (onhaalbaar dus) van de 3e wereld, zal in 2040 welvaarts- en energiepeil op hetzelfde niveau zitten als het westen. Echter door de enorme bevolkingsgroei in de 3e wereld zal dit onhaalbaar zijn.
Veel 3e wereld landen hebben torenhoge schulden, om de schulden te beperken krijgen westerse landen toegang tot de energie voorraden van die arme landen, waardoor de energie-put wordt leeg gezogen. Waardoor men onder de kostprijs verkoopt, en de armoede meer toeneemt. Dit is het slechtte scenario voor het milieu.

Milieudefensie heeft het volgende uitgerekend:
• Elke NL’er verbruikt gem. 36m2 tropisch bos per DAG
• Gebruik van hout/papier in 2010 moet 0,4 m3 zijn (nu 1,2m3 en 0,1m3 in ontw. landen)

§15 Bodem en water, bronnen van ons bestaan

Hoe krijgen we het voor elkaar om onze milieuvoorraad zodanig te gebruiken dat er sprake is van duurzame ontwikkeling?:
• Bodem
• Water

Bodem: door erosie, verzilting en verdroging neemt de opp. landbouwgrond af. Dit lijdt tot degradatie en dus tot verwoestijning.
De afnemende milieugebruiksruimte is te verwijten aan de sterke bevolkingsgroei en de verwoestijning. Oorzaken degradatie:
• Gebruik van kunstmest werkt verzurend, dit brengt verlaagde opbrengst met zich mee.
• Bestrijdingsmiddelen om onkruid (herbiciden), schimmels (fungiciden) en insecten (insecticiden) vergiftigen de bodem.
• Uitputting van de landbouwgronden door monotoon gebruik, waardoor opbrengsten afnemen en ongedierte toenemen

In de semi-aride (half droge) gebieden is het mogelijk om aan dry farming te doen. Hierdoor blijft en de droge gebieden enigszins productief en rukt de verwoestijning niet op.

Groene revolutie: Door schaalvergroting en mechanisatie vormt het een band tussen landbouw, wetenschap en techniek.
In India zijn daardoor de hongersnoden verdwenen; men gebruikt 20x meer kunstmest, waardoor de opbrengsten enorm toenamen. Alleen de grote boeren profiteren ervan, de kleine boeren (peasants) hebben geen geld voor investeringen (mest en machines), waardoor ze buiten de boot vallen en hun land moeten verkopen aan de grote boeren. Ook zij hebben problemen. Hun machines moeten terug verdiend worden, dit kan alleen door intensieve landbouw, waardoor een monocultuur ontstaat en dus ook kans op ongedierte.

Water: slecht 0,02% van de aarde bestaat uit zoet water. En men vreest voor “water oorlogen”, zoals de Zesdaagse Oorlog in 1967.
In semi-aride gebieden is men veelafhankelijk van regen. Om het water zo veel mogelijk op te vangen legt men dammen, terrassen en beekjes aan, maar ook aanplanting.

In NL is de toename van waterverbruik met 50% gestegen (1970-1995) en de bev. groei met 15%. Hierdoor kan het grondwaterpeil dalen en aantasting infiltratie van de duinen.

§16 Te weinig om samen te vatten

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.