Welvaartsverschillen meten:
- bnp per inwoner
- VN-index
- Samenstelling beroepsbevolking, toegang tot schoon drinkwater, scholing en gezondheidszorg, voedselsituatie en beschikbaarheid van telefoon en computer
Nadelen meten bnp/hoofd:
- Één dollar is in het ene land meer waard dan in het andere land. Oplossing: koopkrachtpariteit
- Informele sector groter dan formele sector maar telt niet mee in statistieken
- Sociale ongelijkheid
- Regionale verschillen
Wereldsysteem:
- Centrum
- Semiperiferie
- Periferie
Verklaring bevolkingsspreiding:
- Natuurlijke mogelijkheden -> geschikt klimaat
- Ligging -> ten opzichte van economische kerngebieden
- Koloniale verleden -> kustgebieden
Diffusie = verspreiding vanuit een kerngebied
Drie bestuursvormen:
- Democratie -> burgers grote invloed op bestuur
- Beperkte democratie -> bevolking gecontroleert door centrale overheid
- Dictatuur
Ingrijpende veranderingen economische geschiedenis:
- Agrarische revolutie: overgang naar landbouw
- Industriële revolutie: overgang naar fabrieksproductie
- Opkomst van dienstenmaatschappij
Het verschuiven van het zwaartepunt in de economie van de ene naar de andere sector noem je het doorschuiven in de sectoren. Belangrijke redenen hiervoor zijn:
- Stijging welvaart
- Stijging arbeidsproductiviteit
Internationale arbeidsverdeling kun je aflezen aan:
- Internationale verdeling van de beroepsbevolking
- Samenstelling van het exportpakket van de landen
Een exportpakket dat uit grondstoffen bestaat heeft nadelen:
- Prijzen van grondstoffen zijn minder snel gestegen dan de prijzen van eindproducten
- Prijzen van grondstoffen wisselen op de wereldmarkt veel sterker dan de eindproducten
- Wanneer de export uit handelsgewassen bestaat, dreigt altijd het gevaar van misoogsten
Bevolkingsgroei = geboortecijfer - sterftecijfer
Opvallend aan de groei van de wereldbevolking:
- Groei gaat steeds sneller
- De groei gaat niet overal even snel
Vruchtbaarheid = aantal levend geboren kinderen per duizend vrouwen van 15 tot 45 jaar
Arme landen hebben een hoog geboortecijfer omdat:
- Demografisch: jonge leeftijdsopbouw
- Onderwijs: vruchtbaarheid daalt wanneer de scholingsgraad stijgt
- Religie: stimuleren grote gezinnen
- Cultuur: groot gezin geeft aanzien
- Gezondheidssituatie: hoge zuigelingensterfte
- Armoede
Demografisch transitiemodel = weergave van geboorte- en sterftecijfer. 4 fasen:
- Geboorte- en sterftecijfer is hoog (geïsoleerde stammen)
- Hoog geboortecijfer, sterftecijfer daalt (periferie)
- Geboortecijfer daalt (semiperiferie)
- Geboorte- en sterftecijfer in evenwicht op een veel lager niveau (centrum)
Verstedelijking druk je uit in de urbanisatiegraad.
Urbanisatietempo is de jaarlijkse toename van de urbanisatiegraad.
Groei van steden in de derde wereld kent 3 oorzaken:
- Trek van platteland naar stad
- Trek van de ene naar de andere stad
- Natuurlijke bevolkingsgroei
Megasteden hebben meer dan 10 miljoen inwoners.
Kwantitatieve honger: te weinig voedsel voor minimale energiebehoefte.
Kwalitatieve honger: tekort aan vitaminen en mineralen.
Draagkracht/carrying capacity = aantal mensen dat in een gebied kan leven zonder schade aan te richten aan de omgeving.
Bodemdegradatie = productiviteit van de bodem neemt af.
2 belangrijke ontwikkelingen dragen bij aan de toenemende voedselproductie:
- Groene revolutie
- Genetische revolutie
Sociaal-economische stratificatie = rijken, armen en mensen die ertussen zitten.
Politiek instabiel = regeringen wisselen elkaar zo snel af dat er nooit iets opgebouwd kan worden
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden