Examenstof regionale beeldvorming

Beoordeling 1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1012 woorden
  • 4 september 2008
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 1
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Regionale beeldvorming

Hoofdstuk 1 regionale beelden en ruimtelijk gedrag

1.1 wat is een regionaal beeld
Regionaal beeld: het beeld dat mensen van de ligging, grootte en kenmerkende verschijnselen
van een gebied hebben
Perceptie: het beeld dat een individu heeft van de werkelijkheid

1.2 objectieve en subjectieve informatie

Objectieve informatie: controleerbare informatie berust op feiten en cijfers
Subjectieve informatie: informatie die door zenders met ene bepaald doel wordt gegeven of

vanuit een bepaalde opvatting, en die onvolledig is of onjuist
Zenders: alle individuen of groepen die met behulp van een communicatiemiddel informatie verstrekken aan anderen
Ontvanger: alle individuen of groepen die informatie ontvangen via de media of eigen waarnemingen
Mentaal beeld: een verzameling van subjectieve beelden zoals deze door de ontvanger van informatie worden samengesteld uit allerlei vormen van informatie
Imago: het uitgesproken beeld dat hoort bij één bepaald gebied,persoon,groep
Stereotype: een algemene karakterisering van een gebied of een groep mensen
Geografisch beeld: ene zo objectief mogelijk beeld van een gebied waarbij gekeken wordt naar de:
• ligging van een gebied(wereldbol, klimaatzone ec blok)
• de ruimtelijke kenmerken(landschap, bevolking, ec.)
• samenhang tussen de kenmerken
• de relaties binnen het gebied en met andere gebieden

1.3 regionaal beeld= mentaal beeld plus geografisch beeld.

De mate waarin dit overeenkomt met de werkelijkheid hangt af van de persoonveroorzaakt door informatiefilters:
1) externe filters buiten het individu: niet alle individuen hebben in dezelfde mate toegang
Tot informatie over gebieden(dictatuur)

2) een persoonsgebonden filter: een persoon kan de nieuwe info toepassen aan zijn andere info
Ook leeftijd, opleiding, inkomen en culturele achtergrond spelen een rol bij filtreren

2.1 factoren bij de inrichting van de ruimte

Ruimtelijk gedrag: alle dingen die mensen doen en waarvoor ruimte nodig is.
Factoren inrichting ruimte:
1) de wensen van de mensen
2) het regionale beeld dat mensen van een gebied hebben
3) beperkingen die het ruimtelijk gedrag beïnvloeden, voorbeelden:
• regels en wetten(bestemmingsplan, vergunningsbeleid)
• waarde en normen van een samenleving(rijke buurt etc)
• discriminatie: wetten die bepaalde groepen beperken in het gebruik van voorzieningen of gebieden

2.2 verschillen in ruimtelijk gedrag

Factoren verschillen in ruimtelijk gedrag
Leeftijd, inkomen, geslacht, mobiliteit, bekendheid stedelijk woongebied

3.1 twee voorbeelden van gevaar(op basis van milieu)

1) Nepal: korter wordende gletsjers ontstaan reusachtig smeltwatermeer gevolgen dam van los puin is niet betrouwbaarvloedgolf in dal(woongebied) of overstromingen opl.=

Water uit meer overhevelen naar rivier in dal minder druk dam en daling waterpeil
2) Nederland: beneden zeeniveau kan soms fout gaan maar Nederlanders vertrouwen het

3.2 inschatting van het gevaar van natuurrampen

Mensen negeren, minimaliseren of kunnen niks doen aan de toestand
Factoren inschatting van het gevaar:
1) de frequentie van het voorkomen van de natuurrampen
2) het kennis- en ontwikkelingsniveau van de mensen

Hoofdstuk 2 manipuleren van regionale beelden

1.1 de zender zendt niet alles uit
Ieder zender heeft zijn eigen doelen bij het aanbieden van ene bepaald beeld van een gebied
• nieuws: achterliggende doelstellingen bepalen selectie, inhoud
• verkoopboodschap op ec. gebied: zender probeert nieuwe bewoners, bedrijven toeristen aan te trekken door bijv imago van de stad te verbeteren
• politieke doelen: zender heeft verkoopboodschap op politiek terrein

1.2 de ontvanger ontvangt niet alles

Je kunt niet alle informatie opnemen, en mensen selecteren hun informatie


2.1 een gunstiger beeld door het weglaten van informatie:

Manipuleren: met bepaalde technieken een regionaal beeld aanbieden om een specifiek doel te realiseren
Soms werd informatie weggelaten vanwege te weinig kennis, missen belangrijke verschijnselen of met opzet wat een gunstiger beeld gaf voor de ontvangers

2.2 manipuleren met kaarten en grafieken: de kaartprojectie

Kaartprojectie:de wijze waarop de ronde aarde op ene plat vlak wordt getekend voorbeelden:
Mercatorkaart: hier worde de opp. van gebieden in de richting van de polen groter. Hierdoor
zijn de omvang en ligging van landen niet goed afgebeeld
Peterskaart: laat de omvang van landen wel goed zien maar de vorm niet ze zijn verticaal uitgerekt en lijken veel langer dus

2.3 manipuleren met kaarten en grafieken: kaartelementen en kaartkleuren

Kaart is opgebouwd uit kaartelementen en kaartkleuren de keuze hiervan kan het beeld van een gebied beïnvloeden, voorbeelden:
1) grenzen duidelijk aangeven benadrukt dat bepaalde gebieden erbij horen en als je grenzen weglaat lijkt een gebied groter
2) vorm en grootte van symbolen grote stippen voor klein steden Nederland lijk dan sterk verstedelijkt

3) pijlen op kaarten dikte kan variëren stroom relatief groot/klein
4) kaartkleuren meestal hetzelfde als het niet zo is dan trekt kaartgebruiker verkeerde conclusies

2.4 manipuleren met kaarten en grafieken: klassen en klassengrenzen

Als je klassen groter of kleiner maakt ontstaat er een heel ander beeld

Hoofdstuk 3: geografische controle van het regionale beeld

1.1 wat is een geografisch beeld?
10-puntenplan= een hulpmiddel voor het systematisch verzamelen van informatie over een gebied voor het maken van een geografisch beeld op basis van de punten:
• ligging van het gebied
• ruimtelijke kenmerken
• de relaties
• samenhang

1.2 werken met 10-puntenplan: verkenning

Wat wil je bereiken?:
1) verkenning)het samenstellen van ene compleet geografisch beeld
2) gebieden vergelijken
3) regionale beelden controleren

1.3 werken met 10-puntenplan: analyse

Verzamelen van gegevens van verschillende informatiebronnen info verwerken zodat je probleem of vraag kunt oplossen schematisch overzicht van 3 belangrijkste info bronnen

1.4 werken met het 10-puntenplan: reflectie

Los probleem of vraag op en kijk kritisch naar gevonden resultaat met behulp van vragen:

• heeft het samenstellen van het geografisch beeld nieuwe info opgeleverd?
• Wat is je regionale beeld in overeenstemming met de werkelijkheid?
• Kun je nog ander informatiebronnen gebruiken om de gevonden gegevens aan te vullen of te controleren?

2.1 een compleet regionaal beeld van Finland

• Fase 1 verkenning: compleet objectief regionaal beeld creëren(1e hoofdstuk)
• Fase 2 analyse: punten 10 stappenplan uitwerken:
o Spreidingspatroon van een verschijnsel laten zien
o Kaders met info geven over bepaalde kenmerken
o Met pijlen relaties aangeven
o Met grafieken de omvang van een verschijnsel laten zien
• Fase 3 reflectie: ga na of regionaal beeld is verbeterd

2.2 het vergelijken van regionale beelden: Zwitserland en Bolivia

• Fase 1 verkenning: ga na of er verschillen zijn in regionaal beeld(samenhang,relaties)
• Fase 2 analyse: maak met behulp van info(atlas) kaarten(spreidingspatroon)
• Fase 3 reflectie: waarom liggen de steden in Bolivia op grote hoogte? En komt dit vaker voor in de wereld?


2.3 het controleren van een regionaal beeld: op vakantie in het Ruhrgebied?

• Fase 1 verkenning: is het een mooi vakantie gebied?(velen zeggen ja(regionaal beeld))
• Fase 2 analyse: regionale beeld van het Ruhrgebied controleren dmv gegevens
• Fase 3 reflectie: het regionale beeld dat veel mensen van het Ruhrgebied hebben lijkt niet meer te kloppen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.