Chili: hoofdstuk 3

Beoordeling 8.3
Foto van Gwen
  • Samenvatting door Gwen
  • 3e klas vwo | 526 woorden
  • 6 mei 2022
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Belangrijke punten hoofdstuk 3:

Klimaten:

  • In het noorden woestijnklimaat
  • Rond Santiago: mediterraan klimaat
  • In het zuiden gematigd zeeklimaat 
  • In de Andes hooggebergte klimaat

De klimaatfactoren:

  • Het subtropisch maximum (dalende lucht warmt op, bevat meer waterdamp, maar bewolking lost op)
  • Humboldtstroom (koude zeestroom, water koelt af boven zee, geen verdamping)
  • Andesgebergte (lucht stijgt op, oosten van berg krijgt regen)

El Nino:

  • minder vis, meer kwallen en haaien
  • opwarming van zeewater, meer verdamping, meer neerslag
  • modderstromen, overstromingen, aardverschuivingen in chili
  • Amerika: minder orkanen, Azië: droogte

Temperatuurfactoren:

  • breedteligging: hoe verder van evenaar hoe kouder
  • hoogteligging: hoe hoger hoe kouder
  • hoe verder van zee hoe warmer in zomer /  kouder in winter
  • aanvoer van koude / warme zeestromen
  • ligging van gebergte: wel of geen beschuttig ligging

Wet van Buys Ballot:

  • wind ontstaat door verschillen in luchtdruk
  • draaiing van aarde zorgt voor wind voor een afwijking: corioliseffect

Atacamawoestijn:

  • droogste ter wereld
  • door uitbreiding: verlies vruchtbare grond en te weinig water voor mijnstadjes
  • water halen uit mist: camanchaca

Platen:

  • aardkorst bestaat uit verschillende platen en breuken
  • platen en breuken zijn ontstaan door endogene krachten
  • convectiestromen zorgen voor barsten en scheuren in de korst
  • zware oceanische plaat duikt onder lichtere continentale plaat: subductie
  • continentale plaat wordt meegetrokken
  • wrijving tussen platen zorgt voor spanning: losschieten is aardbeving

Aardbevingen:

  • altijd naschokken door ontladen spanning: op andere plekken langs breuk, en in nabijgelegen breuken
  • Hypocentrum is waar die vormt onder de grond
  • epicentrum waar hij is boven de grond
  • zwaarste aardbeving bij convergentie

Breuken:

  • zijschuivende breuk: horizontaal schuiven van platen
  • opschuivingsbreuk: aardkorst wordt omhoog geduwd
  • afschuivingsbreuk: door oprekking breekt stuk grond en zakt naar beneden

Seismisch gat:

  • lang geen zware aardbeving is geweest
  • dan plots heel zware aardbeving
  • noorden van chili 

Gebergten:

  • altijd aan rand van (oude) plaat 
  • gevormd door endogene krachten
  • jong: hoge toppen, hooggebergten, minder dan 65 miljoen jaar geleden, alpen himalaya
  • oud: veel afgebroken toppen e opgevulde dalen: ardennen

Vulkanen ontstaan:

  • Nazcaplaat (oceanisch) met basalt onder Zuid-Amerikaanse plaat (continentaal) met graniet
  • convectiestromen trekken de boden 600+ meter naar beneden
  • oceanische plaat smelt, er komt magma vrij dat vormt nieuw gesteente en vulkanen

Drie platen:

  • nazca- zuid amerikaanse en antarctische plaat
  • antarctische plaat duikt 2cm per jaar onder de nazcaplaat:mid-oceanische rug bij subductiezone, aardkorst kan niet oud worden
  • platen drijven uit elkaar

Stratovulkaan:

  • steil
  • stroperig magma
  • bij subductie ontstaan
  • lagen lava en as
  • explosieve uitbarsting

Cadeiravulkaan:

  • oude vulkaan
  • brede krater door ingestorte magmakamer
  • kratermeer en nieuwe vulkaan in de cadeira

Schildvulkaan:

  • bij divergentie
  • flauwe helling
  • bij mantelpluim, die boven zee komt
  • dun, vloeibaar magma
  • effusieve uitbarsting

Hotspot:

  • mantelpluim komt boven water, scheurt aardkorst er komt magma naar boven: schildvulkaan
  • rij eilanden
  • platen bewegen, mantelpluimen niet
  • canarische eilanden

Verstedelijking:

  • 2 kenmerken:
  • 1 grote stad (megastad vanaf 10 miljoen inwoners) met veel kleine steden (Santiago is de primate city is chili)
  • urbanisatiegraad is hoog

Opbouw stad:

  • historische binnenstad en cbd
  • hoe verder van cbd hoe armer, nieuwer de huizen en slechter kwaliteit van huizen
  • industrie en arbeiderswijken liggen langs de drukste wegen

Santiago:

  • migratie platteland + hoge vruchtbaarheidscijfers migranten = explosie inwonersaantal & groei krottenwijken
  • probleem: luchtvervuiling door smog en inversie
  • bij inversie: lucht kan niet opstijgen door warmere hogere luchtlaag, hierdoor kan de vervuilde lucht door fabrieken en auto's niet opstijgen en blijft hangen 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Gwen