AK aantekeningen
1.1 welvaart
Welvaart kun je in meten:
- BNP/hoofd (binnen en buitenlands)
- Verdeling van beroepsbevolking
- primaire (landbouw, mijnbouw)
- secundair (verwerken naar product)
- tertiair (diensten)
- De VN-ontwikkelingsindex
- levensverwachting
- welvaart
- analfabetisme
Nadelen BNP/koopkracht
- Informele sector telt niet mee.
- Sociale ongelijkheid ⇨ aantal mensen zorgen dat het gemiddelde veel hoger ligt dan het daadwerkelijk is.
- Regionale verschillen niet zichtbaar.
- Koopkracht telt niet mee. ⇨ voor hetzelfde geld kun je in elk land andere dingen kopen.
Rijke landen = centrum landen
Landen die de afgelopen 20 jaar veel ontwikkeling hebben doorgemaakt = semi periferie
Armste landen = periferie landen
Samen vormen deze landen een wereldsysteem.
1.2 Waar wonen mensen?
Er zijn 3 verklaringen voor bevolkingsspreiding:
- Natuurlijke omstandigheden ⇨ weinig reliëf, zoet water voorraden, vruchtbare grond & klimaat.
- Ligging (ten opzichte van andere plekken)
- Koloniale verleden
Culturele diffusie ⇨ beïnvloeding van andere cultuurelementen.
1.3 Politieke en sociale welvaart
Er zijn 3 soorten bestuursvormen:
- democratie
- beperkte democratie
- dictatuur
Vaak gaan kleinere landen met elkaar samenwerken, dit heeft samenwerkingsverbanden.
1.4 Samenhang; ontwikkeling en werk
De drie ingrijpende economische veranderingen in de geschiedenis:
- Agrarische revolutie
- de industriële revolutie
- opkomst van dienstenmaatschappij
De verdeling van beroepsbevolking verschuift van de ene sector naar de andere. Dit komt door:
1) Mechanisering, robotisering en automatisering, hierdoor zijn er minder arbeidskrachten nodig.
2) De stijging van welvaart
De internationale arbeidsverdeling is de specialisatie van de werkgelegenheid over de hele wereld. Dit is af te lezen door:
- De verdeling van de beroepsbevolking
- Samenstelling exportpakket van alle landen
De nadelen van wanneer een exportpakket van een land uit grondstoffen bestaat:
- De prijzen van grondstoffen (behalve olie) zijn minder snel gestegen als dat van eindproducten.
- De prijzen van grondstoffen dalen en stijgen veel meer dan die van eindproducten. Met als gevolg dat de inkomens van grondstof landen heel erg wisselen.
- Het gevaar van misoogsten is heel erg aanwezig, waardoor het inkomen kan worden gehalveerd. Ook komt het inkomen lang niet altijd bij de burgers. Het komt vaak in handen van multinationals.
1.5 samenhang: ontwikkeling en demografie
De redenen dat de de relatieve groei van de wereldbevolking afneemt, maar de absolute groei toeneemt:
- de vruchtbaarheid, hoeveel kinderen een vrouw krijgt, neemt af.
- Er is een stijging van de levensverwachting.
De redenen dat arme landen een hoog geboortecijfer hebben:
- Demografisch; arme landen hebben een jonge leeftijdsopbouw en hebben veel jonge vruchtbare vrouwen.
- Slecht onderwijs; wanneer het onderwijs stijgt, daalt de vruchtbaarheid.
- Religie; Het katholieke geloof keurt voorbehoedsmiddelen en abortus af.
- Cultuur; in sommige culturen zijn de gezinnen heel groot.
- gezondheidssituatie; hoge kindersterfte, waardoor moeders veel kinderen nemen.
- Armoede; Er is een verband tussen de stijgende welvaart en dalende vruchtbaarheid.
Demografische druk: Het jonge/werkende deel van de bevolking kan het niet-actieve deel van de bevolking niet meer supporten door de vergrijzing.
De ontwikkeling en geboortecijfer kun je teruglezen in het demografisch transitiemodel. (filmpje over kijken) Dit model heeft 4 fases:
- Het geboorte en sterftecijfer is hoog.
- het geboortecijfer is hoog, maar het sterftecijfer daalt. De bevolking groeit snel.
- Het geboortecijfer daalt en de groei neemt af.
- Geboorte en sterftecijfer zijn in evenwicht. Soms krimpt de bevolking zelfs.
Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking
Verstedelijking = Het proces waarbij het aandeel van de bevolking die in stedelijke gebieden toeneemt. Dit druk je uit in de verstedelijkingsgraad (urbanisatiegraad) = hoeveel procent van de bevolking woont in een stad.
Verstedelijkingstempo: het tempo van mensen naar de stad trekt.
Hoe welvarender een land, hoe hoger de verstedelijkingsgraad. (omdat er al veel mensen in de stad wonen, dus de urbanisatiegraad al hoog is)
Hoe lager de welvaart, hoe hoger het verstedelijkingstempo. (veel mensen trekken naar de stad op de hoop op een betere toekomst)
De groei van steden in arme landen heeft 3 oorzaken:
- De trek van platteland naar de stad.
- Uitbreiding van de stad
- Natuurlijke bevolkingsgroei
Suburbanisatie = Mensen verlaten de stad en trekken naar het platteland.
Mensen kiezen voor suburbanisatie omdat door de welvaart de infrastructuur is verbeterd, de mobiliteit is toegenomen en mensen een leuk huis in het groen kunnen permitteren.
1.7 Voedsel: productie, handel en consumptie
Theorie van Ullman
Voedsel van de ene plek naar de andere plek brengen heeft alleen maar zin als het aan de volgende eisen voldoet:
- Complementariteit = Importeren wat je nodig hebt.
- Transporteerbaarheid = De relatieve afstand moet niet te groot zijn.
- Geen tussenliggende mogelijkheden = Landen moeten kiezen voor de makkelijkste mogelijkheid.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden