Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

2VWO hoofdstuk 2.1t/m2.4

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 630 woorden
  • 16 januari 2022
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

2.1

De 4 kenmerken van een stad:

  • Bepaald inwoners, per land verschillend.
  • Een hoge bevolkings- en bebouwingsdichtheid.
  • Een beroepsbevolking die werkt in de secundaire of tertiaire sector.
  • Een groot aantal voorzieningen

Megastad = Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

Wereldstad = Heeft veel inwoners en is voor een groot deel van de wereld belangrijk.

Hoofdstad = Is in een land het meest belangrijke stad.

Verschil tussen arme en rijke kinderen.

Rijk goede opleiding en goeie baan.

Arm van school vroeg afgehaald om geld te verdienen.

In een krottenwijk leven is niet goed maar meeste ouders verhuizen alsnog voor de toekomst voor hun kinderen.

Een wereldstad heeft problemen zoals: verkeer, migranten, luchtvervuiling en armoede.

2.2

In een rijk land zijn de steden verspreid over het hele land. Die steden zijn op veel manier verbonden.

Stedelijk netwerk = Steden in een land die verbonden zijn.

Veel ontwikkelingslanden hebben vaak een megastad die veel groter en belangrijker is dan de tweede stad.

Primate city = Een stad veel groter en belangrijker is dan de tweede stad.

Spreiding van steden:

  1. Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt. Vlakke, vruchtbare gebieden. De absolute ligging.
  2. Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van de andere. De relatieve ligging. In het midden of aan de zee.
  3. Het koloniale verleden. Kuststeden waren vroeger doorgeefluiken aan de kolonisten. Deze herken je aan het oude deel met kronkelige straten en het nieuwe deel met recht straten. 

Koloniale dubbelstad = Het oude stadsdeel met kronkelige straten en het nieuwe stadsdeel met rechte straten. 

Verstedelijkingsgraad = Hoeveel procent van de bevolking in een stad woont.

Verstedelijkingstempo = Percentage van hoeveel de stadsbevolking toeneemt.

In rijke landen is het verstedelijkingstempo lager dan dat van arme landen.

Groei versteldelijkingstempo:

  1. Het hoge vestigingsoverschot.
  2. Het hoge geboorteoverschot.
  3. Het opslokken van plaatsen in de omgeving.

2.3

De grens tussen stad en platteland is minder scherp dan vroeger. Het is nu een brede overgangszone. In westerse steden is dit proces al langer aan de gang, maar nu is er aan de rand van een grote stad een compleet nieuwe stad; de randstad

  • Amerikaanse stad. Al ver buiten de stad zitten de suburbs. Hier wonen de mensen met een hoger inkomen. Dicht bij het centrum passeer je de oudere woonwijken, hogere dichtheid, lager inkomsgroepen. Hoog boven zijn de Wolkenkrabbers, het CBD, wonen hier is duur.
  • Europese stad. Is ongeveer hetzelfde als de amerikaanse stad, maar hier hebben ze ook nog historisch centrum. Oude buurten bij het centrum huizen, pakhuizen en leegstaande fabriekspanden. Zijn omgebouwd tot woningen voor de rijkere; gentrification

Suburbs = Voorstad

Gentrification = Proces waarbij oude stadsbuurten worden opgeknapt. Wonen wordt er door duurder.

  • Een of meer zakencentra.
  • Verspreid liggend industrieterrein.
  • Woonwijken met van de rijken met villa’s achter hoge hekken.
  • Krottenwijken. Het is te gevaarlijk, het stinkt er.

Nieuwkommers vestigen zich ook in de bestaande krottenwijken. Aan de rand van de stad liggen de jongste krottenwijken, de oudere zijn opgenomen in de stad, opgeknapt en eerder volksbuurten dan sloppenwijken.

2.4

In 1990 woonden 2,3 miljard mensen in steden en nu 4 miljard. Één gevolg hier meer dan de helft van de stedelijke bevolking in sloppenwijken woont. Toch zie je ook verschil tussen deze arme woonwijken. De nieuwste slums aan de rand van de stad zijn van blik, karton en hout, zonder voorzieningen. Door de groei van steden liggen de oudere steden in de stad zelf. De overheid zorgt hier voor basisvoorzieningen. De slums worden volksbuurten. 

Als ongeschoolde boer kan je geen baan vinden in de formele sector. Nieuwkomers proberen een paar centen te verdienen in de scharreleconomie, maar hierdoor krijgen hun kinderen een goede baan en opleiding en krijgen het beter dan hun ouders.

Het verkeer zorgt samen met de fabrieken die vaak nog in de stad liggen voor ernstige luchtvervuiling. Daarnaast lozen tallozen bedrijfen chemische stoffen rechstreeks het riool of op de rivier die door de stad stroomt. 


REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.