Basisboek 56, 57, 60, 63 64

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 326 woorden
  • 26 maart 2009
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 6
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

56

De koude bergen belemmeren de warmte en koudetransport door de wind

Daarom zijn gebergten vaak ook temperatuurgrenzen. Aan de ene kant van een gebergte kan het koud zijn terwijl het aan de andere kant warm is en aan de andere kant koud.

57

Neerslag is een vaste of een vloeibare vorm uit de dampkring die op de aarde slaat.

Voorbeelden van neerslag zijn:
sneeuw
regen
hagel
neerslag word gemeten in mm of cm ( in Nederland is dit ongeveer 750 mm)
de verdeling van de neerslag word uitgebeeld in een grafiek
neerslag in kaart gebracht is een neerslagkaart
ontstaan van neerslag: koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme. Warme lucht stijgt -> koelt af , er is teveel waterdamp, -- neerslag
tegen een berg op = loefzijde(windkant) stijgt de lucht valt de regen daar, aan de andere kant = lijzijde (uit de wind kant) is de regenschaduw

60 ontstaan neerslag

in de dampkring is h2o (water) in drie vormen: vast , vloeibaar en gas.
Door de verdamping komt h2o in de dampkring
Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht
Condensatie treed dan op als temperatuur daalt en daarbij het dauwpunt passeert.
Condensatie levert water ( sneeuw of ijs)
We krijgen dat in de vorm te zien als:
dauw (rijp onder nulpunt
mist
wolken waaruit neerslag kan vallen
samengevat
water verdampt
lucht raakt verzadigt
koude lucht kan minder waterdamp bevatten
gevolg condensatie -> kan lijden tot neerslag

waardoor kan lucht afkoelen
kan gebeuren door
uitstraling van het aardoppervlak in de nacht gevolg is grondmist en douw
door opstijging : gevolg van opstijging = lucht zet uit. Gevolg van uitzetting = lucht koelt af
dalende lucht word samengeperst. Gevolg van samenpersing: temperatuur stijgt

63 waardoor stijgt lucht

tegen een gebergte
bij botsen van twee luchtstromen
door verwarming bijvoorbeeld: in een depressie, langs een frontvlak

64 de wet van buijs ballot

wind is stromende lucht
lucht stroomt omdat er een maxima en een minima zijn.

De wet van buijs ballot

a. de wind waait van + naar – maximum naar minimum
b. er is een afwijking op het noordelijk halfrond naar rechts
er is een afwijking op het zuidelijk halfrond naar links

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.