Basisbegrippen

Basisbegrip 35 Ontstaan van neerslag : Ø De dampkring bestaat uit lucht en in die lucht zit water. Water verschijnt zich
onzichtbaar en zichtbaar. (vloeibaar en vast). Zichtbare deeltjes blijven vaak in de bovenlucht hangen en die vormen de wolken. Soms komt het naar beneden en dat is neerslag. Neerslag : Water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neer slaat. Vaste vorm --» Sneeuw/hagel Vloeibare vorm --» Regen/mist · Hoe ontstaat neerslag? Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht. Als het warm is, verdampt er veel water en raakt de lucht vol damp (die damp is onzichtbaar). De warme lucht stijgt op en omdat koude lucht minder waterdamp kan bevatten dan warme lucht word het waterdamp gekoeld en als waterdamp gekoeld word dan veranderd de waterdamp in een vaste stof (druppels of sneeuwvlokken) · Hoe komt het dat de lucht kouder word? Lucht word kouder als hij gedwongen word om te stijgen. Dit kan gebeuren bij een gebergte. § Loefzijde : De windkant van het gebergte
Aan de loefzijde stijgt de lucht, die koelt af en brengt regen en sneeuw § Lijzijde : Andere kant van het gebergte

Lijzijde (uit de wind), de lucht daalt daar en wordt warmer. Aan die kant is het droog (regenschaduw). Basisbegrip 85 Leeftijdsgrafieken: Ø Demografie: is een wetenschap die zich speciaal bezighoudt met bevolkingsaantallen en alles wat daarmee te maken heeft. Hierin gebruiken ze veel grafieken, in plaats van cijfers, om het makkelijker te laten zien. · Leeftijdsgrafiek: is een staafdiagram dat de leeftijdsopbouw van de bevolking laat
zien. (zie blz. 77, figuur 7.7) · Ontgroening: Als er in een bevolking minder jonge mensen zijn. (grafiek) · Vergrijzing: Als er in een bevolking meer oudere mensen zijn. (grafiek) · Leeftijdsgrafiek ook wel bevolkingspiramide genoemd, omdat de vorm heeft van een piramide. Basisbegrip 99 Dienstensector als vluchtsector Ø In rijke landen is de dienstensector de grootste. In de derde wereldlanden staat de dienstensector op de 2e plek na de landbouw. § In een rijk land is het gemiddelde inkomen hoger dan in de andere sectoren, maar
In die sector heb je ook een betere opleiding nodig. § In de derde wereld hebben de mensen in die sector juist geen opleiding , ze worden ook laag betaald, zoals schoenenpoetsers en straathandelaren. En als
men geen werk kan vinden ‘vlucht’ men de dienstensector in. Basisbegrip 101 Percentage stedelingen laag maar toch overmatig Ø Percentage mensen in de stad: Rijke landen: 75% Minder ontwikkelde landen: 40% Minst ontwikkelde landen: 25% · In de stad wonen nog steeds te veel mensen want veel mensen trekken naar de stad in de hoop werk te vinden. Maar er is geen werk en woonruimte en de mensen blijven wel hangen --» overvol. · De verstedelijking is steeds beter zichtbaar. Omdat er in elke wijk bidonvilles zijn waar mensen illegaal huizen neerzetten. Maar die huizen worden wel steeds beter. Ze verbeteren de huizen steeds door extra dingen te kopen. § Als de bewoners in de huizen mogen blijven, blijven ze de huizen mooier maken. Maar als ze die zekerheid niet hebben, maken ze de huizen ook niet mooier. En
Worden door het stadsbestuur die wijken compleet gesloopt.
Basisbegrip 125 Stadswijken Ø Een stad wordt verdeeld in wijken. Een wijk heeft een functie. Vb: woonwijk` · Binnenstad: Woonfunctie grotendeels verdwenen: daarvoor in de plaats andere functies: Zakenwijk: winkels en kantoren
Uitgaanswijk: cafés, bars, theaters. 3 functies van wijken: werken, wonen, uitgaan. Centrale zakenwijk:Daar is de woonfunctie helemaal verdwenen, en is er alleen nog maar winkels en kantoren over. · Woonwijken: Onderverdeeld naar status: Lage status = Volksbuurten, meestal oude wijken. (inkomen van de mensen laag) Hoge status = Dure buurten, meestal nieuwe huizen. (inkomen van de mensen hoog) · Model = simpele tekening van de opbouw van een stad.