Aardrijkskunde §15
Holoceen: begon ongeveer 10.000 jaar geleden.
Basisveen: in laag-Nederland steeg de zeespiegel, daar gingen dan planten groeien en ontstond er moeras. De dode planten hoopten zich op en er ontstond basisveen.
Oude duinen: eerst ontstonden er strandwallen. Bij eb stoof de wind steeds zand naar zie strandwallen toe. Zo zijn de oude duinen ontstaan.
Oude zeeklei: tussen de gaten van de strandwallen kwam de zee binnen. Daar kwam het water tot rust. Toen bezonk het en er ontstond een kleilaag.
Hollandveen: de oude zeeklei hoopte op en gingen planten groeien. Die stierven weer en ontstond er moeras. De veenlagen in West- en Noord-Nederland.
Jonge zeeklei: de zee kwam nog steeds het land in (Noord en Zuidwest) en haalde de oude zeeklei weg. Maar hier ontstond weer klei, de jonge zeeklei.
Jonge duinen: na het jaar 100 vormde zich een nieuwe rij duinen. Gedeeltelijk op de oude duinen.
Slagenlandschap: 2 wateringen met ertussen een sloot. Die zorgden voor de afwatering.
Inklinking: door verlaging van de waterstand zakte de bodem in.
Poriën: kleine openingen tussen zandkorrels waar water tussen zit.
Grondwaterspiegel / Grondwaterpeil: de bovenkamt van het grondwater.
Maaiveld: de oppervlakte van waar het grondwater zit.
Holoceen: begon ongeveer 10.000 jaar geleden.
Basisveen: in laag-Nederland steeg de zeespiegel, daar gingen dan planten groeien en ontstond er moeras. De dode planten hoopten zich op en er ontstond basisveen.
Oude duinen: eerst ontstonden er strandwallen. Bij eb stoof de wind steeds zand naar zie strandwallen toe. Zo zijn de oude duinen ontstaan.
Oude zeeklei: tussen de gaten van de strandwallen kwam de zee binnen. Daar kwam het water tot rust. Toen bezonk het en er ontstond een kleilaag.
Hollandveen: de oude zeeklei hoopte op en gingen planten groeien. Die stierven weer en ontstond er moeras. De veenlagen in West- en Noord-Nederland.
Jonge duinen: na het jaar 100 vormde zich een nieuwe rij duinen. Gedeeltelijk op de oude duinen.
Slagenlandschap: 2 wateringen met ertussen een sloot. Die zorgden voor de afwatering.
Inklinking: door verlaging van de waterstand zakte de bodem in.
Poriën: kleine openingen tussen zandkorrels waar water tussen zit.
Grondwaterspiegel / Grondwaterpeil: de bovenkamt van het grondwater.
Maaiveld: de oppervlakte van waar het grondwater zit.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden