Paragraaf 1.4
Een samenvatting van paragraaf 1.4 met heel veel informatie om goed te kunnen leren voor een SO of proefwerk.
Wat moet ik weten?
Hoe goed ken ik het? (1 - 10)
- Ik weet wat de belangrijkste lengte en breedtecirkel liggen en kan deze benoemen met naam en getal.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
- Ik weet wat absolute ligging is.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
- Ik weet wat relatieve ligging is.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
- Ik weet wat graadnet is.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
- Ik weet wat geografische coördinaten zijn.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
- Ik weet wat de belangrijkste lengte en breedtecirkel liggen en kan deze benoemen met naam en getal.
De belangrijkste breedtecirkel is de evenaar. Hij verdeelt de Aarde in een noordelijk en een zuidelijk halfrond, ook wel noorderbreedte en zuiderbreedte genoemd. De belangrijkste lengtecirkel is de nulmeridiaan. Deze verdeelt de Aarde in een oostelijk en een westelijk halfrond, ook wel oosterlengte en westerlengte genoemd.
- Ik weet wat absolute ligging is.
Plaatsbepaling door gebruik te maken van het graadnet.
- Ik weet wat relatieve ligging is.
Relatieve ligging is de ligging ten opzichte van een andere plaats.
- Ik weet wat graadnet is.
Het graadnet is een netwerk van lengtecirkels en breedtecirkels.
- Ik weet wat geografische coördinaten zijn.
Een geografische coördinaat is een middel om een plek op Aarde vast te leggen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden